Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 1999
gepubliceerd op 29 januari 2000

Koninklijk besluit tot inrichting van een Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reëvaluatie van de Energievectoren

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011456
pub.
29/01/2000
prom.
19/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/19/1999011456/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot inrichting van een Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reëvaluatie van de Energievectoren (AMPERE)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 29 maart 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 februari 1999;

Gelet op de wetten over de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak om onverwijld de Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reëvaluatie van de Energievectoren op te richten, zodat die zo spoedig mogelijk haar werkzaamheden kan beginnen;

Op de voordracht van Onze Minister belast met Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organisatie

Artikel 1.Bij het Bestuur Energie van het Ministerie van Economische Zaken wordt een Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reëvaluatie van de Energievectoren, hierna de "Commissie" genoemd, opgericht.

Art. 2.De Commissie is belast een verslag over de toekomstige keuzen inzake elektriciteitsproductie op te stellen. Dit verslag, waarbij een synthesedocument wordt gevoegd, moet worden gericht aan de Minister bevoegd voor Energie binnen een termijn van achttien maanden, vanaf de oprichtingsdatum van de Commissie.

Het voorleggen van dit verslag brengt de ontbinding van de Commissie met zich mee.

Art. 3.Het verslag van de Commissie bevat onder meer het onderzoek van de volgende punten : 1° de algemene context inzake economie en energie : beschrijving van het internationale kader en de huidige tendensen op de markt van primaire energiebronnen, evaluatie van de context en bepaling van de voor België voorziene ontwikkelingen;2° de vraag naar elektriciteit in België : evaluatie van de huidige vraag, evolutie op middellange en lange termijn;3° de technologieën voor de productie van elektriciteit : analyse van de technologieën die in het land momenteel worden gebruikt, onderzoek van de alternatieve technologieën of in ontwikkeling en met een potentieel inzake elektriciteitsproductie en hun economische, sociale en milieugebonden implicaties. Op grond van het onderzoek van de in lid 1 bedoelde punten formuleert het verslag van de Commissie aanbevelingen en voorstellen die tot doel hebben vanuit de huidige toestand in België keuzen vrij te maken voor de toekomstige productie van elektriciteit, die overeenkomen met de noden van de samenleving en het milieu voor de eenentwintigste eeuw.

Art. 4.De Commissie wordt samengesteld uit zestien leden gekozen in functie van hun bekwaamheden in verschillende domeinen op gebied van de productie van elektriciteit.

De Commissie wordt voorgezeten door twee medevoorzitters die haar vertegenwoordigen. De organisatie en de verdeling van de werkzaamheden, alsook de werkwijze van de Commissie, vallen onder de bevoegdheid van de twee medevoorzitters.

Art. 5.Aan de betrekkingen van medevoorzitter en van lid wordt een einde gemaakt bij overlijden, ontslag of burgerlijke ongeschiktheid.

Wij gaan over tot het aanwijzen van een nieuwe ondervoorzitter of lid.

Art. 6.De Directeur-generaal van het Bestuur Energie van het Ministerie van Economische Zaken woont de vergaderingen van de Commissie bij met adviserende stem.

Art. 7.De secretaris van de Commissie stelt de processen-verbaal op van de vergaderingen van de Commissie waaraan hij deelneemt zonder stemgerechtigd te zijn. Aan de leden verstrekt hij alle informatie die nodig is voor het uitoefenen van de opdracht van de Commissie.

Art. 8.De leden van de Commissie kunnen aan de medevoorzitters voorstellen om experts uit te nodigen teneinde inlichtingen, zij het mondelinge of schriftelijke, te verstrekken die nodig zijn voor de goede afloop van de werkzaamheden.

Art. 9.De modaliteiten inzake het bepalen van de werkzaamheden die aan elk lid van de Commissie worden gevraagd en inzake de financiële tenlastelegging ervan, worden overlegd in individuele conventies gesloten door de Minister bevoegd met Energie en waarvan het model bij dit besluit wordt toegevoegd.

Art. 10.De kosten met betrekking tot de tenlastelegging van de prestaties van de leden en tot de werking van de Commissie zullen aangerekend worden op de basistoelage 61.02.12.01 van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, afdeling Energie. De totale kost van de prestaties is forfaitair en individueel vastgesteld op drie honderdduizend frank voor de leden en op vierhonderdduizend frank voor de ondervoorzitters.

Art. 11.Het Secretariaat van de Commissie zetelt binnen het Bestuur Energie van het Ministerie van Economische Zaken. HOOFDSTUK II. - Benoemingen

Art. 12.Worden benoemd leden van de Commissie : Mevr. Sancy en de heren A. Berger, M. Crappe, J. De Ruyck, W. d'Haeseleer, E. Dick, D. Goetghebuer, J. Kretschmar, B. Leduc, Ph. Mathieu, E. Mund, S. Proost, R. Mertens en A. Verbruggen.

Art. 13.Worden benoemd medevoorzitters van de Commissie : de heren J.-P. Pauwels en J.-M. Streydio.

Art. 14.Wordt benoemd secretaris van de Commissie : de heer L. Jacquet.

Art. 15.Onze Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Energie, J.-P. PONCELET

Bijlage Overeenkomst Overeenkomst tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de heer Jean-Pol Poncelet, Minister belast met Energie, Hertogstraat 3, te 1000 Brussel en De heer............................................., hierna "de tweede Contractant" genoemd;

Overwegende dat de Commissie voor de Analyse van de Middelen voor Productie van Elektriciteit en de Reevaluatie van de Energievectoren, Commissie "AMPERE", hierna "de Commissie" genoemd, werd opgericht bij koninklijk besluit van 19 april 1999; dat de heer............................................., wegens zijn bijzondere kennis van sommige materies waarover de Commissie AMPERE verslag dient uit te brengen aan de Minister belast met Energie, door de Koning gekozen is als lid van de Commissie; dat wegens zijn kostprijs en hoger bedoeld koninklijk besluit waarbij de Commissie AMPERE werd opgericht en de contractant werd aangesteld als lid van deze Commissie, deze dienstenopdracht kan plaatsvinden via onderhandelingsprocedure; dat hiervoor, in toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en van de uitvoeringsbesluiten ervan, geen bijzondere formaliteiten vereist zijn, noch de raadpleging van andere dienstenverstrekkers dient te gebeuren en dat in het bijzonder de bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden als bijlage toegevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 niet van toepassing zijn;

Wordt het volgende overeengekomen : Opdracht van de tweede contractant

Artikel 1.De opdracht van de tweede contractant bestaat uit de deelneming, als lid van de Commissie, aan de uitwerking van een verslag over de toekomstige keuzen inzake elektriciteitsproductie.

Dit verslag bevat onder meer het onderzoek van de volgende punten : 1° de algemene context inzake economie en energie : beschrijving van het internationaal kader en de huidige tendensen op de markt van primaire energiebronnen, evaluatie van de context en bepaling van de voor België voorziene ontwikkelingen;2° de vraag naar elektriciteit in België : evaluatie van de huidige vraag, evolutie op middellange en lange termijn;3° de technologieën voor de productie van elektriciteit : analyse van de technologieën die in het land momenteel worden gebruikt, onderzoek van de alternatieve technologieën of in ontwikkeling en met een potentieel inzake elektriciteitsproductie en hun economische, sociale en milieugebonden implicaties. Op grond van het onderzoek van de bovenvermmelde punten formuleert het verslag aanbevelingen en voorstellen die tot doel hebben vanuit de huidige toestand in België keuzen te kunnen maken voor de toekomstige productie van elektriciteit, die overeenstemmen met de noden van de samenleving en het milieu voor de eenentwintigste eeuw.

Verslagen en werkschema

Art. 2.Het basisverslag en het syntheseverslag moeten aan de Minister belast met Energie worden overgemaakt binnen een termijn van achttien maanden te rekenen vanaf de oprichtingsdatum van de Commissie.

De betaling zal gebeuren in drie schijven : 40 % na overmaking van het werkprogramma van de Commissie, 40 % op 1 januari 2000 na overmaking van een actuele stand van de werkzaamheden van de Commissie en het saldo na neerlegging van het basisverslag en syntheseverslag.

De overeenkomst begint te lopen op de dag van de eerste ondertekening.

Ze loopt af met het volste recht na afloop van een termijn van negentien maanden die aanvangt op de dag van oprichting van de Commissie.

Vertrouwelijkheid - Eigendom van de resultaten van de studie

Art. 3.De informatie waarvan de tweede contractant kennis heeft genomen in het kader van zijn deelneming aan de uitwerking van het basisverslag en van het syntheseverslag alsook van de genoemde verslagen, mogen niet worden openbaar gemaakt zonder akkoord van de opdrachtgever.

De informatie, verslagen en bevindingen bekomen in het kader van deze overeenkomst zijn exclusief eigendom van de Belgische Staat. Deze informatie, verslagen en bevindingen mogen door de tweede contractant enkel gepubliceerd worden in onderling akkoord met de opdrachtgever.

Financiering

Art. 4.De totale kost van de werk aan heden van de tweede contractant is forfaitair vastgesteld op .......................... BEF. Dit bedrag omvat alle eventuele belastingen en bijkomende verplaatsingskosten, ten laste van de contractant.

De betalingen zullen uitgevoerd worden op basis van schuldvorderingen of facturen ingediend door de tweede contractant bij de Directeur-generaal van het Bestuur Energie van het Ministerie van Economische Zaken en zullen gestort worden door de opdrachtgever op de door de tweede contractant aangeduide rekening.

De kosten voorzien voor de uitvoering van deze overeenkomst zullen aangerekend worden op basistoelage 61.02.12.01 van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken, afdeling Energie.

Ontbindingsclausule

Art. 5.Ingeval van een totale of gedeeltelijke niet-uitvoering van de opdracht gegeven aan de tweede contractant op basis van artikel 1, kan de opdrachtgever de overeenkomst ontbinden. De ontbinding gebeurt door middel van een aangetekend schrijven bij De Post.

Geschillen

Art. 6.Eventuele geschillen zullen beslecht worden door de rechtbanken te Brussel.

Opgemaakt in twee exemplaren, waarbij elk van de partijen verklaart haar exemplaar te hebben ontvangen, te Brussel, op 19 april 1999.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Energie, J.-P. PONCELET

^