Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2020
gepubliceerd op 22 oktober 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020203588
pub.
22/10/2020
prom.
17/09/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019 Vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement (Overeenkomst geregistreerd op 6 februari 2020 onder het nummer 156937/CO/220) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst ("C.A.O.") wijzigt de C.A.O. van 16 april 2012 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel (koninklijk besluit van 3 april 2013 - Belgisch Staatsblad van 7 juni 2013 - registratienummer 109446). § 2. Deze C.A.O. is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die ressorteren onder het Paritair Comité 220 voor de bedienden uit de voedingsnijverheid en die, in uitvoering van de C.A.O. van 16 april 2012 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel (koninklijk besluit van 3 april 2013 - Belgisch Staatsblad van 7 juni 2013 - registratienummer 109446), niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel. § 3. Met "bedienden" worden alle bedienden bedoeld zonder onderscheid naar gender. HOOFDSTUK II. - Pensioenreglement

Art. 2.Het pensioenreglement in bijlage bij de C.A.O. van 16 april 2012 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt vervangen door het pensioenreglement opgenomen in bijlage 1 van onderhavige C.A.O.. HOOFDSTUK III. - Solidariteitsreglement

Art. 3.Het solidariteitsreglement in bijlage bij de C.A.O. van 16 april 2012 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel wordt vervangen door het solidariteitsreglement opgenomen in bijlage 2 van onderhavige C.A.O.. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 4.§ 1. Deze C.A.O. treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3° van de WAP is nageleefd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement Pensioenreglement 1. Voorwerp De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene uitgekeerd wordt, of aan zijn rechthebbende(n) in geval de aangeslotene overlijdt vóór de voorziene einddatum. Het kapitaal kan op vraag van de aangeslotene of de rechthebbende(n) omgezet worden in een lijfrente.

Dit pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de inrichter, de pensioeninstelling, de werkgevers, de aangeslotenen en hun rechthebbende(n), en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden.

Het pensioenreglement dient in samenhang met het solidariteitsreglement en het financieringsreglement te worden gelezen. 2. Werking in de tijd Het onderhavig pensioenreglement neemt aanvang op 1 januari 2013.3. Aansluiting De aansluiting is verplicht voor alle bedienden die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever waarop het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor bedienden uit de voedingsnijverheid van toepassing is. De gepensioneerde bediende tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever waarop het pensioenreglement van toepassing is, is niet aangesloten bij de pensioentoezegging, tenzij de bediende als gepensioneerde op 31 december 2015 krachtens de bepalingen van het pensioenreglement al aangesloten was bij onderhavige pensioentoezegging.

Vóór 1 januari 2019 heeft de aansluiting plaats op de datum waarop de bediende aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet, en ten vroegste op 1 januari 2013.

Vanaf 1 januari 2019 zijn alle bedienden die onder het sociaal sectoraal pensioenstelsel vallen onmiddellijk aangesloten bij de pensioentoezegging. 4. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves Tot en met 31 december 2018 zijn de reserves op de individuele rekeningen verworven door de aangeslotene indien gedurende minstens 132, niet noodzakelijk opeenvolgende, RSZ-dagen bijdragen betaald werden aan het sectoraal pensioenstelsel, over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen. Is deze minimale aansluitingstermijn niet voldaan op het einde van die periode, dan wordt in voorkomend geval het aantal RSZ-dagen waarvoor bijdragen betaald werden aan het sectoraal pensioenstelsel voor bedienden in de voedingsnijverheid in betreffende periode meegeteld teneinde na te gaan of de minimale aansluitingstermijn is voldaan.

Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van de 132 RSZ-dagen bijdragebetaling aan het sectoraal pensioenstelsel voor bedienden over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen.

Dit heeft tot gevolg dat : - reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019 onmiddellijk verworven zijn; - reserves opgebouwd vóór 1 januari 2019 verworven zijn door de aangeslotene indien vóór 1 januari 2019 gedurende minstens 132 RSZ-dagen over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen bijdragen werden betaald aan het sectoraal pensioenstelsel. Voor aangeslotenen in dienst van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement in de loop van het vierde kwartaal 2018 wordt deze voorwaarde tevens als vervuld beschouwd en de reserves als verworven indien zij in de loop van het eerste kwartaal van 2019 nog steeds in dienst zijn van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement.

Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Afkoop der verworven rechten vóór de einddatum, vervroeging, voorschotten op de contracten en inpandgevingen zijn niet toegelaten, behoudens anders vermeld in dit reglement.

Indien de aangeslotene of zijn rechthebbende(n) geen recht heeft (hebben) op de reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, worden deze bedragen in het financieringsfonds gestort. 5. De pensioeninstelling en haar aanduiding Het beheer van de pensioentoezegging wordt toevertrouwd aan een pensioeninstelling.De aanduiding van de pensioeninstelling gebeurt bij collectieve arbeidsovereenkomst. 6. De pensioentoelage en haar aanwending 6.1. Het bedrag van de pensioentoelage De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden vóór de einddatum, worden gefinancierd door trimestriële pensioentoelagen die door de werkgever ten gunste van de aangeslotene gestort worden aan de pensioeninstelling.

De RSZ wordt belast met de inning van deze pensioentoelagen.

De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel worden vastgelegd in een financieringsreglement. Dit financieringsreglement wordt als bijlage van een collectieve arbeidsovereenkomst ingevoerd. 6.2. De aanwending van de pensioentoelage De pensioentoelage wordt, na afhouding van alle toepasselijke kosten en fiscale en parafiscale lasten, voor iedere aangeslotene op een individuele pensioenrekening gestort voor een verzekering van een "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden" (UKMTR).

De oprenting gebeurt : - vanaf de 1ste dag van het 2de trimester volgend op het einde van het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben; - tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen gebeurt. 6.3. Het rendement De pensioenrekening ontvangt een door de pensioeninstelling gewaarborgd rendement.

Bij uittreding, pensionering of wanneer prestaties verschuldigd zijn overeenkomstig artikel 27, § 1, 6de lid of de artikelen 63/2 en 63/3 van de WAP of bij opheffing van de pensioentoezegging worden indien nodig de reserves aangevuld om het rendement dat vereist is in uitvoering van artikel 24 van de WAP te bereiken.

De financiering van dit bedrag is ten laste van het financieringsfonds of de inrichter indien de middelen van het financieringsfonds ontoereikend zouden zijn. 6.4. Winstdeelname De pensioeninstelling kan overgaan tot het toekennen van een winstdeelname. Deze winstdeelname zal op de individuele pensioenrekening gestort worden voor wat betreft de reserve die op de individuele rekening aanwezig is, en in het financieringsfonds voor wat betreft de daar aanwezige sommen. 6.5. Tarieven De toegepaste tarieven zijn de door de pensioeninstelling bij de toezichthoudende overheid neergelegde tarieven.

Bij wijziging van de tarieven zal elke nieuwe premie en elke omzetting in renten berekend worden met behulp van het nieuwe tarief. 6.6. Uitbetaling De pensioeninstelling zal de voorziene bedragen, na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens, zo snel mogelijk uitbetalen. 7. Uitkering 7.1. Uitkering op de einddatum Behoudens toepassing van punt 7.2. of 7.3. van dit reglement, wordt de einddatum waarop het bedrag, dat op de individuele pensioenrekening werd opgebouwd, opeisbaar is en kan omgezet worden in een rente, vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op de pensioenleeftijd. De pensioenleeftijd is 65 jaar.

Indien de pensionering later is dan de datum waarop de aangeslotene de pensioenleeftijd bereikt, mag het verzekerd bedrag bij leven op verzoek van de aangeslotene betaald worden. 7.2. Uitkering na de einddatum Voor de actieve aangeslotene die na de einddatum in dienst blijft van een werkgever waarop het sociaal sectoraal pensioenstelsel van toepassing is, blijft de pensioentoelage verschuldigd en dit zo lang hij in dienst blijft en niet met pensioen gaat.

Er wordt een nieuwe einddatum vastgesteld door de eerdere einddatum telkens met één jaar te verlengen.

De aangeslotene zal dan de uitkering van de op zijn individuele pensioenrekening opgebouwde pensioenrechten bekomen bij de vroegste van de volgende gebeurtenissen : - Wanneer de aangeslotene zijn pensioen opneemt; - Wanneer de aangeslotene de uitkering van zijn pensioenrechten vraagt; - Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene met de werkgever beëindigd wordt.

De bediende die als gepensioneerde krachtens de bepalingen van onderhavig pensioenreglement actieve aangeslotene was op 31 december 2015, blijft actieve aangeslotene bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel zo lang hij in dienst blijft.

Voor de aangeslotene die uitgetreden is vóór de einddatum en zijn verworven reserve bij de pensioeninstelling gelaten heeft (de slaper), gebeurt de uitkering, behoudens toepassing van punt 7.3. hierna, op de einddatum, onafhankelijk van het feit of hij al dan niet is blijven werken na die datum. 7.3. Uitkering vóór de einddatum (vervroeging) Wanneer de aangeslotene (actieve of slaper) met pensioen gaat vóór de einddatum, worden de op de individuele rekening opgebouwde pensioenrechten, uitgekeerd.

De aangeslotene die niet meer in dienst is bij een werkgever waarop het sociaal sectoraal pensioenstelsel van toepassing is (slaper), kan op zijn verzoek de uitkering van de pensioenrechten vóór de einddatum bekomen wanneer hij voldoet aan de voorwaarden van de overgangsmaatregelen opgenomen in artikel 63/2 van de WAP. De actieve aangeslotene beschikt niet over deze mogelijkheid.

De uitkering van de op de individuele rekening opgebouwde pensioenrechten is in geen geval mogelijk vóór de leeftijd van 60 jaar.

De vervroegde uitkering brengt het verval van het recht op een uitkering bij overlijden vóór de einddatum mee. 8. Uitkering in geval van overlijden vóór de einddatum Wanneer een aangeslotene overlijdt, heeft (hebben) de rechthebbende(n) recht op de op het ogenblik van het overlijden opgebouwde waarde op de individuele pensioenrekening. 9. De aangeslotene verlaat de sector vóór de einddatum 9.1. Uittreding Wordt als uittreding beschouwd : 1. Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit pensioenreglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering.Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig pensioenreglement valt; 2. Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering;3. Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd. 9.2. Keuzemogelijkheden Wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene beëindigd wordt om een andere reden dan het overlijden of pensionering, en de aangeslotene niet binnen de twee trimesters het werk hervat bij een werkgever waarop dit pensioenreglement van toepassing is, heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden : a. Hetzij de verworven reserve zonder wijziging van de pensioenbelofte laten bij de pensioeninstelling en op de einddatum of bij overlijden een kapitaal ontvangen;b. Hetzij de verworven reserve overdragen naar de pensioeninstelling van : - ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever; - ofwel de nieuwe rechtspersoon, bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, a) van de WAP, waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon; c. Hetzij de verworven reserve overdragen naar een andere pensioeninstelling die de totaliteit van haar winsten proportioneel met de reserves verdeelt onder de aangeslotenen, en die de kosten beperkt als gevolg van de regels bepaald door het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan werknemers en aan bedrijfsleiders. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de hierboven vermelde keuzemogelijkheden door de pensioeninstelling, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioenbelofte (punt a. hiervoor).

Na het verstrijken van de termijn van 30 dagen kan de aangeslotene te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling.

In afwijking van het voorgaande blijft het bedrag van de verworven reserves op de datum van uittreding bij de pensioeninstelling, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 32, § 1, laatste lid van de WAP. 10. De manier van uitkeren De aangeslotene of de rechthebbende(n) worden verondersteld te kiezen voor de uitkering van de verzekerde voordelen in de vorm van een kapitaal. De aangeslotene of de rechthebbende(n) kan (kunnen) vragen om het kapitaal dat aan hem (hen) toekomt, om te vormen in een lijfrente. De hoogte van de lijfrente wordt bepaald op basis van de op het moment van de omzetting door de pensioeninstelling gehanteerde tarieven. Een keuze voor een vereffening als lijfrente moet uiterlijk één maand vóór de datum waarop de uitkering aanvangt schriftelijk door de aangeslotene of de rechthebbende(n) aan de pensioeninstelling meegedeeld worden.

Het kan volgens de keuze van de aangeslotene of de rechthebbende(n) gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt, of om een lijfrente die in geval van overlijden van de aangeslotene of de rechthebbende(n) voor maximaal 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of op de partner waarmee hij wettelijk samenwoont. De aangeslotene of de rechthebbende(n) kan (kunnen) kiezen voor een jaarlijkse vaste indexatie van de lijfrente met ten hoogste 2 pct..

De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de aangeslotene of de rechthebbende(n).

Wanneer de lijfrente lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de aangeslotene of de rechthebbende geen optie tot omzetting in lijfrente.

Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 500 en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester.

De in voorgaande paragrafen vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden. 11. Begunstigde 11.1. De begunstigde van de uitkering op de einddatum Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum, wordt het kapitaal uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.

Indien de voordelen bij leven na het bereiken van de einddatum door de aangeslotene niet worden opgevraagd binnen een periode van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de aangeslotene kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan, worden, behoudens overmacht in hoofde van de aangeslotene, deze voordelen in het financieringsfonds gestort. 11.2. De begunstigde van de uitkering bij overlijden Indien de aangeslotene overlijdt vóór de einddatum, wordt de voorziene uitkering bij overlijden uitgekeerd aan de rechthebbende(n) op basis van de volgende voorrangsorde : - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene, voor zover die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende woonplaats hebben; - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, uitgezonderd indien deze een bloedverwant van de aangeslotene is of indien de wettelijke samenwoning officieel beëindigd werd of indien zulke procedure lopende is; - Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene, waarvan de afstamming vaststaat of zijn adoptieve kinderen, of, bij plaatsvervulling, hun nakomelingen, voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats ze treden; - Bij ontstentenis, de ouders van de aangeslotene, elk voor de helft.

Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis, het financieringsfonds.

Indien er meerdere rechthebbenden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld.

In geval de aangeslotene en de rechthebbende overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt het kapitaal overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de rechthebbende(n).

Indien het overlijden van de aangeslotene het gevolg is van een opzettelijke daad te wijten aan of aangezet door één van de begunstigde(n), wordt deze automatisch als begunstigde geschrapt.

Indien de voordelen bij overlijden niet worden opgevraagd door de rechthebbende(n) binnen de 5 jaar volgend op de dag waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het bestaan van het aanvullend pensioen, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het overlijden van de aangeslotene, worden deze voordelen, behoudens overmacht in hoofde van de rechthebbende(n), in het financieringsfonds gestort. 11.3. Aanduiding van de begunstigde Met respect voor de wettelijke bepalingen en zonder dat de inrichter of de pensioeninstelling aansprakelijk kan worden gesteld voor een eventuele betwisting, kan de aangeslotene altijd afwijken van deze rangorde of zelf een begunstigde aanduiden. De aangeslotene dient deze afwijking schriftelijk per aangetekende brief aan de inrichter mee te delen, waarbij de laatst bij de inrichter aangekomen betekende brief doorslaggevend zal zijn. Bij gebrek aan verdeling van de prestaties, zullen deze in gelijke delen verdeeld worden.

De schriftelijke aanvaarding van de begunstiging door de betrokken persoon maakt de begunstiging onherroepbaar zonder diens akkoord.

Indien er geen schriftelijke aanvaarding van de begunstiging is, kan de aanduiding van de begunstigde vrij herroepen worden. Elke herroeping moet volgens dezelfde procedure gebeuren als hierboven. 12. Verplichtingen van de inrichter De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel.Hij zal de bij de werkgever geïnde pensioentoelagen zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling overmaken. Bovendien zal hij alle voor het beheer van het pensioenstelsel benodigde gegevens overmaken.

De inrichter maakt hiervoor gebruik van de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de sociale zekerheid door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de inrichter, alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen. 13. Verplichtingen van de aangeslotene en de rechthebbende De aangeslotene of de rechthebbende zal alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Zolang de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, zullen de inrichter en de pensioeninstelling hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het aanvullend pensioen dat in dit reglement wordt beschreven, niet kunnen uitvoeren. Er kan in dat geval geen sprake zijn van enige vorm van vergoeding of verwijlinterest voor een gebeurlijke late uitbetaling van rechten.

Indien de aangeslotene of de rechthebbende(n) zich niet spontaan en binnen een redelijke termijn aanmelden zullen de inrichter en de pensioeninstelling zich van al hun wettelijke verplichtingen tot opzoeking van de aangeslotene en de rechthebbende(n) kwijten. De pensioeninstelling noch de inrichter kunnen aansprakelijk gesteld worden indien deze opzoekingen zonder resultaat blijven.

De aangeslotene en de rechthebbende blijven verantwoordelijk voor de inlichtingen die ze overmaken. De inrichter en de pensioeninstelling kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van laattijdige of foutieve informatie. 14. Gevolgen van het niet-betalen van de pensioentoelagen De RSZ zal de verschuldigde pensioentoelagen via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken. De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen. 15. Fiscale bepalingen 15.1. Algemeen De informatie opgenomen in dit artikel wordt verstrekt strikt ten indicatieve titel en onder voorbehoud van eventuele wijzigingen of interpretatie in de fiscale wetgeving of regelgeving. 15.2. Toepasselijke fiscale wetgeving Wanneer de aangeslotene en de rechthebbende hun woon- en/of werkplaats in België hebben, en de werkgever in België is gevestigd, is de Belgische fiscale wetgeving van toepassing op zowel de pensioentoelagen als op de uitkeringen.

Is dit niet het geval, dan zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen verschuldigd zijn op basis van een buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die in dat verband gelden. 15.3. Belastingstatuut van de pensioentoelage Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van dit pensioenreglement, vormen de werkgeverstoelagen in principe aftrekbare beroepskosten in de vennootschapsbelasting en geven geen aanleiding tot bijkomende heffing in de rechtspersonenbelasting, noch tot een dadelijk belastbaar voordeel voor de aangeslotene.

Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen, mag het bedrag, uitgedrukt in jaarlijkse : - van de voorziene uitkeringen naar aanleiding van pensionering in uitvoering van dit pensioenreglement, en; - van het wettelijk pensioen; en - van andere aanvullende pensioenuitkeringen waarop de aangeslotene recht heeft, evenwel 80 pct. van het laatste normale bruto jaarloon niet overschrijden, rekening houdend met de normale duur van een beroepswerkzaamheid en met een overdraagbaarheid van de rente ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) van 80 pct., en met een indexatie van de rente.

De normale duur van beroepsactiviteit is vastgelegd op 40 jaar. Het laatste normale bruto jaarloon is het bruto jaarloon dat gezien de vorige lonen van de aangeslotene, als normaal kan worden beschouwd en dat hem wordt betaald of toegekend tijdens het laatste jaar dat aan zijn pensionering voorafgaat tijdens hetwelk hij een normale beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.

Indien een werkgever voor een aangeslotene nog andere aanvullende pensioenvoordelen zou voorzien dan diegene die voortkomen uit dit pensioenreglement, zal een gebeurlijke overschrijding van de fiscaal toegelaten grens aangerekend worden op de financiering van die andere pensioenvoordelen. 15.4. Taxatie van de verzekerde prestaties De taxatie van de verzekerde prestaties is ten laste van de begunstigde. De betaling van de winstdeling is vrijgesteld van belasting voor de natuurlijke personen in zoverre ze tegelijkertijd wordt uitgekeerd met de kapitalen of renten die voortvloeien uit dit reglement. De uitgekeerde prestaties zullen belast worden volgens de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op het tijdstip van uitbetaling.

Elke huidige of toekomstige belasting of taks, toepasbaar op dit reglement of verschuldigd ter gelegenheid van de uitvoering ervan, is verschuldigd volgens de bepalingen van de wetgeving die ze invoert.

Bij overlijden van de aangeslotene zijn de door de begunstigden ontvangen bedragen het voorwerp van een aangifte bij de Administratie van de BTW, Registratie en Domeinen, zodat er desgevallend successierechten op geheven kunnen worden. 16. Toezichtscomité Indien de pensioeninstelling niet op paritaire wijze wordt beheerd, wordt een toezichtscomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit leden die de werknemers vertegenwoordigen aan wie de onderhavige pensioentoezegging wordt gedaan, aangeduid overeenkomstig de bepalingen van de WAP. Dit toezichtscomité ziet toe op de goede uitvoering van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt jaarlijks in het bezit gesteld van het beheersverslag alvorens de pensioeninstelling dit ter beschikking stelt van de inrichter.

In geval de bijdragen gestort worden in een afgezonderd fonds van de pensioeninstelling, beslist het toezichtscomité jaarlijks welk percentage van de winst gerealiseerd in het afgezonderd fonds aan de aangeslotenen als winstdeelname zal toegekend worden. 17. Reserves afkomstig uit een vroegere tewerkstelling Indien een aangeslotene bij zijn aansluiting zijn verworven reserves met betrekking tot een vroegere tewerkstelling, voor zover deze reserves onder het toepassingsgebied van de WAP vallen, wenst over te dragen naar het huidige sociaal sectoraal pensioenstelsel, zal hij de inrichter en de pensioeninstelling hierover inlichten en haar deze reserves overmaken.De pensioeninstelling zal deze reserves beheren overeenkomstig de bepalingen van de WAP. 18. Informatie 18.1. Het pensioenreglement De inrichter stelt de tekst van het pensioenreglement ter beschikking van de aangeslotene op diens eenvoudig verzoek. 18.2. Jaarlijkse informatie Pensioenfiche Ieder jaar verstrekt de pensioeninstelling aan elke actieve aangeslotene de in artikel 26, § 1 van de WAP bepaalde informatie door middel van een pensioenfiche.

De informatieverstrekking kan, met naleving van de in artikel 26 van de WAP voorziene voorwaarden, ook op elektronische wijze gebeuren.

Historisch overzicht Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene deelt de pensioeninstelling een historisch overzicht mee met de in artikel 26, § 2 van de WAP bedoelde informatie. 18.3. Beheersverslag De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging op met de in artikel 42 van de WAP bedoelde informatie.

De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld van de aangeslotene op diens eenvoudig verzoek. 18.4. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen De pensioeninstelling stelt een schriftelijke verklaring op met de beginselen van haar beleggingsbeleid met de in artikel 41bis van de WAP bedoelde informatie. Zij herziet deze verklaring ten minste om de drie jaar en onverwijld na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid.

De verklaring inzake de beleggingsbeginselen wordt ter beschikking gesteld van de inrichter, die deze op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. 18.5. Jaarrekening en jaarverslag van de pensioeninstelling De pensioeninstelling houdt de jaarrekening en het jaarverslag van de pensioeninstelling en desgevallend ook degene die met het betrokken pensioenstelsel overeenstemmen, ter beschikking van de inrichter, die deze op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. 19. Financieringsfonds Het financieringsfonds wordt beheerd door de pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (pro rata temporis) dat aan de wiskundige reserves toegekend wordt. Het fonds wordt gefinancierd door : - de pensioentoelagen die door de RSZ via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden; - de reserves waarop de aangeslotene geen aanspraak kan maken; - de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de rechthebbende is; - de toegekende interest en winstdeelname; - aanvullende toelagen in geval van onderfinanciering; - prestaties die niet binnen de in punt 11.1. of 11.2. hiervoor bedoelde termijnen door de aangeslotene of de rechthebbende(n) worden opgevraagd.

Het fonds wordt gedebiteerd voor : - driemaandelijkse stortingen toegewezen aan de individuele polissen "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden"; - de aanvullingen die vereist zijn om het vereiste rendement waarvan sprake in artikel 24 van de WAP te bereiken; - elk ander bedrag beslist door de inrichter, voor zover dit is toegewezen aan een verhoging van de voordelen van de aangeslotenen.

Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds. Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn rechthebbenden en zijn tegoeden mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.

Het financieringsfonds mag nooit een negatief saldo vertonen. Elke verrichting die het saldo van het fonds op een negatief bedrag zou brengen, wordt uitgesteld tot de financiële middelen van het fonds toelaten ze te realiseren. Als de pensioeninstelling de onmogelijkheid om een verrichting te realiseren vaststelt, informeert ze onmiddellijk de inrichter, die gepaste maatregelen dient te nemen. 20. Bescherming en verwerking van persoonsgegevens De inrichter en de pensioeninstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de pensioeninstelling. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).

De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het pensioenplan persoonsgegevens mee aan de pensioeninstelling.

De inrichter en de pensioeninstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit pensioenreglement, en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen (WAP)).

In deze context hebben beide het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.

Daarnaast kunnen de verwerkingsverantwoordelijken de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals fiscale verplichtingen, en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening, bijvoorbeeld inzake pensioenopbouw en over de opties bij pensionering op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke ook persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden.

In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur.

Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de verwerkingsverantwoordelijke worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen.

Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.

Rechten van betrokkenen De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag voor het "Fonds 2de pijler PC 220" dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail op michael.boeynaems@portasecura.com.

Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacybeleid van de inrichter en de pensioeninstelling, beschikbaar op hun website. 21. Wijziging van dit reglement Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst die in het bevoegde paritaire comité gesloten wordt. Een wijziging of stopzetting van het pensioenreglement kan in geen geval leiden tot een vermindering van de verworven reserves.

Indien bij opheffing van het pensioenstelsel de bij de pensioeninstelling aanwezige reserves, met inbegrip van het saldo van het financieringsfonds, de som van alle verworven reserves overtreffen, verwerven de aangeslotenen een aandeel in het overschot aan aanwezige reserves dat in verhouding staat tot de door hen verworven reserves. Dezelfde regels worden gevolgd bij verdwijning van de inrichter.

In geval van opheffing van het pensioenstelsel, zullen de contracten van de actieve aangeslotenen omgezet worden in contracten van het type "uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserve in het geval van overlijden", maar zonder verder betaling van bijdragen voor de aangeslotenen. 22. Slotbepalingen Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling, met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels. In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig pensioenreglement. 23. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement.Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee, behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement Solidariteitsreglement 1. Voorwerp De solidariteitstoezegging heeft tot doel om aan de aangeslotenen of hun rechthebbenden aanvullende solidariteitsprestaties toe te kennen. Dit solidariteitsreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de inrichter, de solidariteitsinstelling, de werkgevers, de aangeslotenen en hun rechthebbende(n), en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden.

Het solidariteitsreglement dient in samenhang met het pensioenreglement en het financieringsreglement te worden gelezen. 2. Werking in de tijd Het onderhavig solidariteitsreglement neemt aanvang op 1 januari 2013.3. Aansluiting Om aanspraak te kunnen maken op de solidariteitsprestaties, dienen de volgende voorwaarden cumulatief te worden voldaan op het ogenblik van het evenement dat het recht opent : - De bediende dient tewerkgesteld te zijn met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die onder het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van de inrichter valt; - Voor de bediende dient gedurende minstens, niet noodzakelijk opeenvolgende, 132 RSZ-dagen bijdragen aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel te zijn betaald.

Is deze minimale bijdragetermijn niet voldaan op het ogenblik van het voordoen van het evenement dat het recht op de solidariteitsprestaties opent, dan wordt in voorkomend geval het aantal RSZ-dagen waarvoor bijdragen betaald werden aan het sectoraal pensioenstelsel voor bedienden in de voedingsnijverheid meegeteld teneinde na te gaan of de minimale aansluitingstermijn is voldaan.

Deze voorwaarde is op 1 januari 2019 komen te vervallen. Vanaf 1 januari 2019 gebeurt de aansluiting onmiddellijk voor alle bedienden die onder het solidariteitsstelsel vallen.

Een aangeslotene die de vereffening van zijn verzekerde bedragen in het kader van zijn pensioentoezegging heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves in kader van zijn pensioentoezegging over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd. 4. De solidariteitsinstelling en haar aanduiding Het beheer van de solidariteitstoezegging wordt toevertrouwd aan een solidariteitsinstelling.De aanduiding van de solidariteitsinstelling gebeurt bij collectieve arbeidsovereenkomst. 5. De solidariteitsprestaties Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit solidariteitsreglement, vormen bruto bedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden.Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotenen of hun rechthebbende(n).

De volgende solidariteitsprestaties worden vastgelegd : 5.1. Uitkeringen bij inkomstenverlies ten gevolge van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan In geval van overlijden van de aangeslotene tijdens de beroepsloopbaan, zal er een bedrag ter vergoeding van inkomensverlies van 2 500,00 EUR toegekend worden.

Indien het overlijden van de aangeslotene voorafgegaan wordt door een vergoede periode wegens ziekte of ongeval, dan wordt deze uitkering enkel toegekend indien het overlijden plaatsvindt binnen de vijf jaren na de begindatum van de vergoede periode wegens ziekte of ongeval.

Er wordt enkel rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste na 1 januari 2013.

Dit éénmalig bedrag wordt gevoegd bij de uitkering die krachtens het sociaal sectoraal pensioenstelsel wordt toegekend in geval van overlijden, en wordt uitgekeerd aan de begunstigde volgens de modaliteiten van het pensioenreglement van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Deze prestatie wordt vereffend op dezelfde wijze zoals voorzien in het pensioenreglement.

Aanvragen die meer dan vijf jaar na de datum van het overlijden van de aangeslotene worden ingediend, komen niet meer in aanmerking voor de bedoelde solidariteitsprestatie. 5.2. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen tijdens de periode voorafgaand aan het faillissement van de werkgever In geval de RSZ onvoldoende gelden kan innen voor de in het pensioenreglement voorziene pensioenopbouw, zullen die ontbrekende pensioentoelagen op de individuele pensioenrekening gestort worden.

De tekorten zullen met respect van de geldende wetgeving door het solidariteitsfonds ten laste genomen worden tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring.

Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen, en wordt zo vlug mogelijk toegevoegd op de pensioenrekening van de aangeslotene. 5.3. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies ten gevolge van arbeidsongeschiktheid In geval de aangeslotene het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid, waarvan de duurtijd minstens 200 dagen, na de periode van gewaarborgd loon, over een periode van vijf opeenvolgende trimesters bedraagt, wordt een éénmalig bedrag van 150,00 EUR gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene.

Een aangeslotene kan slechts éénmaal tijdens zijn loopbaan deze vergoeding ontvangen. Er wordt enkel rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste na 1 januari 2013.

Het betreft de arbeidsongeschiktheid zoals gedekt in de codes 50, 51, 60 en 61 van de DMFA-WAP : - Code 50 : ziekte (ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof); - Code 51 : zwangerschapsverlof; - Code 60 : arbeidsongeval; - Code 61 : beroepsziekte.

Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen, en wordt zo vlug mogelijk toegevoegd op de pensioenrekening van de aangeslotene. 5.4. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij economische werkloosheid Tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid wordt een bedrag van 1 EUR per dag economische werkloosheid gestort op de individuele pensioenrekening van de aangeslotene.

Er wordt enkel rekening gehouden met periodes van tijdelijke werkloosheid die een aanvang nemen ten vroegste na 1 januari 2013.

Het betreft de tijdelijke werkloosheid zoals gedekt in de code 71 van de DMFA-WAP. Deze prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen, en wordt zo vlug mogelijk toegevoegd op de pensioenrekening van de aangeslotene. 6. Financiering van de solidariteitsprestaties De bijdragen voor de financiering van de solidariteitstoezegging worden berekend door het "Fonds 2de pijler PC 220" op basis van enerzijds het bijdragepercentage vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de bedienden van de voedingsindustrie en anderzijds de lonen aangegeven aan de RSZ.Deze bijdragen zijn gelijk aan 4,40 pct. van de premies voor het stelsel van aanvullend pensioen.

De solidariteitsprestaties worden gefinancierd door een solidariteitsbijdrage die in uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel van de inrichter verschuldigd is. Deze solidariteitsbijdrage wordt samen met de pensioentoelage door de RSZ geïnd en via de inrichter aan de solidariteitsinstelling overgemaakt.

De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel worden vastgelegd in een financieringsreglement. Dit financieringsreglement wordt als bijlage van een collectieve arbeidsovereenkomst ingevoerd. 7. Gevolgen van het niet-betalen van de solidariteitsbijdrage De solidariteitsinstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen.8. Beheer van de solidariteitsprestaties De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit solidariteitsstelsel.Hij zal de bij de werkgever geïnde pensioentoelagen zo spoedig mogelijk aan de solidariteitsinstelling overmaken. Bovendien zal hij alle voor het beheer van het solidariteitsstelsel benodigde gegevens overmaken.

De inrichter maakt hiervoor gebruik van de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de sociale zekerheid door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de inrichter, alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen.

De inrichter is gemachtigd om aan de solidariteitsinstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn voor de goede uitvoering van dit reglement.

De aangeslotene zal op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat de solidariteitsinstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn rechthebbenden kan uitvoeren. Indien de aangeslotene deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaakt, dan zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt.

Het solidariteitsfonds waaruit de solidariteitsprestaties geput worden, is een stelsel van collectieve reserve dat beheerd wordt overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.

Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen.

Indien een werkgever of bediende om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van dit solidariteitsreglement, kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het solidariteitsfonds. Het solidariteitsfonds en de solidariteitsprestaties worden beheerd in overeenstemming met de bepalingen van de ter zake geldende wetgeving. Daartoe zal de solidariteitsinstelling de rekeningen van het solidariteitsfonds afzonderlijk van de andere activiteiten beheren.

De inkomsten van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de solidariteitsbijdragen in uitvoering van dit solidariteitsreglement; - eventuele andere sommen gestort door de inrichter; - de financiële opbrengsten van de rekening(en) van het solidariteitsfonds.

De uitgaven van de rekeningen van het solidariteitsfonds kunnen bestaan uit : - de uitkering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties; - de financiering van de premies bestemd voor de verzekering die de solidariteitsinstelling voor de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties zou sluiten; - de kosten voor het beheer van de solidariteitstoezegging.

De solidariteitsinstelling stelt op het einde van ieder boekjaar een resultatenrekening op, evenals een balans met activa en passiva van het solidariteitsfonds, en zendt deze stukken binnen de maand na hun goedkeuring aan het FSMA. 9. Wijziging De solidariteitsprestaties zoals die in dit reglement beschreven worden, kunnen op ieder ogenblik aangepast worden aan de beschikbare middelen met het oog op het behouden van het financiële evenwicht in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.Daarom zal de inrichter het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen.

Een wijziging van het solidariteitsreglement wordt vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de ter zake geldende wetgeving.

De solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten, noch ingeval van uittreding, nog in geval van wijziging of opheffing van het solidariteitsreglement.

Een wijziging van de solidariteitsinstelling en de eventueel hiermee verbonden overdracht van reserves zijn onderworpen aan de voorwaarden zoals voorzien in de WAP. In voorkomend geval licht de inrichter de aangeslotenen, alsook de FSMA in over de wijziging van solidariteitsinstelling. 10. Gevolgen ingeval van beëindiging Bij stopzetting van het sectorale pensioenstelsel, zullen de reserves van het solidariteitsluik onder de aangeslotenen verdeeld worden naar rata van hun verworven reserves in het pensioenstelsel en aangewend worden als een bijdrage op de individuele pensioenrekening, na aftrek van de provisies voor lopende solidariteitsprestaties en voor te voorziene kosten in verband met de opheffing van het solidariteitsstelsel. Indien dit solidariteitsreglement niet langer van toepassing is op een inrichter of een werkgever, kan die op geen enkele wijze aanspraak maken op een gedeelte van de tegoeden op de rekeningen van het solidariteitsfonds. 11. Informatie 11.1. Het solidariteitsreglement De inrichter stelt de tekst van het solidariteitsreglement ter beschikking aan de aangeslotene op diens eenvoudig verzoek. 11.2. Het beheersverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de solidariteitstoezegging op.

De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld van de aangeslotene op diens eenvoudig verzoek. 12. Bescherming en verwerking van de persoonsgegevens De inrichter (het "Fonds 2de pijler PC 220") en de solidariteitsinstelling (het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de bedienden uit de voedingsnijverheid") hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de solidariteitsinstelling. Verwerkingsdoeleinden De solidariteitsinstelling ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI), met het oog op het beheren en uitvoeren van het solidariteitsreglement.

De inrichter en de solidariteitsinstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotenen en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit solidariteitsreglement, en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen (WAP)).

In deze context hebben beide het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.

Daarnaast kunnen de verwerkingsverantwoordelijken de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals fiscale verplichtingen, en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van het solidariteitsreglement; - De opmaak van statistieken, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijken, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijken; - De adviesverlening, bijvoorbeeld inzake solidariteitsprestaties op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijken tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kunnen de verwerkingsverantwoordelijken ook persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden.

In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijke, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur.

Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de verwerkingsverantwoordelijke worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen.

Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.

Rechten van betrokkenen De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke.

Dergelijke aanvraag dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail op michael.boeynaems@portasecura.com.

Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacybeleid van de inrichter en de solidariteitsinstelling, beschikbaar op hun website. 13. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit solidariteitsreglement. Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee, behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^