Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2005
gepubliceerd op 26 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202414
pub.
26/10/2005
prom.
17/09/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003 Vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 3 oktober 2003 onder het nummer 67853/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden ten minste 1 kilometer bedragen. HOOFDSTUK II. - Vervoer per spoor

Art. 4.De werkgeversbijdrage in de prijs van de sociale abonnementen van de werklieden die zij tewerkstellen wordt geregeld overeenkomstig de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990) getroffen in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (afgekort : N.M.B.S.) ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

Iedere latere aanpassing van deze laatste reglementering wordt in overweging genomen voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 5.Wat het ander gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, georganiseerd door de regionale vervoersmaatschappijen, wordt de werkgeversbijdrage in de prijs van de abonnementen van de werklieden die zij tewerkstellen geregeld, voor een overeenstemmende afstand, overeenkomstig de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990), bedoeld in artikel 4.

Art. 6.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de werklieden die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt : a) De werklieden leggen aan de werkgevers een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat zij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, georganiseerd door de regionale vervoersmaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd, en preciseren het aantal effectief afgelegde kilometers;zij waken erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toestand te signaleren; b) De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de onder a) bedoelde verklaring nagaan;c) wanneer het een eenheidsprijs betreft, wordt de bijdrage van de werkgevers, ongeacht de afstand, forfaitair vastgesteld op de tussenkomst in de prijs van het abonnement voor een gemiddelde afstand die forfaitair wordt vastgesteld op 7 km, zonder evenwel 50 pct.van de door de werkman werkelijk betaalde prijs te overschrijden. HOOFDSTUK IV. - Gemengde vervoersmiddelen

Art. 7.Wanneer de werkman verschillende openbare gemeenschappelijke vervoersmiddelen gebruikt is de bijdrage van de werkgever geregeld, voor een afstand die overeenstemt met de som van de afstanden van de verschillende vervoersmiddelen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald bij artikel 5 en de tabellen gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 (Belgisch Staatsblad van 14 december 1990), bedoeld in artikel 4. HOOFDSTUK V. - Vervoer volledig of gedeeltelijk door de werkgever georganiseerd

Art. 8.In de ondernemingen die reeds voorzien in bijdragen voor het vervoer van de werklieden naast deze vastgesteld bij het koninklijk besluit van 10 december 1990 bedoeld in artikel 4, moet een oplossing worden gezocht welke ingegeven is door het nationaal interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971 en door deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Andere vervoermiddelen

Art. 9.Wanneer de werkman zich verplaatst met om het even welk ander vervoermiddel dan deze voorzien in de hoofdstukken II tot en met V, heeft de werkman recht op een dagvergoeding. Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de N.M.B.S. te delen door 5.

Art. 10.Voor de afstanden van minder dan 3 kilometer wordt de werkgeverstussenkomst berekend volgens het principe van 1/3 per kilometer van de bijdrage van de werkgever in de prijs van het sociale abonnement N.M.B.S. (treinkaart) voor de afstand "0-3 km". HOOFDSTUK VII. - Tijdstip en modaliteiten van terugbetaling

Art. 11.De bijdrage van de werkgevers in de door de werklieden gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald voor het vervoersbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoersbewijzen met geldigheid van één week.

Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de N.M.B.S..

De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoersmaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoersbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.

Art. 13.De werkgevers komen tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoersmiddelen op voorwaarde dat de werkman het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.

Indien de werkman dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.

De werkman mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoersbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 12 maart 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 oktober 1992 (Belgisch Staatsblad van 3 februari 1993).

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^