Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 mei 2008
gepubliceerd op 03 juli 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een vergoeding aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012665
pub.
03/07/2008
prom.
18/05/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een vergoeding aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een vergoeding aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 mei 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007 Toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een vergoeding aan bepaalde bouwvakarbeiders die hun arbeidsprestaties verder zetten na de leeftijd van 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer 85041/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen en die tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst de leeftijd van 58 jaar bereiken.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "fonds voor bestaanszekerheid" : het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf". HOOFDSTUK II. - Toekenning van een vergoeding

Art. 2.Het fonds voor bestaanszekerheid kent aan de arbeiders die na de leeftijd van 58 jaar op vrijwillige basis hun arbeidsprestaties verder zetten bij één of meerdere ondernemingen bedoeld in artikel 1, een eenmalige aanvullende vergoeding toe boven op de sociale zekerheidsuitkering die de betrokken arbeiders genieten na stopzetting van hun arbeidsprestaties.

Art. 3.Om recht te hebben op deze vergoeding, dienen de arbeiders bedoeld in artikel 2, de voorwaarden te vervullen die opgesomd zijn in artikel 3, 4°, 5° en 6°, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde arbeiders van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 4.De vergoeding wordt door het fonds voor bestaanszekerheid toegekend op het ogenblik dat de arbeider zijn beroepsactiviteit volledig stopzet en ten vroegste op de leeftijd van 60 jaar. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de vergoeding

Art. 5.Het bedrag van de vergoeding is bepaald op 2 000 EUR per jaar dat de arbeider na de leeftijd van 58 jaar en tot de leeftijd van 65 jaar blijft verder werken.

Het bedrag bepaald in het 1ste lid wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die vóór de leeftijd van 65 jaar toch door de werkgever werden ontslagen, behoudens bij ontslag omwille van dringende reden.

Het bedrag bepaald in het 1ste lid wordt eveneens pro rata temporis toegekend aan de arbeiders die tussen de leeftijd van 60 en 65 jaar hun beroepsactiviteit volledig stopzetten.

Art. 6.Het totaal van de vergoedingen bestaanszekerheid die de arbeider eventueel ontving voor de periodes van arbeidsongeschiktheid die zich situeren tussen de leeftijd van 58 en 65 jaar wordt afgetrokken van het onder artikel 5 vermelde bedrag. HOOFDSTUK IV. - Procedure

Art. 7.De aanvraag om toekenning van de door deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde vergoeding wordt bij het fonds voor bestaanszekerheid ingediend bij middel van een speciaal formulier, hetzij door toedoen van een werknemersorganisatie die deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door de betrokkene.

Art. 8.De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid bepaalt de praktische modaliteiten die moeten worden gevolgd bij het indienen en het behandelen van de aanvragen.

De bijzondere gevallen die niet op grond van de bepalingen van deze overeenkomst kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 9.De aanduiding van de organismen die belast zijn met de uitbetaling van de sociale voordelen aan de gerechtigden en met de controle met betrekking tot de toekenning van deze voordelen, gebeurt overeenkomstig de artikelen 8 en 23 van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2007. Ze houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^