Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 oktober 2023
gepubliceerd op 24 oktober 2023

Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2023046144
pub.
24/10/2023
prom.
17/10/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd "Koninklijke Muntschouwburg", laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 januari 2022;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1er, Overwegende de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021;

Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 26 mei 2023 en 13 juni 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 7 juni 2023;

Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 174 van 4 juli 2023 van het Sectorcomité I;

Gelet op het advies nr. 74.403/4 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Koninklijke Muntschouwburg voor zijn personeelsleden in dienst genomen vanaf 1 januari 2018 wenst toe te treden tot de tweede pensioenpijler van de federale overheid ;

Overwegende dat de geldelijke regeling van toepassing op de contractuele personeelsleden bijgevolg aangepast dient te worden ;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van de Federale Culturele Instellingen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Aanvullend pensioen

Artikel 1.De contractuele personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg aangeworven sinds 1 januari 2018 genieten van een aanvullend pensioen onder dezelfde voorwaarden en nadere regels zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3bis van het koninklijk besluit van 11 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/02/1991 pub. 27/11/2020 numac 2020031665 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de federale overheidsdiensten.

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 2, § 1, tweede lid van het voormelde koninklijk besluit van 11 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/02/1991 pub. 27/11/2020 numac 2020031665 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, is de jaarlijkse bijdrage gelijk aan : a) 1,5% van de referentiebezoldiging 2018 zoals gedefinieerd in § 2 voor het jaar 2018;b) 3% van de referentiebezoldiging 2019 zoals gedefinieerd in § 3 voor de jaren 2019 tot en met 2021;c) 3% van de referentiebezoldiging vanaf 2022 zoals gedefinieerd in § 4. § 2. De referentiebezoldiging 2018 is het resultaat van de vermenigvuldiging : 1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend overeenkomstig § 4;2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige maanden in 2018 op de lopende arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en waarvan de noemer gelijk is aan 12. § 3. De referentiebezoldiging 2019 voor de jaren 2019 tot en met 2021 is het resultaat van de vermenigvuldiging : 1° van de referentiebezoldiging voor het jaar 2022 berekend overeenkomstig § 4;2° met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal volledige maanden van respectievelijk 2019, 2020 en 2021 op de lopende arbeidsovereenkomst op 1 januari 2022 en waarvan de noemer gelijk is aan 12. § 4. De referentiebezoldiging voor het desbetreffende jaar vanaf 2022 is het resultaat van de vermenigvuldiging : 1° van het percentage van de periodes die in het desbetreffende jaar door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigd zijn bij voltijdse tewerkstelling, met inbegrip van de periodes van verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap, omstandigheidsverlof bij geboorte, vaderschapsverlof en adoptieverlof;2° met een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde te betalen voor de maand januari of, bij gebrek daarvan, de maand van indiensttreding of van hervatting van het werk, van het betrokken jaar, vermenigvuldigd met 13,92. Een twaalfde van de jaarlijkse brutowedde wordt verhoogd met 1/12 van de haard-of standplaatstoelage op basis van het in januari vastgestelde recht, of bij gebrek daaraan, de maand van indiensttreding of hervatting van het werk van het betrokken jaar, vermenigvuldigd met 13,92.

Voor het percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigde periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, worden de wijzigingen in verband met deeltijdse arbeid alleen in aanmerking genomen op de eerste dag van de volgende maand.

Voor de periodes voorafgaand aan de opening van het recht op aanvullend pensioen voor de Koninklijke Muntschouwburg, is het percentage van de door de Koninklijke Muntschouwburg bezoldigde periodes, bedoeld in het eerste lid, 1°, waarmee rekening wordt gehouden dat van het eerste kwartaal van 2022. § 5. De contractuele personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg aangeworven sinds 1 januari 2018, genieten van het voordeel bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit besluit, vanaf hun datum van indiensttreding zoals bepaald in hun op 1 januari 2022 lopende arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK 2. - Overgangsbepaling

Art. 3.Voor de contractuele personeelsleden van de Koninklijke Muntschouwburg aangeworven vóór 1 januari 2018 wordt de op 1 januari 2022 bestaande aanvullende pensioenregeling behouden.

De contractuele personeelsleden bedoeld in het eerste lid en die op 1 januari 2022 in dienst zijn kunnen er echter op elk ogenblik voor kiezen om over te stappen naar het aanvullend pensioenstelsel bedoeld in de artikelen 1 en 2 van dit besluit. Deze overstap is onomkeerbaar en geldt enkel voor de toekomst. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 5.De minister bevoegd voor ambtenarenzaken en de minister belast met de Federale Culturele Instellingen zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER De Minister van de Federale Culturele Instellingen, H. LAHBIB

^