18 JULI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1996 tot vaststelling van nadere regelen, bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot bedden in diensten van algemene ziekenhuizen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 32;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1996 tot vaststelling van nadere regelen, bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot bedden in diensten van algemene ziekenhuizen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 mei 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, stelt dat Sp-diensten zich moeten bevinden op de vestigingsplaats van een acuut ziekenhuis, behoudens wanneer ze tot stand gekomen zijn door de omschakeling van een V- of van een S-dienst, en behoudens wanneer het een Sp-dienst (palliatieve zorg) betreft tot stand gekomen door de omschakeling van C-, D- of H-bedden;

Overwegende dat het moratoriumbesluit van 18 januari 1996 het evenwel onmogelijk maakt dat er een Sp-dienst kan opgericht worden door een transfert van bedden buiten het ziekenhuis, vermits het aantal bestaande, erkende en ingebruikgenomen bedden in diensten van algemene ziekenhuizen, per soort van dienst en per ziekenhuis, niet mag worden verhoogd;

Overwegende dat het blokkeringsbesluit dient aangepast te worden teneinde de mogelijkheid te scheppen om een Sp-dienst (palliatieve zorg) op te richten door transfert van bedden buiten het ziekenhuis, mits er een gelijk aantal C-, D-, of H-bedden afgebouwd wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 januari 1996 tot vaststelling van nadere regelen, bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot bedden in diensten van algemene ziekenhuizen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 mei 1997 wordt aangevuld met het volgend lid : « In afwijking op het eerste lid mogen Sp-bedden voor patiënten met een ongeneeslijke ziekte die zich in een terminale fase bevinden en palliatieve zorg behoeven (Sp-palliatief) door transfert van bedden worden opgericht, mits de oprichting gepaard gaat met een gelijkwaardige vermindering van C-, D-, of H-bedden en mits het aantal programmatorisch toegewezen Sp-bedden (palliatief) op landelijk niveau nog niet bereikt werd ».

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA