18 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2000 pub. 04/04/2000 numac 2000022272 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen sluiten ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 mei 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/05/1995 pub. 31/01/1998 numac 1997015045 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van het Verdrag inzake de bescherming van het marien milieu van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan, Bijlagen I, II, III en IV, en de Aanhangsels 1 en 2, gedaan te Parijs op 22 september 1992 sluiten houdende goedkeuring van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan, Bijlagen I, II, III en IV en de Aanhangsels 1 en 2, gedaan te Parijs op 22 september 1992;

Gelet op de wet van 20 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/1999 pub. 12/03/1999 numac 1999022033 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België sluiten ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, artikel 18;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2000 pub. 04/04/2000 numac 2000022272 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen sluiten ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen;

Overwegende dat tussen de partijen verenigd in het kader van het samenwerkingsakkoord van 12 juni 1990 tussen de Belgische Staat en het Vlaamse Gewest ter vrijwaring van de Noordzee van nadelige milieueffecten ingevolge baggerspecielossingen in de wateren die vallen onder de toepassing van het OSPAR-Verdrag, zoals gewijzigd door het Samenwerkingsakkoord van 6 september 2000, een consensus is bereikt dat ten aanzien van deze continue activiteiten de geldigheidsduur van een machtiging van vijf jaar meer gepast is dan voor twee jaar;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juni 2013;

Gelet op advies 53.593/3 van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 12 maart 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2000 pub. 04/04/2000 numac 2000022272 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen sluiten ter definiëring van de procedure voor machtiging van het storten in de Noordzee van bepaalde stoffen en materialen wordt vervangen als volgt : "

Art. 4.De machtiging is persoonlijk en onoverdraagbaar. Ze wordt verleend voor een duur van vijf jaar. De hernieuwing ervan is onderworpen aan het indienen van een nieuwe aanvraag."

Art. 2.Artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Deze activiteiten maken het voorwerp uit van een vijfjaarlijks synthese-rapport dat door het Bestuur aan de Minister wordt voorgelegd en dat vergezeld is van aanbevelingen ter ondersteuning van de ontwikkeling van een versterkt milieubeleid. Na verloop van twee en een half jaar in de machtigingsperiode wordt door het Bestuur een vooruitgangsverslag aan de Minister overgemaakt."

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.De Minister, bevoegd voor de Noordzee is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 oktober 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Noordzee, J. VANDE LANOTTE