gepubliceerd op 31 januari 2019
Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen en voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie en van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling
17 JANUARI 2019. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vacatures, voor de indiening van de kandidaturen en voor de voordracht van de leden en de criteria voor de kandidaatstelling voor de leden van de Federale bemiddelingscommissie en van de commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1727/2, § 1, derde lid, en artikel 1727/4, § 1, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 18 juni 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/06/2018 pub. 02/07/2018 numac 2018012858 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing sluiten houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, en artikel 1727/5, § 1, derde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen betreffende justitie;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 november 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 november 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 5 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Bureau van de Federale bemiddelingscommissie
Artikel 1.Uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat van de leden van de commissie laat de minister van Justitie in het Belgisch Staatsblad een oproep tot kandidaten bekendmaken.
In afwijking van het eerste lid wordt de eerste oproep tot kandidaten binnen een maand na de inwerkingtreding van dit besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 2.Binnen een maand na de oproep tot kandidaten worden de kandidaturen per aangetekende zending gericht aan : 1° de Ordre des barreaux francophones et germanophone, voor de advocaat die tot die orde behoort;2° de Orde van Vlaamse balies, voor de advocaat die tot die orde behoort;3° de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, voor de notarissen;4° de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, voor de gerechtsdeurwaarders;5° de Hoge Raad voor de Justitie, voor de magistraten;6° de representatieve instanties, voor de erkende bemiddelaars die geen van de hierboven opgesomde beroepen uitoefenen.
Art. 3.Enkel personen die doen blijken van relevante competenties in het domein van de bemiddeling in de zin van het zevende deel van het Gerechtelijk Wetboek of op het stuk van praktijkervaring of opleiding inzake bemiddeling in de zin van het zevende deel van het Gerechtelijk Wetboek kunnen zich kandidaat stellen.
Enkel kandidaten die nog niet of slechts 1 keer een mandaat in de Federale bemiddelingscommissie hebben opgenomen, mogen kandidaat zijn, overeenkomstig artikel 1727/2, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek.
De kandidaturen gaan vergezeld van een curriculum vitae, een motivatiebrief, een uittreksel uit het Strafregister, het bewijs van een van de competenties bedoeld in het eerste lid en, in voorkomend geval, het bewijs van hun erkenning.
Art. 4.Binnen een maand na de maand waarin de kandidaturen moeten worden ingediend, worden de met redenen omklede voordrachten bedoeld in artikel 1727/2, § 1, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek per aangetekende zending aan de minister van Justitie gericht.
Elke instantie kan een lijst met een naam per te begeven zetel voordragen. HOOFDSTUK 2. - Commissie voor de erkenning van Belgische en buitenlandse bemiddelaars en commissie voor de erkenning van opleidingen en de opvolging van de permanente vorming
Art. 5.Uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat van de leden van de commissie laat de Minister van Justitie in het Belgisch Staatsblad een oproep tot kandidaten bekendmaken.
In afwijking van het eerste lid wordt de eerste oproep tot kandidaten binnen een maand na de inwerkingtreding van dit besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 6.Binnen een maand na de oproep tot kandidaten worden de kandidaturen per aangetekende zending aan het bureau van de Federale bemiddelingscommissie gericht.
Art. 7.Enkel de door de Federale bemiddelingscommissie erkende bemiddelaars kunnen zich kandidaat stellen, met uitzondering van de magistraten in functie, die geen erkende bemiddelaars hoeven te zijn.
Enkel kandidaten die nog niet of slechts 1 keer een mandaat in de Federale bemiddelingscommissie hebben opgenomen, mogen kandidaat zijn overeenkomstig artikel 1727/2, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek.
De kandidaturen gaan vergezeld van een curriculum vitae, een motivatiebrief, een uittreksel uit het Strafregister en het bewijs van hun erkenning.
Art. 8.Binnen een maand na de maand waarin de kandidaturen moeten worden ingediend, worden de met redenen omklede voordracht bedoeld in artikel 1727/4, § 1, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek per aangetekende zending aan de Minister van Justitie gericht. HOOFDSTUK 3 Commissie voor de tuchtregeling en de klachtenbehandeling
Art. 9.Uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat van de leden van de commissie laat de Minister van Justitie in het Belgisch Staatsblad een oproep tot kandidaten bekendmaken.
In afwijking van het eerste lid wordt de eerste oproep tot kandidaten binnen een maand na de inwerkingtreding van dit besluit in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 10.Binnen een maand na de maand waarin de kandidaturen moeten worden ingediend, worden de kandidaturen per aangetekende zending aan de voorzitter van de Federale bemiddelingscommissie gericht. De voorzitter bezorgt de kandidaturen vervolgens aan de algemene vergadering van de Federale bemiddelingscommissie.
Overeenkomstig artikel 1727/5, § 1, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek draagt de algemene vergadering een lijst met 6 kandidaten, 3 Nederlandstalige en 3 Franstalige, voor aan de Minister van Justitie.
Art. 11.De kandidatuur gaat vergezeld van een curriculum vitae, een motivatiebrief, een uittreksel uit het Strafregister, het bewijs van een vaardigheid in het tuchtrecht en in het oplossen van geschillen alsmede een bewijs van de erkenning als bemiddelaar of van het gegeven dat met vrucht een opleiding inzake bemiddeling is gevolgd en in voorkomend geval het bewijs van de kennis van het Duits.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 januari 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS