gepubliceerd op 21 december 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de sectorale definitie van nachtarbeid
18 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de sectorale definitie van nachtarbeid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de sectorale definitie van nachtarbeid.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 november 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998 Sectorale definitie van nachtarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 48967/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen die erkend zijn en/of worden gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsmede op de inrichtingen en diensten van het Waals Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die dezelfde activiteiten uitoefenen en die noch erkend zijn, noch worden gesubsidieerd.
Onder "werknemers" verstaat men de mannelijke en vrouwelijke bedienden en de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Bij toepassing van de wet van 17 februari 1997 betreffende de nachtarbeid, en gezien het specifiek karakter van de sector, die het nodig maakt een eigen definitie te geven aan nachtarbeid, wordt overeengekomen wat volgt : De afwijking op het verbod op nachtarbeid is binnen de sector overeengekomen op grond van artikel 36 van de voormelde wet van 17 februari 1997, om toe te laten : - de veiligheid en het welzijn te verzekeren van de personen in de sector door onmiddellijk te beantwoorden aan hun essentiële noden door handelingen die geen uitstel dulden; - een continue aanwezigheid te verzekeren bij deze personen die overeenkomt met de passende omkadering; - de goedkeuringsnormen en- criteria na te leven.
Opdat het antwoord passend zou zijn, moet het personeel dat de nachtprestaties verzekert gelijkaardige kwalificaties voorleggen aan deze die geëist worden voor de dagprestaties van dezelfde aard, in overeenstemming met het pedagogisch plan van de dienst.
Art. 3.De eventuele afwijkingen op deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen ter goedkeuring voorgelegd worden aan het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Franse Gemeenschap.
Art. 4.De voorwaarden voor nachtarbeid zullen bepaald worden door een bijzondere collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, mits een opzegtermijn van drie maanden wordt inachtgenomen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1999.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX