Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2000
gepubliceerd op 20 september 2000

Koninklijk besluit tot opheffing van diverse bepalingen betreffende de Effectenbeurs van Brussel

bron
ministerie van financien
numac
2000003579
pub.
20/09/2000
prom.
17/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/17/2000003579/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot opheffing van diverse bepalingen betreffende de Effectenbeurs van Brussel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, inzonderheid op artikel 9, negende lid, ingevoegd bij de wet van 10 maart 1999, artikel 10, eerste lid, gewijzigd bij dezelfde wet, artikel 14, 1°, vervangen bij dezelfde wet, en de artikelen 29, § 1, 1°, en 31, vijfde lid;

Gelet op de wet van 4 mei 1999 houdende diverse fiscale bepalingen, inzonderheid op artikel 45, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de opneming van financiële instrumenten in de eerste markt van een effectenbeurs, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel, inzonderheid op de artikelen 58, 102 en 138;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de erkenning van E.B.V.B. n.v. en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs, inzonderheid op artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1999 tot oprichting van een verrekenings- en afwikkelingssysteem van transacties afgesloten binnen of buiten de door de beurs georganiseerde markten, en tot vaststelling van de regels inzake de inrichting en de werking ervan en tot wijziging van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EEG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;

Gelet op het voorstel van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat sommige bepalingen van voornoemde koninklijke besluiten op korte termijn moeten worden opgeheven teneinde de verwezenlijking van de Euronext-hergroepering, thans voorzien voor 22 september 2000, mogelijk te maken;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 14 september 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 12, eerste lid, van het konink-lijk besluit van 22 december 1995 betreffende de opneming van financiële instrumenten in de eerste markt van een effectenbeurs wordt opgeheven.

Art. 2.De artikelen 58, eerste lid, 3°, 102 en 138 van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel worden opgeheven.

Art. 3.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de erkenning van E.B.V.B. n.v. en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1995 houdende de oprichting en de inrichting van de Belgische Future- en Optiebeurs wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 4, tweede lid, c), van het koninklijk besluit van 18 augustus 1999 tot oprichting van een verrekenings- en afwikkelingssysteem van transacties afgesloten binnen of buiten de door de beurs georganiseerde markten, en tot vaststelling van de regels inzake de inrichting en de werking ervan en tot wijziging van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EEG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^