gepubliceerd op 10 maart 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties
17 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 februari 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 september 2008 Instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2008 onder het nummer 89191/CO/328.01)
Artikel 1.Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1993 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties;
Gelet op artikel 112 van de Wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, zoals gewijzigd door artikel 34 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven;
Wordt voor het personeel van de Vlaamse Vervoermaatschappij (V.V.M.) bij halvering van de arbeidsprestaties, vanaf de leeftijd van 55 jaar, geldend gedurende de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, op voorwaarde dat zij 25 jaar bezoldigde of geassimileerde dagen hebben op het ogenblik dat de halvering van de arbeidsprestaties een aanvang neemt en dat zij tijdens de twaalf maanden - te rekenen van datum tot datum - die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij de V.V.M. hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, een aanvullende vergoeding toegekend zoals voorzien bij voormeld koninklijk besluit van 17 november 1993.
Art. 2.De werkgever behoudt zich het recht voor ten aanzien van elke aanvraag om met het betrokken personeelslid afspraken te maken over de ingangsdatum van het halftijds brugpensioen, en dit om de continuïteit van de dienstverlening te kunnen waarborgen.
Art. 3.De berekening van het bruto-referteloon zal op dezelfde wijze geschieden als de berekening van het bruto-referteloon bij voltijds brugpensioen.
Art. 4.De jaren, doorgebracht in het stelsel van deeltijds brugpensioen, worden voltijds in aanmerking genomen bij de bepaling van de baremische anciënniteit en de dienstanciënniteit wat de overgang naar een ander barema betreft.
Art. 5.De arbeidstijdregeling zal in overleg met de entiteiten en binnen de bestaande reglementering worden bepaald.
Art. 6.Compenserende aanwerving ter vervanging is verplicht.
Art. 7.Overwegende dat het stads-en streekvervoer van de gewestelijke bevoegdheden deel uitmaakt en dat gewestelijke paritaire subcomités zijn opgericht, dat die elementen het sluiten van een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de V.V.M. verantwoorden.
Art. 8.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET