17 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 mei 1964 tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren en tot aanvulling van het koninklijk besluit van 11 augustus 1887 betreffende de uitvoering van de wet van 4 juli 1887 op de bewaring van de archieven van de hypotheekkantoren

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 ventôse jaar VII betreffende de inrichting van de bewaring der hypotheken, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 9 augustus 1963;

Gelet op de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het endossement van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen, inzonderheid op artikel 4, laatst gewijzigd bij de wet van 9 februari 1995 tot wijziging van de hypotheekwet van 16 december 1851;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1935, nr. 150, tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van wijzigingen daarin krachtens de wet van 31 juli 1934, inzonderheid op artikel 44;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 1964 tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren en tot aanvulling van het koninklijk besluit van 11 augustus 1887 betreffende de uitvoering van de wet van 4 juli 1887 op de bewaring van de archieven van de hypotheekkantoren, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1994;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 maart 1935 ter uitvoering van het koninklijk besluit nr. 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas, inzonderheid op de artikelen 4 en 20;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 mei 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De titel van het koninklijk besluit van 20 mei 1964 tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren en tot aanvulling van het koninklijk besluit van 11 augustus 1887 betreffende de uitvoering van de wet van 4 juli 1887 op de bewaring van de archieven van de hypotheekkantoren, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 1994, wordt vervangen door de volgende titel : « tot vaststelling van de zetel, alsmede van het ambtsgebied en de bevoegdheden van de hypotheekkantoren ».

Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Artikel 5.Er bestaat te Nijvel een hypotheekkantoor.

Het is belast met de bevoegdheden die voortvloeien uit de wetgeving op het in pand geven van de handelszaak en het verzekert daarenboven de dienst van de Deposito- en Consignatiekas voor de volgende gemeenten : Bevekom, Chastre, Chaumont-Gistoux, Court-Saint-Etienne, Eigenbrakel, Geldenaken, Genepiën, Graven, Hélécine, Incourt, Itter, Kasteelbrakel, Lasne, Mont-Saint-Guibert, Nijvel, Orp-Jauche, Ottignies-Louvain-la-Neuve, Perwijs, Ramillies, Rebecq, Rixensart, Terhulpen, Tubeke, Villers-la-Ville, Walhain, Waterloo en Waver.

Het oefent de overige bevoegdheden uit voor de volgende gemeenten : Chastre, Eigenbrakel, Genepiën, Itter, Kasteelbrakel, Mont-Saint-Guibert, Nijvel, Perwijs, Rebecq, Tubeke, Villers-la-Ville, Walhain en Waterloo. »

Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : «

Artikel 5bis.Er bestaat te Ottignies-Louvain-la-Neuve een hypotheekkantoor.

Het is belast met de bevoegdheden, andere dan de bevoegdheden opgesomd in artikel 5, tweede lid, voor de volgende gemeenten : Bevekom, Chaumont-Gistoux, Court-Saint-Etienne, Geldenaken, Graven, Hélécine, Incourt, Lasne, Orp-Jauche, Ottignies-Louvainla-Neuve, Ramillies, Rixensart, Terhulpen en Waver. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2004.

Art. 5.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS