gepubliceerd op 05 juni 2015
Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015 tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen
30 APRIL 2015. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 26/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201725 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen sluiten tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen
De Minister van de Plaatselijke Besturen, de Stad, Huisvesting en Energie, Gelet op het Waalse wetboek van huisvesting en duurzaam wonen, artikelen 16, 1° tot 22ter, 23, 24, 25, 26 en 28;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 26/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201725 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen sluiten tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen, inzonderheid op de artikelen 7 en 13;
Gelet op het advies 57.360/4 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op artikel 8 van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en van de regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 2015;
Overwegende dat de maatregel geen weerslag heeft ten opzichte van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "besluit" verstaan : het besluit van de Waalse Regeringnvan 26 maart 2015 tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen.
Art. 2.Om in aanmerking te komen mogen alleen de in artikel 3 bedoelde investeringen door de aanvrager verricht worden.
Behoudens bepaling voorzien in lid 1, worden alle in dit besluit bedoelde prestaties en werken verricht overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming. HOOFDSTUK II. - Steun voor energiebesparende investeringen Afdeling 1. - Thermische isolatie van het dak
Art. 3.Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 2°, van het besluit is gelijk aan 5 euro per m2 geïsoleerde oppervlakte.
Het globale bedrag wordt beperkt tot de isolatie van maximum 100 m2 oppervlakte per woning. Afdeling 2. - Thermische isolatie van de muren in contact met de
buitenomgeving of met een niet verwarmde of niet tegen vorst beschutte ruimte
Art. 4.§ 1. Per m2 geïsoleerde oppervlakte is het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 3°, van het besluit gelijk aan : - 6 euro voor de isolatie van holle muren door het opvullen van de spouw d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de coëfficiënt R gelijk is aan 1.5 of meer; - 8 euro voor de isolatie van de muren langs de binnenkant d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de coëfficiënt R gelijk is aan 2 of meer; - 12 euro voor de isolatie van de muren langs de buitenkant van de bestaande wand d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de coëfficiënt R gelijk is aan 3,5 of meer. § 2. Het globale bedrag wordt beperkt tot de isolatie van maximum 100 m2 oppervlakte per woning. Afdeling 3. - Thermische isolatie van de vloeren
Art. 5.§ 1. Het basisbedrag per m2 geïsoleerde oppervlakte voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 4°, van het besluit is gelijk aan : - 8 euro voor de isolatie, door een aannemer, langs boven (vloersteen) van de structuur van de vloer d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de coëfficiënt R gelijk is aan 2 of meer; - 8 euro voor de isolatie langs beneden (kelder) of in de structuur van de vloer d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de coëfficiënt R gelijk is aan 3.5 of meer. § 2. Het globale bedrag wordt beperkt tot de isolatie van maximum 100 m2 oppervlakte per woning. Afdeling 4. - Uitvoering van een energie-audit
Art. 6.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 1°, is gelijk aan 200 euro.
De energie-audit die overeenkomstig het ministerieel besluit van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 15/07/2013 pub. 07/11/2013 numac 2013205955 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit tot bepaling van de verschillende categorieën energie-audit bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 november 2012 betreffende de energie-audit van een woning sluiten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 15 november 2012 betreffende de energie-audit van een woning uitgevoerd wordt, komt in aanmerking. Afdeling 5. - Installatie van één van de verwarmings- en/of sanitair
warmwatersystemen Aardgascondensatieketel
Art. 7.§ 1. Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 5°, a), is gelijk aan 200 euro. § 2. Om in aanmerking te komen voldoet de investering aan de volgende voorwaarden : 1° de werken worden door een aannemer uitgevoerd.Voor zover de aannemer niet over de vergunning aardgas (label CERGA) beschikt, moeten de installaties opgeleverd worden door een orgaan dat geaccrediteerd is om controle te voeren op de aardgasbinneninstallaties; 2° de installatie is een aardgasketel, eenvoudige of dubbele dienst, met condensor gelabeld EG, overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 maart 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/1997 pub. 20/06/1997 numac 1997011136 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels sluiten betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels, of het koninklijk besluit van 11 maart 1988 betreffende de vereisten inzake rationeel energieverbruik waaraan de verwarmingstoestellen moeten voldoen. Die toestellen zijn voorzien van de markering EG België en werken op aardgas, categorie I2E+, I2E(S)B, I2E(R)B, I2E(S) of I2E(R).
De gasketel voor centrale verwarming/warmwater heeft een minimaal rendement/deellast van 107 % t.o.v. het lagere calorisch vermogen van aardgas, waarbij dat rendement gemeten wordt overeenkomstig de voorwaarden omschreven in het koninklijk besluit van 18 maart 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/1997 pub. 20/06/1997 numac 1997011136 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centrale-verwarmingsketels sluiten, namelijk 30 % van het nominaal vermogen bij een retourwatertemperatuur van 30 °C. De ketel is conform het koninklijk besluit van 17 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/07/2009 pub. 18/09/2009 numac 2009024307 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW sluiten tot regeling van de stikstofoxides (NOx) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders, met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan of lager dan 400 kW.
Art. 8.De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een afschrift van het door de bevoegde installateur opgemaakte attest van conformiteit van de installatie, vergezeld van, hetzij een afschrift van zijn bevoegdheidscertificaat, hetzij een afschrift van het proces-verbaal van oplevering van de installatie door het controle-orgaan dat geaccrediteerd is om controle te voeren op aardgasinstallaties.
Biomassaketel
Art. 9.§ 1. Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 5°, d), is gelijk aan 800 euro. § 2. Om in aanmerking te komen voldoet de installatie aan de volgende voorwaarden : 1° de werken worden door een aannemer uitgevoerd;2° het stoken, uitsluitend automatisch, voldoet aan de definities, eisen, beproevingen en merken van de norm NBN EN 303-5 en het rendement, berekend volgens die norm, is hoger dan 85 %. § 3. In de zin van dit artikel wordt verstaan onder : 1° biomassa : hernieuwbare grondstoffen van plantaardige herkomst;2° uitsluitend automatisch stoken : wijze van stoken die strikt voldoet aan de automatische stookcriteria omschreven in de normen NBN EN 303-5. Warmtepomp voor sanitair warmwater - Warmtepomp verwarming of gecombineerd
Art. 10.Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 5°, b) en c), van het besluit is gelijk aan : 1° 400 euro voor de installatie, door een aannemer, van een warmtepomp die aan bovenbedoelde criteria voldoet, voor de exclusieve productie van sanitair warmwater;2° 800 euro voor de installatie, door een aannemer, van een warmtepomp als hoofdverwarming van een woning die voldoet aan de ventilatiecriteria overeenkomstig de wetgeving van kracht op de datum van het bericht van ontvangst van de laatste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.Het niveau van de globale thermische isolatie K van de woning is gelijk aan 45 of minder.
De reversibele warmtepompen voor de koeling van de woningen komen niet in aanmerking voor het voordeel van de premie. Daarenboven mag de woning niet uitgerust worden met een elektrisch verwarmingssysteem, behalve voor de exclusieve verwarming van de badkamers of douches.
Art. 11.Om in aanmerking te komen voldoet de installatie van een warmtepomp aan de criteria omschreven in bijlage I.
Art. 12.De aanvrager voegt bij zijn aanvraag : Wat betreft de premie bedoeld onder 1° van artikel 10 : a) hetzij het rapport van de test uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen die vastliggen in de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van beproevingen op warmtepompen volgens de norm NBN EN 255-3 [2 of NBN EN 16147]2 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen [2 NBN EN 15879-1]2 of [3 pr EN 15879-2]3, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3; b) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de producent gevestigd is, het rapport van de test, volgens de norm NBN EN 255-3 [2 of NBN EN 16147]2 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen [2 NBN EN 15879-1]2 of [3 pr EN 15879-2]3, overeenkomstig punt 3.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen die vastliggen in de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van beproevingen op andere toepassingen.]1 Wat betreft de premies bedoeld onder 2° van artikel 10 : a) het formulier voor de berekening van de vermelde coëfficiënt K;b) een document met de omschrijving van alle wanden van het warmteverliesoppervlak in de woning en de berekening van de coëfficiënten U (of k);c) een afschrift van de plannen van alle niveaus en van de verdelingen van de woning;d) een nota met een beschrijving van het systeem van de geïnstalleerde ventilatie; e) hetzij het rapport van de test uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen die vastliggen in de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van beproevingen op warmtepompen volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen NBN EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3; f) hetzij, bij gebrek aan dergelijk laboratorium in het land waar de producent gevestigd is, het rapport van de test, volgens de norm NBN EN 14511 van kracht bij de uitvoering van de test, of volgens de normen NBN EN 15879-1 of pr EN 15897-2, overeenkomstig punt 2.b. van bijlage 3, uitgevoerd door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen die vastliggen in de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor de uitvoering van beproevingen op andere toepassingen.
Installatie van een zonneboiler
Art. 13.§ 1. Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in artikel 6, 5°, e), is gelijk aan 1.500 euro. § 2. Om in aanmerking te komen voldoet de installatie aan de volgende voorwaarden : 1° de installatie wordt geplaatst door een aannemer die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren; 2° de installatie beschikt over zonnecollectoren met een optische oppervlakte van minimum twee m2;3° de collectoren voldoen aan de eisen van de toepasselijke Europese norm.Ze voldoen aan de test voorzien in de norm EN-12975, volgens de voorschriften van de label Solar Keymark of van elk ander gelijkwaardig systeem erkend door de Minister of diens afgevaardigde; 4° de afmetingen van de installatie staan een zonnefractie van minimum 60 % toe;5° het systeem haalt een minimaal niveau van globale prestatie.Dat minimale niveau is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden betreffende, ondermeer, de oriëntatie van de collector en het meetsysteem waarmee de installatie uitgerust is : a) de collector is georiënteerd van het zuiden naar het oosten of het westen;b) de installatie beschikt over de volgende meetelementen : 1.een debietmeter en twee thermometers waarmee een vluchtige visuele controle op de werking van de installatie gevoerd kan worden; 2. een energiemeter en de temperatuursondes die nodig zijn voor de goede werking ervan;3. een sanitair watermeter op het sanitaire circuit.
Art. 14.§ 1. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag : 1° een afschrift van het Qualiwall certificaat waaruit blijkt dat de installateur gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren; 2° een verklaring van conformiteit van de installatie opgemaakt door een installateur die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, op basis van een type-model van de administratie; 3° een afschrift van het type-aanbod van thermische zonneboilers bekendgemaakt op de internetsite van het Operationeel directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst, ingevuld en getekend door de begunstigde en de installateur. § 2. De installaties uitgevoerd door een onderneming die voor thermische zonne-systemen gelabeld is door een door de administratie erkend labelend orgaan worden geacht te voldoen aan de voorwaarden vermeld in paragraaf 1. Daartoe verschaft de gelabelde installateur voor elke uitgevoerde installatie elk ogenblik en op verzoek de documenten bedoeld in het eerste lid aan het labelend orgaan.
Om erkend te worden moet elk labelend orgaan de volgende voorwaarden vervullen : 1° aan de Minister of aan zijn afgevaardigde het geheel van de documenten overleggen waarmee het bewijs van een relevante ervaring in de domeinen bebeerscontrole, werf, management geleverd kan worden;2° aan de Minister of aan zijn afgevaardigde het geheel van de documenten overleggen ter validering van de procedures, de termijnen en de tarifering die toegepast zullen worden in het kader van een labeliseringsaanvraag alsook van de controlemaatregelen waarmee nagegaan kan worden of de gelabelde installateurs de labelingsvoorwaarden naleven;3° een onafhankelijk en neutraal orgaan zijn;4° de dossiers betreffende de ondernemingen die gelabeld zijn of worden elk ogenblik aan de Minister of aan zijn afgevaardigde kunnen voorleggen;5° beschikken over een gegevensbank die voor de gelabelde installateurs toegankelijk is met het oog op de codering in lijn van de installaties die ze uitgevoerd hebben en die ook toegankelijk zal zijn voor de Minister of zijn afgevaardigde;6° om de drie maanden een rapport van de analyse en de opvolging van de klachtenaanvragen alsook de gegevens van de gelabelde ondernemingen aan de Minister of zijn afgevaardigde overleggen. De Minister of zijn afgevaardigde kan desgevallend de bijkomende voorwaarden bepalen waaraan elk labelend orgaan moet voldoen. HOOFDSTUK III. - Steun voor investeringen in het kader van de renovatie van woningen Afdeling 1. - Dakwerken
Onderafdeling 1. - Vervanging van de dakbedekking
Art. 15.Het basisbedrag per m2 vervangen dakoppervlakte voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 1°, a), van het besluit is gelijk aan 8 euro.
Het globale bedrag wordt beperkt tot de vervanging van maximum 100 m2 oppervlakte per woning.
Onderafdeling 2. - Aanpassing van het dakgeraamte
Art. 16.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 1°, b), van het besluit is gelijk aan 500 euro.
Onderafdeling 3. - Vervanging van een voorziening voor de opvang en de afvoer van regenwater
Art. 17.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 1°, c), van het besluit is gelijk aan 200 euro. Afdeling 2. - Droogmaking, stabilisatie en sanering van de muren en de
bodem Onderafdeling 1. - Droogmaking van de muren
Art. 18.§ 1. Het basisbedrag per m2 drooggemaakte oppervlakte voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, a), van het besluit is gelijk aan 8 euro.
Het globale premiebedrag wordt per jaar beperkt tot de droogmaking van maximum 100 m2 oppervlakte per woning. § 2. Het basisbedrag per strekkende meter muurvoet voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, a), ii, van het besluit is gelijk aan 8 euro.
Het globale premiebedrag wordt per jaar beperkt tot de droogmaking van 50 strekkende meters per woning.
Onderafdeling 2. - Versterking van onstabiele muren of sloping en volledige heropbouw van die muren
Art. 19.Het basisbedrag per m2 oppervlakte voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, b), van het besluit is gelijk aan 8 euro.
Het globale bedrag wordt beperkt tot maximum 100 m2 oppervlakte per woning.
Onderafdeling 3. - Vervanging van de dragers (balklagen, holle vloerplaten, enz...) van de doorloopruimtes in één of meer lokalen
Art. 20.Het basisbedrag per m2 voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, c), van het besluit is gelijk aan 8 euro.
Het globale bedrag wordt beperkt tot maximum 100 m2 oppervlakte per woning.
Onderafdeling 4. - Werken ter verwijdering van de huiszwam of van elke schimmel met soortgelijke gevolgen, door vervanging of behandelingen van de aangetaste onroerende bestanddelen
Art. 21.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, d), van het besluit is gelijk aan 500 euro.
Onderafdeling 5. - Werken van aard om de radon te verwijderen
Art. 22.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 2°, e), van het besluit is gelijk aan 500 euro. Afdeling 3. - Aanpassing van de elektrische installatie, incluis de
vervanging van de elektriciteitskast
Art. 23.Het basisbedrag voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 3°, van het besluit is gelijk aan 300 euro.
De premie wordt toegekend op voorwaarde dat een conformiteitscertificaat voor de elektrische installatie wordt afgegeven door het daartoe erkende orgaan.
Art. 24.De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een afschrift van het conformiteitscertificaat dat na de uitvoering van de werken door het erkende orgaan wordt afgegeven. Afdeling 4. - Vervanging van het buitenschrijnwerk als het om enkel
glaswerk gaat of mits eensluidend advies van de schatter i.v.m. gezondheidsmotieven
Art. 25.§ 1. Het basisbedrag per m2 voor de investeringen bedoeld in artikel 12, 4°, van het besluit is gelijk aan 15 euro. § 2. Het globale bedrag wordt beperkt tot maximum 40 m2 oppervlakte per woning. § 3. Na afloop van de werken voldoet het buitenschrijnwerk (deuren en raamwerk) aan een warmtedoorgangscoëfficiënt van 1,8 W/m2K of minder voor het geheel raamwerk + glaswerk (Uw). Het glaswerk dat in het buitenschrijnwerk aangebracht wordt voldoet aan een warmtedoorgangscoëfficiënt Ug van 1,1 W/m2K of minder die overeenkomstig de EG-markering bepaald wordt, i.e. berekend volgens de norm NBN EN 673. De premie wordt slechts toegekend als de NBN S23-002 in acht genomen wordt en als het glaswerk identificeerbaar is via een markering op de afstandhouder tussen de glasbladen.
Namen, 30 april 2015.
P. FURLAN
BIJLAGE 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.a. Energiewinning.
Indien een stedenbouwkundige en/of milieuvergunning vereist wordt voor de exploitatie van dat natuurlijke hulpmiddel, wordt het bewijs van de aanvaarding van de vergunning(en) bij de premieaanvraag gevoegd. 1.a.a. In het water : De winning kan verricht worden hetzij in oppervlaktewateren (rivieren, vijvers, meren,...), hetzij in diepe wateren (grondwaterlagen, putten,...), op "statische" of "dynamische" wijze.
De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het gezamenlijke systeem van energie-opneming : - in het geval van een "dynamische" winning (door oppompen), omvat het o.a. de dimensionering van de eventuele tussenwarmtewisselaars, de vloeistofdebieten, de temperatuurdelta's, het vermogen van de hulpmiddelen... - in het geval van een "statische" winning (via een onder water gezette wisselaar), omvat het o.a. de dimensionering van de wisselaar, van het eventuele kunstmatig bekken of van de natuurlijke bron,... 1.a.b. In de grond : De energiewinning kan verwezenlijkt worden hetzij met een begraven verdamper, hetzij met een warmtewisselaar met glycolwater die in de grond begraven is.
De premieaanvraag gaat vergezeld van de berekeningsnota voor het systeem van energie-opneming : - bij gebruik van een tussenvloeistof zoals glycolwater, gaat het hetzij om de dimensionering van de horizontaal geplaatste warmtewisselaar, hetzij om de verticale sonde(s). De nota vermeldt o.a. het secundaire vloeistofdebiet en het vermogen van de hulpmiddelen. - in het geval van een horizontale of verticale verdamper, gaat het om de dimensionering van die verdamper.
Bij winning d.m.v. een verticale sonde gaat het premieaanvraagformulier vergezeld van een geologisch analyserapport dat door of voor de boormaatschappij is uitgevoerd.
In het geval van een warmtepomp met verticale sonde en directe koeling moet laatstgenoemde met horizontale sondes kunnen worden geplaatst. 1.a.c. In de buitenlucht : In de lucht kan de energiewinning op statische of dynamische wijze verwezenlijkt worden.
De warmtepompen die de buitenlucht als energiebron gebruiken kunnen eventueel van een extra elektrische dompelaar voorzien worden daar waar warmte geloosd wordt. De dompelaar wordt onder de condensator geplaatst.
De warmtepompen voor de productie van warm sanitair water moeten daadwerkelijk functioneren onder de temperatuurvoorwaarden die in dit bestek worden bepaald.
De verdamper moet zich buiten het gebouw bevinden. In het geval van een dynamische winning kan de verdamper echter binnen het gebouw geplaatst worden als hij voorzien is van hermetische omhulsels voor de aanzuiging van de buitenlucht en de afvoer van de aangezogen lucht naar de buitenkant van het gebouw.
In het geval van een statische winning wordt de warmtepomp niet uitgerust met een ontdooiingssysteem, maar wordt de buitenwisselaar zonder belemmering van het zonlicht en de natuurlijke luchtstroom gericht tussen het oosten en het westen en via het zuiden.
Ook in dit geval gaat de premieaanvraag vergezeld van de berekeningsnota betreffende de dimensionering van het gezamenlijke systeem van energie-opneming. Bij gebruik van een secundaire vloeistof worden het debiet en het vermogen van de hulpmiddelen nader bepaald.
De warmtepomp moet zodanig gedimensioneerd worden dat ze de totaliteit van het warmteverlies van het gebouw dekt voor een temperatuur van de buitenlucht hoger dan of gelijk aan een waarde genoemd evenwichtspunt.
Die waarde moet maximum 2 °C bedragen. 1.b. Aanvullende bepaling.
De installatie wordt uitgerust met bijkomende elektrische meters voor de meting van het verbruik i.v.m. het gebruik van de warmtepomp en van de hulpmiddelen van de installatie (namelijk de circulatiepompen, de dompelaars, alsmede voor de productie van sanitair warm water, de extravoorziening). 2. WARMTEPOMPEN VOOR DE VERWARMING VAN EEN WONING De reversibele warmtepompen voor de klimaatregeling van het gebouw komen niet in aanmerking voor de premie. 2.a. Energielozing. 2.a.a. Lozing in de omgevingslucht : De warmtepompen die de thermische energie in de lucht lozen, komen niet in aanmerking voor de premie. 2.a.b. Lozing d.m.v. een warmtegenererende vloeistof of water : Lokalen mogen in geen geval d.m.v. radiatoren of convectoren verwarmd worden. Alleen een laag temperatuur-vloer- of muurverwarmingssysteem en laag temperatuur ventilo-convectoren worden toegelaten in lokalen die niet als woonkamer dienen.
De verwarming van een woonkamer uitsluitend door middel van een systeem dat slechts met elektriciteit functioneert, wordt alleen in de badkamers en douches toegelaten. 2.b. Minimale prestaties.
Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de warmtepomp voor de verwarming van de woning aan een minimale prestatiecoëfficiënt die varieert naargelang de aangewende technologie.
De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN EN 14511 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° koude bron aan de ingang van de verdamper
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Dynamische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 oC
35 °C
3.1
Diepwater of oppervlaktewater
Water
10 oC (*)
35 oC
5.1
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal)
Water
0 oC (*)
35 oC
4.3
(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper.
De COP van de systemen die niet onder de norm NBN EN 14511 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel. De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de lucht in contact met de wisselaar
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Statische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 oC
35 oC
3.1
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de vloeistof bij de verdamping
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Gaswisselaar (horizontaal of verticaal)
Water
- 5 oC
35 oC
4
Gas
- 5 oC
35 °C
4
De COP van de systemen met directe koeling kunnen echter bepaald worden overeenkomstig de bepalingen van de norm NBN EN 15879-1 of pr EN 15879-2 die bij de uitvoering van de test vigerend is, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel. De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de vloeistof bij de verdamping
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Gaswisselaar (horizontaal of verticaal)
Water
4 oC
35 oC
4.3
Gas
4 oC
35 oC
4.3
2.c. Gecombineerd gebruik voor het sanitair warm water Als de warmtepomp ook voor de verwarming van het sanitair warm water wordt gebruikt, wordt de premie verhoogd indien de volgende voorwaarden vervuld worden : 1° De warmtepomp leeft de minimale criteria die hierboven voor de verwarming van de woning worden bepaald, na;2° De warmteopslagballon beschikt over een minimale opslagcapaciteit van 150 liter.De ballon wordt verticaal geplaatst en de verhouding hoogte/omtrek bedraagt minstens 2 om een juiste stratificatie te hebben; 3° Het systeem moet het risico voor salmonella voorkomen en is uitgerust met de klassieke veiligheidsgroep;4° Voor de warmtepompen dynamische lucht/water moet de werking van de warmtepomp gewaarborgd worden voor een temperatuur van de buitenlucht tot 2 oC;5° De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN EN 14511 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan.De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° koude bron aan de ingang van de verdamper
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Dynamische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C
45 oC
2.6
Diepwater of Oppervlaktewater
Water
10 °C (*)
45 oC
4.2
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal)
Water
0 oC (*)
45 oC
3.5
(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper. 6° De COP van de systemen die niet onder de norm NBN EN 14511 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel.De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de lucht in contact met de wisselaar
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Statische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C
45 oC
2.6
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de vloeistof bij de verdamping
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Gaswisselaar (horizontaal of verticaal)
Water
- 5 oC
45 oC
3
Gas
- 5 oC
45 °C
3
De COP van de systemen met directe koeling kunnen echter bepaald worden overeenkomstig de bepalingen van de norm NBN EN 15879-1 of pr EN 15879-2 die bij de uitvoering van de test vigerend is, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel. De door deze systemen te halen COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de vloeistof bij de verdamping
T° warme bron aan de uitgang van de condensator
Minimale COP
Gaswisselaar (horizontaal of verticaal)
Water
4 oC
45 oC
3.5
Gas
4 oC
45 oC
3.5
3. WARMTEPOMP VOOR DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARM WATER (PAC ECS) 3.a. Energielozing.
De warmteopslagballon beschikt over een minimale opslagcapaciteit van 150 liter. De ballon wordt verticaal geplaatst en de verhouding hoogte/omtrek bedraagt minstens 2 om een juiste stratificatie te hebben.
Het systeem moet het risico voor salmonella voorkomen en is uitgerust met de klassieke veiligheidsgroep. 3.b. Minimale prestaties.
Voor de warmtepompen dynamische lucht/water moet de werking van de warmtepomp gewaarborgd worden voor een temperatuur van de buitenlucht tot 2 C. Om in aanmerking te komen voor de premie, voldoet de warmtepomp voor de verwarming van sanitair warm water aan een minimale prestatiecoëfficiënt die varieert naargelang de aangewende technologie en de norm die van kracht is bij de uitvoering van de test. 3.b.a. De prestatiecoëfficiënt wordt bepaald volgens de norm NBN EN 255-3.
De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN EN 255-3 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De door deze systemen te halen minimale COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° koude bron aan de ingang van de verdamper
T° warme bron
Minimale COP
Dynamische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 oC
Stijging in T° van 15 ° C tot 45 °C
2.6
Diepwater of oppervlaktewater
Water
10 ° C (*)
Stijging in T° van 15 ° C tot 45 °C
4.2
Geothermische wisselaar met glycolwater (horizontaal of verticaal)
Water
0 oC (*)
Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C
3.5
(*) Indien een secundair circuit gebruikt wordt (tussenwisselaar en glycolwater), gaat het om de temperatuur van die tussenvloeistof aan de ingang van de verdamper.
De COP van de systemen die niet onder de norm NBN EN 255-3 vallen, worden bepaald volgens de door deze norm voorgedragen methodologie, rekening houdend met de vereisten opgenomen in onderstaande tabel. De door deze systemen te halen minimale COP zijn :
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de lucht in contact met de wisselaar
T° warme bron
Minimale COP
Statische buitenlucht
Water
Droge T° : 2 °C Vochtige T° : 1 °C
Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C
2.6
Winningsbron
Energie- lozing
T° van de vloeistof bij de verdamping
T° warme bron
Minimale COP
Gaswisselaar (horizontaal of verticaal)
Water
- 5 oC
Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C
3
Gas
- 5 oC
Stijging in T° van 15 °C tot 45 °C
3
3.b.b. De prestatiecoëfficiënt wordt bepaald volgens de norm NBN EN 16147 De COP van de systemen die rechtstreeks onder de norm NBN EN 16147 vallen, worden bepaald overeenkomstig de specificaties ervan. De COP van de warmtepompen "Statische buitenlucht" worden bepaald volgens de methodologie voorgedragen door de norm NBN EN 16147.
De door deze systemen te halen minimale COP zijn :
Winningsbron
T° warme bron (°C)
T° warm water (°C) e
Minimale COP (/)
Dynamische buitenlucht
7a
? hoger dan en gelijk aan 52
2,6
Statische buitenlucht
7a
? hoger dan en gelijk aan 52
2,6
Water
10b
? hoger dan en gelijk aan 52
2,9
Glycolwater
0c
? hoger dan en gelijk aan 52
2,9
Directe koeling
4d
? hoger dan en gelijk aan 52
2,9
a Temperatuur van de buitenlucht. Droge temperatuur 7 oC en vochtige temperatuur 6 oC.
b Temperatuur van het water bij ingang verdamper.
c Temperatuur van het glycolwater bij ingang verdamper.
d Temperatuur (gemiddeld) van glycolwaterbad.
e Temperatuur van referentiewarmwater (phi'WH) berekend met punt 6.6 van NBN-norm EN 16147.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 april 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 26/03/2015 pub. 01/04/2015 numac 2015201725 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen sluiten tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen.
Namen, 30 april 2015.
De Minister van de Plaatselijke Besturen, de Stad, Huisvesting en Energie, P. FURLAN