gepubliceerd op 21 februari 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de beroepenclassificatie voor de sector van de montage van bruggen en metalen gebinten
18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de beroepenclassificatie voor de sector van de montage van bruggen en metalen gebinten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de beroepenclassificatie voor de sector van de montage van bruggen en metalen gebinten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 september 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comitévoor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 Beroepenclassificatie voor de sector van de montage van bruggen en metalen gebinten (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45233/CO/111.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van die welke tot de sector van de ondernemingen der metaalverwerking behoren. § 2. Onder "ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren", wordt verstaan de firma's die gespecialiseerd zijn in het monteren, demonteren, afbreken op openluchtwerven, van gebinten en onderdelen van bruggen, reservoirs, gashouders, zwaar ketelwerk, bestanddelen van zware machinebouw, petroleuminstallaties, alsmede in het hanteren van zware stukken en het optrekken van stellingen.
Deze firma's werken doorgaans voor rekening van firma's welke in het vorig lid vermeld materiaal hebben vervaardigd of voor deze welke dit gekocht hebben en het gebruik ervan hebben. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is eveneens van toepassing op buitenlandse firma's die in België montagewerken verrichten met vreemd personeel. § 4. Onder "werklieden" wordt verstaan de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bepaling van het beroep van buitenmonteur
Art. 2.De monteurwerkman is geoefend in het uitvoeren van de onder artikel 1 vermelde werkzaamheden. 1. Hij gebruikt daarvoor het gepast materiaal dat door de onderneming te zijner beschikking wordt gesteld. § 2. Zijn taak bestaat erin de metalen bestanddelen van de constructie te monteren en op te trekken op de plaats waar zij in gebruik worden gesteld. § 3. Hij moet soms zeer zware stukken hanteren en ook op grote hoogten of in ongezonde of gevaarlijke plaatsen werken. § 4. De monteurwerkman dient op plaatsen te werken buiten de zetel van de onderneming die hem tewerkstelt, vermits de door zijn werkgever ondernomen werken op verschillende plaatsen van het land en zelfs in het buitenland kunnen uitgevoerd worden. § 5. Als gevolg van de verplaatsingen van min of meer lange duur kan de monteurwerkman genoodzaakt zijn te verblijven op de plaats waar de montage wordt uitgevoerd, zonder dat de mogelijkheid bestaat dagelijks naar zijn woonplaats terug te keren. HOOFDSTUK III. - Beroepenclassificatie en beroepskwalificatie
Art. 3.De werklieden tewerkgesteld in de montageondernemingen en bedoeld bij artikel 1 worden in volgende beroepencategorieën ingedeeld, rekening houdend met de uitgevoerde werkzaamheden, de beroepsvaardigheid, de graad van zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid bij de hun toevertrouwde arbeid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld A. Gewone hulpwerkman Wordt aldus beschouwd : de werkman die geen enkele kennis bezit van het vak, doch in staat is het materiaal en de lasten op een montagewerf te hanteren. Hij werkt steeds op de grond en mag in generlei geval boven het niveau van de grond aan het werk worden gesteld tegen het loon van "gewone hulpwerkman". Hij werkt steeds volgens richtlijnen.
B. Keur-hulpwerkman Wordt aldus beschouwd : de werkman die reeds een stage op een werf heeft volbracht en geschikt is om de monteurs bij te staan bij het verrichten van hun taak op de grond. Hij kent de in het vak gebruikelijke termen, alsook al het gebruikte gereedschap; hem kan gebeurlijk opgedragen worden eenvoudig montagewerk uit te voeren. Hij werkt volgens richtlijnen.
C. Geoefende Wordt aldus beschouwd : de werkman die een bepaalde ervaring en vakkennis heeft opgedaan (verbinding van bestanddelen van gebinten, plaatsen en vasthechten van de spandraden). Hij kent goed de in het vak gebruikelijke termen, alsook al het gebruikte materiaal; hij werkt volgens richtlijnen. Dit is het eerste stadium in de opleiding tot het vak van monteurwerkman. Hij moet eventueel boven de grond werken en draagt een bepaalde verantwoordelijkheid.
D. Keur-geoefende Wordt aldus beschouwd : de werkman die een stage van voorscholing volbrengt (gewoonlijk aangeduid als hulpmonteur). Hij neemt actief deel aan de werkzaamheden van de monteurwerkman, onder toezicht van deze laatste of van een brigadier. Hij werkt op en boven de grond.
E. Geoefende werkend met lasbrander, vlamboog of luchthamer Wordt aldus beschouwd : de werkman die geschikt is om bestanddelen te verbinden door lassen of klinken. Hij ontvangt uitvoeringsbevelen en draagt de verantwoordelijkheid voor het gedane las- of klinkwerk, alsmede voor de door hem gebruikte toestellen welke hij noodzakelijk dient te kennen.
F. Geschoolde Wordt aldus beschouwd : de monteurwerkman die bekwaam is om alle werkzaamheden te verrichten : stellingen, takelen, vervoer en heffen van zware en hinderlijke stukken. Hij moet in staat zijn aan al de vereisten van het vak te voldoen.
G. Keur-geschoolde Wordt aldus beschouwd : de werkman die al de bekwaamheden van de gewone geschoolde bezit, doch bovendien een meer algemene kennis heeft, waardoor hij bij gelegenheid bepaalde werkzaamheden kan leiden; inzonderheid bij splitsing der ploegen of het vervangen van een brigadier. Hij moet noodzakelijk geschikt zijn om een plan te lezen.
Wanneer hij, al is het ook tijdelijk, met de verantwoordelijkheid gelijk aan deze van een brigadier wordt belast, dan moet hij zelfs indien hem de titel niet wordt gegeven, dezelfde voordelen verbonden aan deze categorie genieten gedurende de duur van zijn opdracht.
H. Keur-geschoolde werkend met lasbrander, vlamboog of luchthamer Wordt aldus beschouwd : de werkman die tegelijk monteur en lasser en/of monteur en klinker en/of monteur-pijpplooier-lasser is. Hij is bekwaam montages uit te voeren zoals de geschoolde. Hij draagt de verantwoordelijkheid voor het uitgevoerde las- en klinkwerk, alsook voor de toestellen die hij gebruikt en noodzakelijk moet kennen.
I. Brigadier Wordt aldus beschouwd : de werkman die de verantwoordelijkheid draagt voor het werk, het materiaal, de grondstof, de veiligheid van de werklieden en de installaties. Hij moet het plan kennen en bekwaam zijn alle montagewerken volgens de hem gegeven bevelen uit te voeren of te doen uitvoeren. Hij leidt verscheidene werklieden. Het feit als brigadier te worden aangesteld en de verantwoordelijkheid ervan te aanvaarden, laat veronderstellen dat hij de nodige praktische en technische kennis bezit.
J. Meestergast Wordt aldus beschouwd : de werkman die de werkgever vertegenwoordigt en zijn vertrouwensman is als verantwoordelijke voor al de werkzaamheden op de werf of werven. Hij geeft bevelen aan één of verscheidene ploegen en oefent toezicht uit over de betrekkingen van het personeel met de klanten. Hij staat rechtstreeks in verbinding met de directie van de onderneming en moet een grondige kennis bezitten van het plan en van het vak. Het feit als meestergast te worden aangesteld en de verantwoordelijkheid ervan te aanvaarden, laat veronderstellen dat hij de nodige praktische en technische kennis bezit. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen
Art. 4.Op iedere individuele loonfiche en loonafrekening overhandigd aan de werkman, moet vanaf 1 juni 1991, de juiste beroepencategorie waartoe de betrokkene hoort, vermeld worden. Iedere werkman behoort noodzakelijkerwijze tot één van de beroepscategorieën vermeld onder artikel 3.
Voor de vermelding volstaat het gebruik van het kencijfer behorende bij iedere beroepencategorie : categorie A of categorie B of categorie C of categorie D of categorie E of categorie F of categorie G of categorie H of categorie I of categorie J. Indien op het niveau van de onderneming een door de vakbondsafvaardiging goedgekeurde beroepenclassificatie bestaat die voorziet in minstens gelijkwaardige bepalingen, dan kan de classificatie van de onderneming vermeld worden.
Art. 5.In geval van problemen inzake de toepassing van de classificatie op ondernemingsvlak kan de meeste gerede partij beroep doen op de paritaire classificatiecommissie van de sector, die inzake dit probleem een advies uitbrengt.
Mits toestemming van de werkgever, kan deze classificatiecommissie zich ter plaatse vergewissen van het probleem. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 1991 betreffende de beroepenclassificatie van de werklieden van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren, die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van die welke tot de sector van de ondernemingen der metaalverwerking behoren.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1997 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine en elektrische bouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX