gepubliceerd op 13 juni 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend
17 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 46 gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 1967, 19 maart 1970, 21 november 1972, 15 mei 1975, 30 juli 1986, 21 april 1987 en 1 maart 2007;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, afdeling Financiering, gegeven op 9 november 2006 en 8 februari 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 april 2007;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat op 19 juni 2006 in het kader van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een protocolakkoord in verband met de bouwkalender van de ziekenhuizen voor de periode 2006-2015 werd afgesloten;
Dat dit akkoord naast het federale budget dat jaarlijks per Gemeenschap/Gewest, via afschrijvingen, besteed kan worden aan de investeringen van de ziekenhuizen, vaststelt welke investeringen subsidieerbaar zijn en welke de subsidiepercentages (gemeenschappen/gewesten en federale overheid) zijn;
Dat het ministerieel besluit van 11 mei 2007, naar aanleiding van het protocolakkoord, de regels vastlegt voor het bepalen van de maxima of zogenaamde plafonds die voor elk individueel ziekenhuis in aanmerking worden genomen bij het subsidiëren;
Dat voor het berekenen van deze plafonds bepaalde bouwprijzen worden gehanteerd;
Dat bedoelde prijzen moeten kunnen worden aangepast aan de schommelingen van de specifieke bouwindex;
Dat evenwel momenteel is voorzien dat de prijzen kunnen worden aangepast aan de schommelingen van de lonen, de sociale lasten, het algemene indexcijfer en groothandelsprijzen;
Dat een aanpassing van de prijzen aan de bouwindex dus enkel mogelijk is na de wijziging doorgevoerd bij onderhavig besluit;
Dat gelet op federaal niveau reeds sinds 1 januari 2006 de financiële middelen zijn voorzien en de ziekenhuisinfrastructuur een vernieuwing vergt, is het dringend geboden onderhavige wijziging door te voeren en de ziekenhuizen daarvan op de hoogte te brengen;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, toegevoegd door het koninklijk besluit van 19 maart 1970 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De maximumkostprijzen bedoeld in §§ 2 en 3 volgen de schommelingen van de bouwindex en van allerhande taksen. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE