gepubliceerd op 27 juni 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de arbeiders
17 MEI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de arbeiders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de arbeiders.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 17 mei 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 mei 2001 Vervoer van de arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2001 onder het nummer 58158/CO/116)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid ressorteren.
Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2.Behalve in het geval waarin de werkgevers zelf het vervoer van hun arbeiders organiseren en financieren wordt, ongeacht het gebruikte vervoermiddel, de bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten gedragen door de arbeiders vanaf 1 april 2001 vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 3.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de arbeiders wordt ten minste maandelijks betaald.
Art. 4.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de arbeiders is afhankelijk van de aflevering door de arbeiders van, naargelang het geval, een of meerdere van de hierna vermelde attesten : a) het speciaal getuigschrift uitgegeven door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) voor de treinkaart voor vervoer per trein;b) een officieel document dat de afgelegde afstand, van minstens 5 km, vermeldt, voor het regelmatig gebruik van één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein;c) een verklaring, ondertekend door de arbeiders, waaruit blijkt dat zij regelmatig een ander vervoermiddel gebruiken dan deze vermeld onder a en b hierboven over een afstand die minstens 5 km bereikt. Bijdrage van de werkgevers
Art. 5.§ 1. Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer.
Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van het barema, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat genomen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden. § 2. Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer.
Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand;b) wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 56 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor de afgelegde afstand te overschrijden. § 3. Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer.
Ingeval de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.
In elk ander geval dat de werknemer meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in dit § 3, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel waarvan de werknemer gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van § 1, § 2 en § 3 van dit artikel 5 worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. § 4. Andere vervoermiddelen dan deze bedoeld in § 1, § 2 en § 3 van dit artikel 5.
De bijdrage van de werkgever stemt, voor de afgelegde afstand, die minstens 5 km moet bereiken, overeen met deze voorzien voor het openbaar treinvervoer zoals in § 1 van dit artikel vastgelegd.
Art. 6.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de ondernemingen bestaan.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 13 september 1978, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de werklieden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 maart 1979, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 mei 1979.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De opzegtermijn vangt aan op de dag van de betekening aan de voorzitter, de poststempel geldt als bewijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX