gepubliceerd op 01 februari 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Doornik
17 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Doornik
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 86bis, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 28 maart 2000, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, op de artikelen 93, 95, 96 en 334, op artikel 335, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1985 en op de artikelen 336, 337, 338 en 339;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Doornik, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari 1976 en 11 oktober 1990;
Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het Hof van beroep te Bergen, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Bergen, van de procureur-generaal te Bergen, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Doornik, van de procureur des Konings te Doornik, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Doornik en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Doornik;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Doornik wordt vervangen als volgt : « De inleiding van de zaken geschiedt voor de eerste kamer die zitting houdt op dinsdag. »
Art. 2.Artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari 1976 en 11 oktober 1990, wordt vervangen als volgt : « De zittingen vangen aan om 9 uur, behalve de zitting in kort geding die aanvangt om 9 uur 30. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN