gepubliceerd op 24 september 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en loopbaanvermindering
18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en loopbaanvermindering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en loopbaanvermindering.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 mei 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2007 Tijdskrediet en loopbaanvermindering (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 2007 onder het nummer 86127/CO/105)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.
Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters.
Duur van de uitoefening van het recht
Art. 2.§ 1. In uitvoering van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereen-komsten nr. 77ter van 10 juli 2002 en nr. 77quater van 30 maart 2007, hierna kortweg collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis genoemd, wordt de duur van de uitoefening van het recht op tijdskrediet voor volledige schorsing en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking verlengd tot een maximumperiode van 3 jaar over de gehele loopbaan.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 juni 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, is het recht op onderbrekingsuitkeringen ten opzichte van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voor voltijds tijdskrediet beperkt tot maximum 12 maanden gedurende de volledige loopbaan, behoudens de in ditzelfde koninklijk besluit vernoemde uitzonderingen. § 2. Op ondernemingsvlak is ter zake geen verdere afwijking mogelijk.
Drempel
Art. 3.§ 1. In toepassing van artikel 15 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de drempel inzake het gelijktijdig uitoefenen van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering tot 4/5e of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vastgelegd op 5 pct., geteld in koppen, van de werklieden overeenkomstig de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. § 2. Onverminderd de bestaande bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomsten kan deze drempel op ondernemingsvlak evenwel bij collectieve arbeidsovereenkomst worden verhoogd tot maximum 4 pct., berekend in voltijdse equivalenten, van het aantal werklieden tewerkgesteld in de onderneming of de dienst zoals bedoeld in artikel 15, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de rechten gelijktijdig worden uitgeoefend.
Deze bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst dient minimaal de volgende 4 elementen te regelen : - de berekeningswijze van de drempel in voltijdse equivalenten; - de voorwaarden van de toegang tot dit uitgebreid recht; - de modaliteiten van aanvraag en rangordening ervan; - de categorieën van werklieden op dewelke de bedoelde regeling van toepassing is. § 3. Voor de berekening van de drempel overeenkomstig § 1 en § 2 van huidig artikel worden de werknemers van 55 jaar of ouder die een 1/5e loopbaanvermindering uitoefenen of hebben aangevraagd op grond van artikelen 6 of 9 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis of ingevolge artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen voor zover dit stelsel doorloopt na 1 januari 2002, niet in aanmerking genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, § 1, § 3 en § 5 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. § 4. Op ondernemingsvlak is ter zake geen verdere afwijking mogelijk.
Herstructurering
Art. 4.§ 1. Voor ondernemingen in herstructurering kan, met het oog op het vermijden of beperken van ontslagen, uitzonderlijk en na goedkeuring door het paritair comité, per ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst, afgeweken worden van de drempel zoals bepaald in artikel 3, met uitzondering van de bepalingen van § 3 van bedoeld artikel 3 dat ook ingeval van herstructurering van kracht blijft. § 2. Onder "ondernemingen in herstructurering" wordt verstaan : de ondernemingen in herstructurering zoals bepaald overeenkomstig de bepalingen van de reglementering betreffende het brugpensioen.
Organisatieregels 1/5e loopbaanvermindering
Art. 5.§ 1. Overeenkomstig de artikelen 6, § 1 en 9, § 1 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt het recht op 1/5e loopbaanvermindering uitgeoefend ten belope van één dag per week of twee halve dagen per week. § 2. In toepassing van artikel 6, § 3 en artikel 9, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis kan voor het organiseren van het recht op 1/5e loopbaanvermindering een andere gelijkwaardige regeling over een periode van maximum 12 maanden worden vastgesteld dan die ten belope van één dag per week of twee halve dagen per week - bij collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak en vervolgens geïntegreerd in het arbeidsreglement - of ingeval er geen vakbondsafvaardiging in de onderneming aanwezig is, bij arbeidsreglement en mits daarover een wederzijds schriftelijk akkoord wordt gesloten tussen de werknemer en de werkgever.
Organisatieregels 1/5e loopbaanvermindering voor werklieden tewerkgesteld in ploegen of cycli
Art. 6.§ 1. Overeenkomstig artikel 6, § 2 en § 3 en artikel 9, § 2 en § 3 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gelden voor de werklieden tewerkgesteld in ploegen of cycli dezelfde regels als vervat in artikel 5, § 1 en § 2 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Wordt voor werklieden tewerkgesteld in ploegen of cycli een andere gelijkwaardige regeling overeengekomen overeenkomstig artikel 5, § 2 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst, dan moet de bestaande arbeidsorganisatie verder toegepast kunnen worden. Dit impliceert dat de toepassing van de arbeidscycli en van de ploegenstelsels gegarandeerd moet blijven. § 3. Voor werklieden tewerkgesteld in ploegen doet de mogelijkheid in een andere gelijkwaardige regeling te voorzien overeenkomstig artikel 5, § 2 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst geen afbreuk aan de akkoorden die hierover reeds zijn gesloten voor 1 juni 2007.
Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2007 en treedt buiten werking op 31 december 2008. § 2. Zij vervangt de bepalingen van artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2007-2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET