gepubliceerd op 16 april 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen
18 MAART 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wetten van 15 april 1965 en 27 mei 1997, en op artikel 14, gewijzigd bij de wet van 13 juli 1981 en bij het koninklijk besluit van 9 januari 1992;
Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981, 27 mei 1997 en 17 november 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 oktober 1997, 22 décember 1997, 6 november 1999 en 16 mei 2001;
Gelet op de Beschikking 2000/418/EG van de Commissie van 29 juni 2000 houdende vaststelling van voorschriften inzake het gebruik van materiaal dat risico's inhoudt ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en tot wijziging van Beschikking 94/474/EG, gewijzigd bij Beschikkingen 2001/2/EG van 27 december 2000 en 2001/233/EG van 14 maart 2001;
Gelet op de Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encephalopathieën, gewijzigd bij Verordeningen (EG) Nr. 1248/2001 van 22 juni 2001 en Nr. 1326/2001 van 29 juni 2001;
Gelet op het advies van de Raad voor veterinaire keuring, gegeven op 24 oktober 2001;
Gelet op het advies van het wetenschappelijk comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 9 november 2001;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de reglementering inzake overdraagbare spongiforme encefalopathie en onverwijld in overeenstemming moet worden gebracht met de bepalingen van de Beschikking 2000/418/EG, gewijzigd bij Beschikking 2001/233/EG en de Verordening (EG) Nr. 999/2001, gewijzigd bij Verordeningen (EG) Nr. 1248/2001 en Nr. 1326/2001, die reeds in werking zijn getreden;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, wordt punt 4bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2001, vervangen door de volgende bepaling : « 4bis. Gespecificeerd risicomateriaal : Onverminderd de Europese regelgeving betreffende het gespecificeerd risicomateriaal : a) de schedel, inclusief de hersenen en de ogen, de amandelen, de wervelkolom, exclusief de staartwervels en de dwarsuitsteeksels van de lendenwervels maar inclusief de achterwortelganglia en het ruggenmerg van runderen van meer dan twaalf maanden, alsmede de ingewanden van de twaalfvingerige darm tot en met het rectum van runderen ongeacht de leeftijd;b) de schedel, inclusief de hersenen en de ogen, de amandelen en het ruggenmerg van schapen en geiten van meer dan twaalf maanden of waarbij een van de blijvende snijtanden door het tandvlees is gebroken, alsmede de milt van schapen en geiten ongeacht de leeftijd. »
Art. 2.Artikel 17bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 mei 2001, wordt aangevuld met de volgende leden : « Tenzij ze rechtstreeks en in hun geheel naar het destructiebedrijf worden verzonden of tenzij toepassing wordt gemaakt van § 2, mogen karkassen, halve karkassen, kwartieren of deelstukken van slachtdieren die gespecificeerd risicomateriaal bevatten, uitsluitend worden verzonden naar erkende inrichtingen of naar de vleeswinkels met een daarbijhorende bereidingsplaats zoals bepaald bij koninklijk besluit van 12 december 1955 betreffende de vleeswinkels en de daarbijbehorende bereidingswerkplaatsen.
In de bovenstaande gevallen verwerven de schedels, met inbegrip van de hersenen en de ogen, en de wervelkolom of delen ervan, het schadelijk verklaard karakter van zodra ze ontdaan zijn van het vlees dat eraan vastzat. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001.
Voor wat evenwel de wervelkolom met uitzondering van de staartwervels maar inclusief de achterwortelganglia betreft, heeft dit besluit uitwerking met ingang van 31 maart 2001.
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 maart 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET