Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2013
gepubliceerd op 22 oktober 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2011-2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012219
pub.
22/10/2013
prom.
17/07/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2011-2012 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het verzekeringswezen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het verzekeringswezen, betreffende het sectoraal akkoord 2011-2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het verzekeringswezen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2011 Sectoraal akkoord 2011-2012 (Overeenkomst geregistreerdop 28 november 2011 onder het nummer 107036/CO/306) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het verzekeringswezen. HOOFDSTUK II. - Koopkracht Afdeling 1. - Voor 2011

Art. 2.Algemeen principe : De werknemers zullen een bedrag van 150 EUR ontvangen voor het jaar 2011.

Dit bedrag zal worden toegekend in de vorm van ecocheques zoals gedefinieerd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van 20 februari 2009.

De ecocheques worden op uiterlijk 31 december 2011 overhandigd.

De toekenning van dit voordeel is afhankelijk van het behoud van het wettelijke en reglementaire - sociale en fiscale - kader van de ecocheques dat voortvloeit uit het interprofessioneel akkoord 2009-2010.

Mocht dit wijzigen, dan verbinden de ondertekenende partijen er zich toe in overleg de meest geschikte oplossing te zoeken.

Art. 3.Omzetting : Het mag dan wel de bedoeling zijn van de sectorale sociale partners om een voordeel toe te kennen in de vorm van ecocheques, toch kunnen de ondernemingen zelf een gelijkwaardig voordeel tegen gelijke kostprijs toekennen (zonder bijkomende kosten van welke aard ook voor de werkgevers).

Die omzetting zal bekrachtigd worden via een collectief akkoord (CAO) na overleg van de ondernemingsraad, of als die er niet is, van de vakbondsafvaardiging, of, ten slotte, als die er niet is, van het voltallig personeel. Afdeling 2. - Vanaf 2012

Art. 4.Verhoging van de sectorale loonbarema's : Op 1 januari 2012 worden de sectorale loonbarema's verhoogd met 16 EUR. In ieder geval, voor de ondernemingen die overeenkomsten hebben waar een barema gelinkt is aan sectorale barema's, wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat deze bepaling inzake de verhoging met 16 EUR geen invloed hebben op de huisbarema's en zal dit ook geen andere loonverhogingen meebrengen, uitgezonderd artikel 5.

Art. 5.Forfaitaire verhoging De werknemers van wie het loon (voltijds van de overeenkomstige categorie) op 31 december 2011 lager ligt dan het nieuwe overeenkomstig artikel 4 aangepaste barema, ontvangen een (maandelijkse en recurrente) forfaitaire verhoging van 16 EUR vanaf die datum.

Art. 6.Ecocheques De werknemers die de in artikel 4 of artikel 5 voorziene verhoging niet ontvangen, ontvangen een jaarlijkse recurrent bedrag van 190 EUR. Dit bedrag wordt toegekend in de vorm van ecocheques als gedefinieerd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van 20 februari 2009.

De toekenning van dit voordeel is afhankelijk van het behoud van het wettelijke en reglementaire - sociale en fiscale - kader van de ecocheques dat voortvloeit uit het interprofessioneel akkoord 2009-2010.

Mocht dit wijzigen, dan verbinden de ondertekenende partijen er zich toe in overleg de meest geschikte oplossing te vinden.

De ecocheques worden uiterlijk op 31 maat van het betrokken jaar overhandigd en dit, vanaf 2012.

Art. 7.Omzetting Het mag dan wel de bedoeling zijn van de sectorale partners om een voordeel toe te kennen in de vorm van ecocheques, toch kunnen de ondernemingen zelf een gelijkwaardig voordeel tegen gelijke kostprijs toekennen (zonder bijkomende kosten van welke aard ook voor de werkgevers).

Die omzetting zal bekrachtigd worden via een collectief akkoord (CAO) na overleg van de ondernemingsraad, of als die er niet is, van de vakbondsafvaardiging, of, ten slotte, als die er niet is, van het voltallige personeel. HOOFDSTUK III. - Werkgelegenheid Afdeling 1. - Ontslag wegens technische redenen van arbeidsorganisatie

Art. 8.Vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2013 zullen de werkgevers die willen ontslaan om technische redenen van arbeidsorganisatie, vóór die ontslagen met de sociale partners onderhandelen om te zoeken naar gepaste oplossingen teneinde de werkgelegenheid van de betrokken werknemers zoveel mogelijk te vrijwaren of hun heroriënteringsmogelijkheden te vergroten. Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zullen bovenop de ontslagvergoedingen, de sancties van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2008 betreffende de vastheid van betrekking van toepassing zijn. Afdeling 2. - Verduidelijking van de begrippen

Art. 9.Een paritaire werkgroep wordt ermee belast de begrippen "ontslag wegens economische of technische redenen" en "ontslag wegens technische redenen van arbeidsorganisatie" te verduidelijken. Afdeling 3. - Evaluatie van het sectorale outplacement

Art. 10.De partijen belasten het beheerscomité van FOPAS met een evaluatie van de sectorale outplacementresultaten teneinde de doeltreffendheid van de beroepsherinschakeling van ontslagen werknemers op te krikken. Afdeling 4. - Atypische overeenkomsten

Art. 11.Een werknemer die aangeworven wordt, voor dezelfde functie in het raam van een overeenkomst van onbepaalde duur, nadat hij achtereenvolgens verschillende overeenkomsten van bepaalde duur heeft gehad, zal vrijgesteld worden van een proefperiode op voorwaarde dat hij tewerkgesteld is geweest gedurende een totale periode van 12 maanden.

Een werkgroep zal onderzoeken of sommige extralegale voordelen die nu worden toegekend aan werknemers met een overeenkomst van onbepaalde duur eventueel ook kunnen worden toegekend aan de werknemers met een overeenkomst van bepaalde duur (bijvoorbeeld : hospitalisatieverzekering).

Deze werkgroep zal zijn conclusies voorleggen aan het paritair comité ten einde deze om te zetten in een collectieve arbeidsovereenkomst vóór 31 december 2012. HOOFDSTUK IV. - Opleiding Afdeling 1. - Opleidingsinspanningen in de verzekeringssector

Art. 12.De ondertekenende partijen erkennen het belang van de ontwikkeling van opleidingen en van levenslang leren.

Daartoe sluiten ze een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende sectorale opleidingsinspanningen overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het Generatiepact. Afdeling 2. - Opleidingskrediet

Art. 13.Een opleidingskrediet, uitgedrukt in aantal dagen per jaar, wordt collectief op bedrijfsvlak als volgt bepaald : Personeelsbestand met een arbeidsovereenkomst uitgedrukt in voltijds equivalent op 30 juni van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met 4.

Dat krediet omvat zowel de opleidingen op de werkplaats als de externe opleidingen.

Elke werknemer heeft het recht tegenover zijn werkgever zijn opleidingsbehoeften op gemotiveerde wijze uit te drukken binnen het kader van een jaarlijkse behoefte-evaluatie. In geval van weigering dient de werkgever zijn beslissing te motiveren.

Een verslag hierover zal worden voorgelegd aan de ondernemingsraad samen met de jaarlijkse economische en financiële inlichtingen. Dat verslag zal onder meer gegevens bevatten over het aantal opleidingsdagen die tijdens het jaar georganiseerd werden, de verschillende soorten van opleidingen en het aantal betrokken werknemers. Afdeling 3. - Financiering van FOPAS

Art. 14.Op basis van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (deel I), titel XIII, hoofdstuk VIII, 1e afdeling, wordt een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst over de bijdrage van 0,15 pct. aan FOPAS gesloten voor de jaren 2011 en 2012. Afdeling 4. - Paritair observatorium voor de evolutie van de

verzekeringsberoepen

Art. 15.Er wordt in 2012 een paritair observatorium voor de evolutie van de verzekeringsberoepen opgericht. Dat observatorium heeft tot taak op de toekomstige ontwikkelingen te anticiperen en toekomstgericht na te denken over werkgelegenheid, opleiding en competenties in de verzekeringssector. Op dit gebied zal gestreefd worden naar samenwerking met FOPAS. HOOFDSTUK V. - Einde carrière

Art. 16.Gelet op de huidige sectorale leeftijdspiramide erkennen de partijen de noodzaak om werk te maken van een vooruitlopend beleid inzake competentiebeheer.

Zo wensen ze constructief na te denken over : - de begeleiding gedurende de volledige loopbaan van de werknemers; - de omkadering van de werknemers op het einde van hun loopbaan.

Dit werk kan geschieden binnen het beheerscomité van FOPAS. De werkzaamheden van het in artikel 15 vermelde observatorium voor de evolutie van de verzekeringsberoepen kunnen daarvoor als uitgangspunt dienen.

Desgevallend kan dit leiden tot sectoraanbevelingen. HOOFDSTUK VI. - Preventie en beheer van stress op het werk

Art. 17.De paritaire begeleidingswerkgroep wordt voortgezet.

Deze heeft tot taak binnen de sector het bewustmakingsbeleid in verband met stress op het werk voort te zetten. De werkgroep houdt een paritaire evaluatie van de al genomen maatregelen.

De werkgroep heeft tot taak aanbevelingen voor de ondernemingen op te stellen opdat zij hun inspanningen inzake preventie en beheer van stress op het werk zouden voortzetten.

Bijzondere aandacht zal aan de problematiek van seniors besteed worden.

Die aanbevelingen zullen binnen elke onderneming (in het CPBW) besproken worden om tegen 31 december 2012 in het paritair comité tot een evaluatie te kunnen overgaan. HOOFDSTUK VII. - Mobiliteit

Art. 18.Er wordt in het paritair comité een paritaire werkgroep opgericht. Deze krijgt als opdracht de sectorale aanbevelingen van 4 april 2011 te evalueren.

Deze werkgroep zal zijn conclusies voorleggen aan het paritair comité tegen ten laatste 31 december 2012. HOOFDSTUK VIII. - Studenten

Art. 19.Op 1 januari 2012 wordt artikel 11 - studenten - van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van 19 februari 1979 opgeheven. Zo wordt het door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 12 mei 1988 gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen van toepassing op de overeenkomsten voor studenten die aangeworven worden in een verzekeringsonderneming. HOOFDSTUK IX. - Sociaal overleg

Art. 20.Een paritaire werkgroep wordt opgericht betreffende het sociaal overleg. HOOFDSTUK X. - Fonds voor vakbondsopleiding

Art. 21.Assuralia stort in 2011 en 2012 een jaarlijkse bijdrage van 750.000 EUR aan het Fonds voor vakbondsopleiding, betaalbaar per kwartaal en na vervallen termijn, op voorwaarde dat aan de hieronder vermelde bepalingen (sociale vrede en marge) wordt voldaan.

De vakbondsorganisaties stellen voor gebruik door het paritair comité een rapport op over de verdeling en de effectieve aanwending van die bedragen. HOOFDSTUK XI. - Sociale vrede

Art. 22.De partijen en hun mandatarissen zien ervan af om, tijdens de duur van deze overeenkomst, een collectief conflict uit te lokken, uit te roepen of te steunen dat, op het vlak van de sector of van de ondernemingen afzonderlijk, kracht bijzet aan eisen betreffende punten die door bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten geregeld worden. HOOFDSTUK XII. - Marge voor de ontwikkeling van de loonkosten

Art. 23.De partijen erkennen dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 maart 2011 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen geëerbiedigd zijn.

Dit betekent dat er geen enkele aanvullende eis die gevolgen heeft voor de loonkost zal worden ingediend op het niveau van de ondernemingen betreffende de elementen en punten die door dit akkoord 2011-2012 en de daarbij behorende collectieve arbeidsovereenkomsten geregeld worden. HOOFDSTUK XIII. - Geldigheidsduur

Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012, met uitzondering van artikel 8 (betreffende het ontslag wegens technische redenen van arbeidsorganisatie : die bepaling blijft van toepassing tot 31 december 2013) en de artikelen 4 (verhoging van de sectorale barema's), 5 (forfaitaire verhoging), 6 (ecocheques), 7 (omzetting) en 19 (studenten) die voor onbepaalde duur gesloten zijn.

Die laatste kunnen opgezegd worden mits de voorzitter van het paritair comité daarvan drie maanden op voorhand in kennis wordt gesteld per aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juli 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Betreffende de ecocheques, koninklijk besluit van 28 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202707 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de eco-cheques type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009202725 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 96 van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige werknemers die worden ontslagen, ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008 type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 13/07/2009 numac 2009012190 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers sluiten, Belgisch Staatblad van 13 juli 2009 (alsook advies 1675 van 20 februari 2009 van de Nationale Arbeidsraad).

^