gepubliceerd op 18 oktober 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden
17 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004 en 13 februari 2005;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 juli 2003 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 september 2003, 11 december 2003, 22 juli 2004 en 13 februari 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het 3° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de Minister van Mobiliteit »; 2° in het 4° wordt het eerste streepje vervangen als volgt : « - Belgacom, N.M.B.S. Holding, Infrabel, de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, De Post, BIAC en Sopima : de Minister van Begroting en Consumentenzaken; »; 3° in het 4°, derde, vierde en vijfde streepje, worden de woorden « de Minister van Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de Minister van Begroting en Consumentenzaken »;4° in het 5° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de Minister van Werk »;5° in het 6° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de Minister van Mobiliteit »;6° in de Franse tekst van het 8° en 9° worden de woorden « la Ministre » telkens vervangen door de woorden « le Ministre »;7° in het 20° worden de woorden « de Minister van Economie, gezamenlijk met de Minister van Werk » vervangen door de woorden « de Minister van Economie, gezamenlijk met de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken »;8° in het 26° en 27° worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » telkens vervangen door de woorden « de Minister van Begroting en Consumentenzaken »;9° het 29° wordt opgeheven.
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven » vervangen door de woorden « de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Consumentenzaken ».
Art. 3.Dit besluit treedt heden in werking.
Art. 4.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT