gepubliceerd op 27 mei 2011
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
18 MEI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002022684 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg type wet prom. 22/08/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002011312 bron ministerie van economische zaken Wet houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen sluiten en artikel 98, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 30 december 2009;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 5 april 2011;
Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 7 april 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 april 2011;
Gelet op het advies nr. 49.635/2 van de Raad van State, gegeven op 5 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit voorziet in de toekenning van een inhaalpremie aan de invalide zelfstandigen in mei 2011 - net zoals dit geldt in de algemene regeling - en het daarom noodzakelijk is dat de verzekeringsinstellingen zo vlug mogelijk op de hoogte worden gebracht van deze maatregel om de noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen om de betaling van dit voordeel binnen de vereiste termijnen te waarborgen;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Zelfstandigen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 12bis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, opgeheven bij koninklijk besluit van 13 januari 2003, wordt hersteld als volgt : «
Art. 12bis.Een jaarlijkse inhaalpremie wordt verleend aan de invalide gerechtigden die, op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van de toekenning, gedurende minstens één jaar arbeidsongeschikt zijn erkend. Deze premie is een forfaitair bedrag van 157,7038 euro.
De inhaalpremie wordt betaald samen met de uitkeringen van de maand mei. Zij wordt de eerste keer betaald samen met de uitkeringen verschuldigd voor de maand mei 2011. »
Art. 2.In artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 januari 1990, 13 juli 2001, 13 januari 2003, en 21 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « De primaire ongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen » vervangen door de woorden « De primaire ongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen, de forfaitaire tegemoetkoming voor hulp van derden en de jaarlijkse inhaalpremie »;2° in het tweede lid worden de woorden « artikelen 9, 10 en 12 » vervangen door de woorden « artikelen 9, 10, 12 en 12bis ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2011.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Zelfstandigen zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 18 mei 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE