Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 augustus 2010
gepubliceerd op 02 september 2010

Koninklijk besluit tot aanstelling van de beroepsorganisaties als bedoeld in artikel 16, § 3, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2010003447
pub.
02/09/2010
prom.
18/08/2010
ELI
eli/besluit/2010/08/18/2010003447/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de beroepsorganisaties als bedoeld in artikel 16, § 3, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Bij wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen (Belgisch Staatsblad van 26 januari 2010, pp. 3135 en vlg.) werd de financiële ondernemingen als bedoeld in artikel 2, § 1, 4° tot 15° van de laatstgenoemde wet, inzonderheid in haar artikel 16, § 3, toestemming verleend voor een onrechtstreekse toegang, via hun beroepsorganisaties die door de Koning worden aangesteld, tot de gegevens van het Rijksregister teneinde de identiteit van de cliënten en hun lasthebbers te kunnen verifiëren als het natuurlijke personen betreft die niet fysiek aanwezig zijn tijdens hun identificatie, alsook om de identiteit te verifiëren van de uiteindelijke begunstigden van hun cliënten, en tevens om de identificatiegegevens van de cliënten, hun lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden te actualiseren.

In de memorie van toelichting van de wet van 18 januari 2010 wordt erop gewezen dat dit systeem van onrechtstreekse toegang tot het Rijksregister is ingegeven door de analoge bepalingen van de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2008, pp. 41186 en vlg.) die ertoe strekken het opzoeken van houders van "slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten" te vergemakkelijken, en die Febelfin en Assuralia aanstellen om op te treden als tussenpersoon tussen de betrokken financiële ondernemingen en het Rijksregister. Teneinde deze taak te kunnen vervullen, werd deze beide beroepsorganisaties toegang tot het Rijksregister verleend.

Voor het uitwerken van deze regeling die werd ingevoerd in de wet van 11 januari 1993, werd bovendien rekening gehouden met advies nr. 16/2008 van 9 april 2008 dat op verzoek van de minister van Financiën werd uitgebracht door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. In dit advies werd met name aangeraden om de financiële ondernemingen slechts op onrechtstreekse wijze toegang te verlenen tot het Rijksregister, m.a.w. via de tussenkomst van, bijvoorbeeld, hun beroepsorganisaties.

Voorts schrijft het nieuwe artikel 37, § 5 van de wet van 11 januari 1993 voor dat de beroepsorganisaties als bedoeld in artikel 16, § 3 worden aangesteld door de Koning, op advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Uitgaande van het voormelde nieuwe artikel 16, § 3 van de wet van 11 januari 1993, heeft de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar Reglement betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 16 maart 2010 (Belgisch Staatsblad van 24 maart 2010, pp. 18568 en vlg.), gebruikt gemaakt van dit nieuwe juridische instrument voor het verifiëren van de identiteit van personen teneinde een strengere omkadering vast te stellen die de financiële ondernemingen moeten opzetten voor de zakenrelaties en de verrichtingen die zij op afstand aangaan met hun cliënten. Met toepassing van artikel 29, vijfde streepje van dit reglement, is het de kredietinstellingen die voor het openen van een rekening de identiteit van een cliënt louter verifiëren aan de hand van een kopie van zijn identiteitskaart, zonder verder na te gaan of deze gegevens juist zijn via een onrechtstreekse raadpleging van het Rijksregister, verboden om deze cliënt toegang te verlenen tot automaten waar contant geld kan worden afgehaald van de rekening. De CBFA licht deze strengere regeling eveneens nader toe in punt 5.2.2.1. van haar circulaire CBFA_2010_09 die zij op 6 april 2010 aan de financiële ondernemingen die onder haar bevoegdheid vallen, heeft bezorgd.

Toch dient zeker vermeden te worden dat de invoering van deze striktere regeling een, zelfs tijdelijke, buitenmaatse belemmering zou vormen voor de zakenrelaties die een in België gevestigde kredietinstelling op afstand zou zijn aangegaan, en bovendien dat deze omkadering ten aanzien van het Gemeenschapsrecht zou worden beschouwd als een onverantwoorde hinderpaal voor de vrijheid van de kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van andere landen van de Europese Economische Ruimte om in België werkzaam te zijn via de vestiging van bijkantoren.

Dit indachtig blijkt het hoogdringend om de aanstelling te verrichten, door de Koning, van de beroepsorganisaties via welke de financiële ondernemingen de identiteit zullen kunnen verifiëren van de cliënten en hun lasthebbers waarmee zij een relatie op afstand aangaan, alsook van de uiteindelijke begunstigden van hun cliënten en via welke zij de identificatiegegevens van deze personen zullen kunnen actualiseren.

Met het voorliggend koninklijk besluit wordt dan ook ingespeeld op deze urgentie door de aanstelling van Febelfin en Assuralia in de hoedanigheid van beroepsorganisatie die optreedt als tussenpersoon tussen de financiële ondernemingen en het Rijksregister teneinde daadwerkelijk uitvoering te verlenen aan artikel 16, § 3 van de wet van 11 januari 1993. Tevens wordt voorgesteld om dit koninklijk besluit in werking te laten treden op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt zodat dit technisch aspect van de onrechtstreekse toegang van de financiële ondernemingen tot het Rijksregister zo spoedig mogelijk wordt geregeld.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

18 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de beroepsorganisaties als bedoeld in artikel 16, § 3, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, inzonderheid de artikelen 16, § 3, en 37, § 5, als gewijzigd op wet van 18 januari 2010;

Gelet op het gunstige advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 16 juni 2010;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aangesteld worden, in hun hoedanigheid van beroepsorganisatie, voor de toepassing van artikel 16, § 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme : - de Belgische Federatie van het Financiewezen, afgekort Febelfin; - Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 augustus 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^