Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2009
gepubliceerd op 18 september 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2009024307
pub.
18/09/2009
prom.
17/07/2009
ELI
eli/besluit/2009/07/17/2009024307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van instellingen voor de conformiteitbeoordeling, gewijzigd bij de programmawet van 9 juli 2004, artikel 3;

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, artikel 5, § 1er, 1°, 3°, 5°, 6° en 10°;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW, de artikelen 1, 2, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12 en 13;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn, in het kader van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 16 januari 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 7 februari 2007;

Gelet op de kennisgeving van het ontwerp aan de Europese Commissie op 8 februari 2007, overeenkomstig Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 5 maart 2007;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 5 maart 2007;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 28 maart 2007;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 april 2009;

Gelet op advies nr. 43.025/3 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat et Energie, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit tot regeling van de emissieniveaus van verontreinigende stoffen voor de olie- en gasgestookte verwarmingstoestellen, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW ».

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 1°/1 wordt ingevoegd, luidende : « 1°/1 warmeluchtgenerator : het geheel bestaande uit warmtelichaam en brander ontworpen en samengebouwd om uitsluitend samen te functioneren en dat de door verbranding vrijgekomen warmte doorstuurt naar de lucht.Deze inrichting wordt Unit genoemd; » 2° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : « 2° brander : elke nieuwe brander bestemd voor de uitrusting van een ketel of een warmeluchtgenerator;» 3° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° verwarmingstoestel : een ketel, een warmeluchtgenerator of een brander;» 4° de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : « 6° vloeibare brandstof : gasolie voor verwarming, als gedefinieerd in de norm NBN T 52-716 (Aardolieproducten - Gasolie verwarming - Specificaties) laatste uitgave, en gasolie voor verwarming extra, overeenstemmend met de norm NBN-EN-590 (Brandstoffen voor wegvoertuigen - Gasolie diesel - Eisen en beproevingsmethoden), laatste uitgave;» 5° de bepaling onder 7°/1 wordt ingevoegd, luidende : « 7°/1 verontreinigende stoffen : stikstofoxides (NOX), koolstofmonoxide (CO) en roet;» 6° de bepaling onder 8° wordt vervangen als volgt : « 8° de bevoegde autoriteit : het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;».

Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de op de markt gebrachte olie- en gasgestookte verwarmingstoestellen met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW. § 2. Dit besluit bepaalt de toegelaten emissieniveaus van verontreinigende stoffen voor de in § 1, bedoelde toestellen. ».

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Het is verboden een verwarmingtoestel op de markt te brengen dat : - niet beantwoordt aan de niveaus van de emissiewaarden opgenomen in de tabel van bijlage IX; - niet voorzien is van zijn verklaring van overeenstemming met de verontreinigende stoffen emissieniveaus. » 2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : « § 3.In het geval dat de vervanging van een bestaand toestel door een toestel met ventilatorbrander niet compatibel is met de bestaande configuratie van de plaats van installatie, worden de maximale emissiewaarden aan NOX en CO van de ketels vastgesteld op respectievelijk 150 mg/kWh en 110 mg/kWh. ».

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : «

Art. 4bis.De Minister kan het initiatief nemen om de NOX emissies van verwarmingstoestellen die gestookt worden met vloeibare brandstof te herzien in het licht van de aan gang zijnde besprekingen in het kader van het ontwerp van verordening Ecodesign voor verwarmingstoestellen. »

Art. 6.Het opschrift van Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK VI. - Verklaring van overeenstemming met de emissieniveaus van verontreinigende stoffen ».

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De fabrikant van een toestel, als bedoeld in artikel 2, of zijn in de Europese Unie gevestigde gemachtigde, stelt voor ieder gefabriceerd type toestel een verklaring op van overeenstemming met emissieniveaus van verontreinigende stoffen bedoeld in bijlage I van dit besluit. » Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « Een exemplaar van de verklaring van overeenstemming wordt aan de bevoegde autoriteit bezorgd voor ieder gefabriceerd type toestel. De toezending van de verklaring van overeenstemming gebeurt via de informatica toepassing : » http ://www.manufacturer-heating.be » De verklaringen moeten opgesteld zijn in overeenstemming met de regels aangaande het gebruik van de talen. ».

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De instanties die zijn aangemeld met toepassing van richtlijn 90/396/EEG van de Raad en het Parlement van 29 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake gastoestellen, zijn van rechtswege erkend voor de uitvoering van de procedures bedoeld in artikel 7. ». 2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De Minister kan een erkende instantie voor alle of een gedeelte van de specifieke taken en onderzoeksprocedures waarvoor een erkenning was afgeleverd opnieuw onderwerpen aan een onderzoek door de bevoegde diensten. ».

Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 11.§ 1. De Minister bepaalt de erkenningvoorwaarden voor geaccrediteerde laboratoria. De lijst van laboratoria wordt in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. § 2. Het onderzoek van de verklaring van overeenstemming of de afwezigheid van de verklaring van overeenstemming, kan proeven en metingen door een erkend laboratorium noodzakelijk maken. § 3. In geval van veronderstelde niet-conformiteit brengt de bevoegde overheid verzegelingen aan op twee verwarmingstoestel. De fabrikant of zijn gemachtigde gevestigd in de Europese Unie of de distributeur stelt de bevoegde overheid kosteloos de twee verwarmingstoestellen die verzegeld werd ter beschikking.

De fabrikant of zijn gemachtigde gevestigd in de Europese Unie of de distributeur levert op eigen kosten het verwarmingstoestel dat verzegeld werd aan het erkend laboratorium. Het tweede verwarmingstoestel wordt bewaard bij de fabrikant of zijn gemachtigde gevestigd in de Europese Unie of de distributeur voor tegen-expertise.

In dit laatste geval zijn alle kosten ten laste van de fabrikant of zijn gemachtigde gevestigd in de Europese Unie of van de distributeur. § 4. Het erkende laboratorium maakt het verslag van de analyses over aan de bevoegde overheid. § 5. In geval van niet-conformiteit met artikel 4, streepje 1, wordt de bevoegde dienst belast met het eisen van de terugtrekking van alle betrokken verwarmingstoestellen uit de Belgische markt. ».

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 11/1.De bevoegde autoriteit publiceert regelmatig de lijst van de merken van verwarmingstoestellen in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit. Deze lijst is toegankelijk op de webstek van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, www.health.fgov.be, Milieu, Duurzame productie en consumptie, producten. ».

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een bijlage IX toegevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

Art. 12.In hetzelfde besluit : 1° worden de artikelen 5 en 6 opgeheven;2° worden de artikelen 12 en 13 opgeheven.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking drie maanden na de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, behalve de artikelen 4, 1°, 11 en 12, 1° die in werking treden vanaf 1 januari 2010.

Art. 14.De minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 17 juli 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOx) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE

^