gepubliceerd op 15 maart 2000
Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan
17 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de toepassing in België van de maatregelen inzake het financiële embargo, die genomen werden door de Veiligheidsraad van Verenigde Naties met de resolutie 1267 (1999) van 15 oktober 1999 die op 14 november 1999 in werking is getreden.
Uwe Majesteit kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, de maatregelen treffen die nodig zijn voor het blokkeren van financiële tegoeden, luidens artikel 1 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties.
Dit ontwerp past de paragraaf 4, b) van de resolutie 1267 toe die aandringt op het bevriezen van het kapitaal en de financiële middelen, met name de middelen afkomstig van de tegoeden toebehorend aan de Taliban van Afghanistan.
De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel die tot doel heeft de uitvoering van artikel 1 te verzekeren, inzonderheid de bekendmaking van de lijsten van de beoogde personen, overeenkomstig de door de Verenigde Naties ter zake getroffen resoluties.
De inwerkingtreding van het besluit is voorzien voor de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De dringende noodzakelijkheid van het besluit wordt verantwoord.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS
17 FEBRUARI 2000 Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de Taliban van Afghanistan ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de resolutie 1267 (1999) genomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 15 oktober 1999 en in werking getreden op 14 november 1999;
Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, inzonderheid op de artikelen 1 en 4;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Taliban, Afghaanse factie die zichzelf ook het Islamitisch Emiraat Afghanistan noemt, geweigerd hebben om de vermeende terrorist Oussama ben Laden uit te wijzen;
Overwegende dat de resolutie 1267 (1999) in werking is getreden op 14 november 1999, dat deze internationale maatregelen dus onverwijld dienen te worden nagekomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Overeenkomstig paragraaf 4, b), van de resolutie 1267 (1999) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, moeten de tegoeden en andere financiële middelen, met name de middelen afkomstig van de tegoeden toebehorend aan de Taliban of rechtstreeks of onrechtstreeks door hen worden gecontroleerd, of toebehorend aan, of gecontroleerd door, elke onderneming toebehorend aan de Taliban of gecontroleerd door de Taliban, geïdentificeerd door het door de beoogde resolutie ingerichte Comité, worden bevroren, zodat ze niet rechtstreeks of onrechtstreeks te hunner beschikking kunnen worden gesteld.
Art. 2.De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel die tot doel heeft de uitvoering van artikel 1 te verzekeren, inzonderheid de bekendmaking van de lijsten van de beoogde personen, overeenkomstig de door de Verenigde Naties ter zake getroffen resoluties.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS