gepubliceerd op 22 januari 2025
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 2019 tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
17 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
VERSLAG AAN DE KONING Sire, I. ALGEMENE TOELICHTING De
wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
01/02/2005
numac
2005009033
bron
federale overheidsdienst justitie
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
04/08/2008
numac
2008000547
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, voorziet in de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 dat de Koning de voorwaarden bepaalt waaraan de verblijfsruimtes, de ruimtes voor de gemeenschappelijke activiteiten en de strafcellen dienen te beantwoorden inzake gezondheid, brandveiligheid en hygiëne. Daartoe dienen regels vastgelegd te worden die betrekking hebben op de omvang, de verlichting, de verluchting, de sanitaire voorzieningen en het onderhoud, hetgeen gebeurde bij het KB van 3 februari 2019 tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de
wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
01/02/2005
numac
2005009033
bron
federale overheidsdienst justitie
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
04/08/2008
numac
2008000547
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.
In het kader van de zoektocht naar andere vormen van detentie en naar het diversifiëren van wijzen van detentie, worden detentiehuizen opgericht. Deze detentiehuizen zijn te beschouwen als gevangenissen in de zin van artikel 2, 15° van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (Basiswet Gevangeniswezen), maar betreffen meer kleinschalige detentieprojecten.
In artikel 2, 16° /1 van de Basiswet gevangeniswezen wordt een detentiehuis gedefinieerd als: "een door de Koning specifiek aangewezen gevangenis die bestaat in een autonome kleinschalige voorziening die is ingebed in de maatschappelijke omgeving en waarmee zij nauwe contacten onderhoudt;" Een detentie in dergelijke kleinere structuren betekent dat niet hetzelfde veiligheidsniveau of regime gehanteerd dient te worden als in de "klassieke" gevangenissen. Zo zullen gedetineerden die in detentiehuizen verblijven onder andere in regel op elk ogenblik hun verblijfsruimte vrij kunnen verlaten en zal er over het algemeen een lagere beveiligingsgraad en grotere bewegingsvrijheid gelden.
Voor het oprichten van deze detentiehuizen wordt voornamelijk gezocht naar bestaande panden, die voorheen een andere functie hadden maar die - na het uitvoeren van de nodige aanpassingswerken - als detentiehuis kunnen worden ingericht.
Daar detentiehuizen als gevangenissen worden beschouwd in de zin van artikel 2, 15° van de Basiswet Gevangeniswezen, is het Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van deze wet en waarbij de normen inzake verblijfsruimtes en ruimtes voor gemeenschappelijke activiteiten worden bepaald, integraal op de detentiehuizen van toepassing.
Echter, gelet op de specificiteit van enerzijds de panden waarin detentiehuizen kunnen ingericht worden en van anderzijds het regime met lage beveiligingsgraad dat in de detentiehuizen van toepassing is, is het nodig om een aantal aanpassingen door te voeren aan het KB van 3 februari 2019.
Zo heeft het feit dat gedetineerden in regel steeds hun verblijfsruimte kunnen verlaten, gevolgen voor de aanwezigheid van sanitair op de verblijfsruimte. Er is immers geen noodzaak om sanitair op de kamer van een detentiehuis te voorzien indien gedetineerden 24/7 toegang hebben tot gemeenschappelijke sanitaire faciliteiten. Ook naar de noodzaak van een oproepsysteem en van een van buitenaf bedienbare nachtverlichting toe heeft dit gevolgen.
Aan het KB van 3 februari 2019 wordt ook nog een wijziging doorgevoerd die losstaat van de oprichting van detentiehuizen. Er wordt namelijk (behoudens voor strafcellen) een afwijkingsmarge van 30% ingevoerd voor de oppervlakte van het raam van 1 m2.
Zowel in "klassieke" gevangenissen als in detentiehuizen zal van deze standaardoppervlakte met 30% afgeweken kunnen worden.
II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1.Wat betreft de basisnorm van vrije hoogte (minimaal en overal 2,5m) is in artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten reeds een afwijkingsmarge van 15% ingeschreven. De huidige wijziging aan dit artikel houdt in dat in de verblijfsruimten die zich geheel of gedeeltelijk onder een schuine dakwand bevinden, de afwijkingsmarge in een deel van deze ruimten meer dan 15% kan bedragen.
Verblijfsruimten onder een schuine dakwand komen niet voor in "klassieke" gevangenissen. Deze wijziging is dan ook gericht op de oprichting van detentiehuizen, in het kader waarvan vaak naar kleinere, bestaande panden wordt gezocht. Hier is het niet uitgesloten dat één of meerdere verblijfruimtes zich geheel of gedeeltelijk onder een schuine dakwand bevinden en er (naar de plaatsen toe waar het dak dichter naar de vloer komt) geen mogelijkheid is om overal een vrije hoogte van 2,5m te behouden.
Zoals gezegd, zullen deze uitzonderlijke gevallen zich enkel voordoen in detentiehuizen, waar de gedetineerde sowieso veel minder tijd op zijn eigen verblijfsruimte doorbrengt, gezien de grote bewegingsvrijheid die binnen het detentiehuis mogelijk is.
Na overleg met de Regie der Gebouwen werd hier ter verfijning nog aan toegevoegd dat in deze ruimten die zich geheel of gedeeltelijk onder een schuine dakwand bevinden, de vrije hoogte voor 75% van de minimale vloeroppervlakte niet lager mag zijn dan 2,5 m. met een mogelijke afwijking van 15%. Voor de overige 25% van de minimale vloeroppervlakte mag voor de vrije hoogte de afwijking van 15% worden overschreden. Voor wat betreft de berekening van de minimale vloeroppervlakte in deze verblijfsruimten, wordt er slechts rekening gehouden met de oppervlakte waar een minimale vrije hoogte is van 1,5 m.
Op vraag van de Raad van State, in haar advies nr. 77.078/16 van 21 oktober 2024, wordt specifiek benoemd dat dergelijke verblijfsruimtes onder een schuin dak zich enkel in detentiehuizen kunnen bevinden.
Bovendien zullen deze verblijfsruimtes zich louter in bestaande panden bevinden die worden ingericht als detentiehuis. Bij nieuw te bouwen detentiehuizen zullen dergelijke ruimtes niet voorkomen. Dat onderscheid wordt echter omwille van de leesbaarheid van het artikel niet in het koninklijk besluit zelf gemaakt.
In haar advies verwijst de Raad van State naar aanbevelingen van het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) en stelt ze de ontworpen bepaling zo te begrijpen dat met toepassing van de nieuwe afwijkingsmogelijkheid aan die minimumnorm van het CPT niet meer zou voldaan worden. Zij voegt daar wel aan toe dat de afwijkingsmogelijkheid kan worden aanvaard voor zover wordt verduidelijkt dat de bedoelde verblijfsruimtes zich enkel in detentiehuizen kunnen bevinden. Deze toevoeging werd gedaan. Bovendien dient benadrukt te worden dat reeds in het initiële koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten een algemene afwijkingsmogelijkheid van 15% is ingeschreven op de norm van 2,5m. voor de vrije hoogte. Overeenkomstig de nieuwe afwijkingsmogelijkheid wordt enkel een bijkomende afwijkingsmarge boven 15% voorzien voor 25% van de minimale vloeroppervlakte in verblijfsruimtes onder een schuin dak. De reeds bestaande afwijkingsmarge van 15% blijft behouden voor 75% van de minimale vloeroppervlakte in deze ruimtes onder een schuin dak. Dit alles met dien verstande dat voor de berekening van de vloeroppervlakte in deze ruimtes enkel rekening wordt gehouden met de oppervlakte waar een minimale vrije hoogte van 1,5m is.
In hetzelfde artikel wordt een algemene afwijkingsmogelijkheid voor de oppervlakte van de ramen van 30% op de basisnorm van 1m2 ingesteld.
Sinds de inwerkingtreding van het koninklijk besluit in 2019 is immers een analyse gebeurd van alle huidige cellen. Er zijn soms een aantal aanpassingen nodig, die tijd vragen maar uitvoerbaar zijn (zoals de aanpassing van het sanitair, de oproepsystemen, etc). De oppervlakte van het raam is echter in enkele gevallen problematisch. In een aantal bestaande inrichtingen komt men maar aan 70 of 80% van de vooropgestelde oppervlakte van 1m2. Een aanpassing ervan is structureel ingrijpend, bouwkundig moeilijk of niet altijd mogelijk.
Daarom wordt voorgesteld om dit artikel aan te passen en hier een marge te voorzien.
Deze aanpassing is dus niet specifiek gericht op de oprichting van de detentiehuizen maar op de bestaande gebouwen van "klassieke" gevangenissen. Voor de nieuwe inrichtingen stelt de basisnorm geen probleem. Op de vraag van de Raad van State om uitdrukkelijk te bepalen dat deze afwijking niet van toepassing is voor detentiehuizen of nieuwbouwgevangenissen wordt niet ingegaan. Er kan namelijk niet volledig uitgesloten worden dat dergelijke afwijking zich toch voordoet bij detentiehuizen in bestaande panden.
De aanbevelingen van de Raad van Europa, bij monde van het Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) - waar het koninklijk besluit op geïnspireerd is - bepalen geen minimale oppervlakte van het raam. In dat opzicht stelt deze afwijkingsmarge dus geen problemen. Natuurlijke lichtinval en rechtstreeks buitenzicht blijven uiteraard mogelijk.
Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit is bepaald dat elke verblijfsruimte minimaal voorzien is van een afgescheiden sanitair blok, bestaande uit minimaal een toilet en een lavabo, alsook een douche voor zover oppervlakte en vorm van de cel het mogelijk maken.
In geval het een verblijfsruimte voor twee of meer gedetineerden betreft, dient dit sanitair blok volledig afgescheiden te zijn van de rest van de verblijfsruimte.
Dit artikel wordt aangepast in het licht van de oprichting van de detentiehuizen.
Bij voorkeur beschikken de verblijfsruimten in een detentiehuis over een eigen toilet, lavabo en douche. Doch, dit zal echter niet in elk detentiehuis het geval zijn.
Zoals eerder aangegeven, zal er binnen de detentiehuizen een grote bewegingsvrijheid mogelijk zijn en zullen de gedetineerden in regel op elk ogenblik hun verblijfsruimte vrij kunnen verlaten. In verblijfsruimten die de gedetineerde steeds kan verlaten, is het aldus niet nodig sanitaire installaties te voorzien. De gedetineerde zal dan op elk moment zijn verblijfsruimte kunnen verlaten om van gemeenschappelijke sanitaire installaties gebruik te kunnen maken.
Dit artikel wordt eveneens aangepast in verband met de onderbrenging van een gedetineerde in een beveiligde cel. Overeenkomstig de Basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden kan een gedetineerde bij wijze van bijzondere veiligheidsmaatregel (art. 112, § 1, 5° ), individueel bijzonder veiligheidsregime (art. 117, lid 1, 6° ) of voorlopige maatregel in afwachting van de tuchtprocedure (art. 145, § 1, lid 1) in een beveiligde cel worden ondergebracht.
Het koninklijk besluit wordt aangepast in die zin dat het sanitair blok steeds afgescheiden dient te zijn van de rest van de verblijfsruimte, behalve in deze beveiligde cellen. Het betreft hier immers cellen waar de gedetineerde steeds alleen zal verblijven.
Verderop in het koninklijk besluit (art. 6) is voor de strafcel, waar een gedetineerde eveneens steeds alleen verblijft, ook geen vereiste omtrent afscheiding van het sanitair opgenomen.
De bepaling dat het sanitair blok volledig afgescheiden dient te zijn in geval van een verblijfsruimte voor twee of meer gedetineerden, blijft behouden.
Ook wat het oproepsysteem betreft, wordt dit artikel gewijzigd in het licht van de oprichting van de detentiehuizen. Indien gedetineerden steeds hun verblijfsruimte vrij kunnen verlaten, is een oproepsysteem zoals in een klassieke gevangenis niet noodzakelijk.
Art. 3.Artikel 4 van het koninklijk besluit wordt om dezelfde reden gewijzigd. Ook wat betreft de ruimten voor gemeenschappelijke activiteiten, zal er steeds vrije toegang zijn. Aangezien hier een permanent komen en gaan van gedetineerden en personeelsleden wordt voorzien, is er geen nood aan een oproepsysteem in deze ruimten.
Art. 4.In artikel 8, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten is bepaald dat de verblijfsruimten en de strafcel dienen te worden voorzien van een van buitenaf bedienbare nachtverlichting waarvan de lichtsterkte het toezicht toelaat, met maximale eerbiediging van de nachtrust van de gedetineerde.
Dit artikel wordt gewijzigd in het licht van de oprichting van de detentiehuizen. Gezien de verblijfsruimte steeds toegankelijk zal zijn, is het voorzien van een van buitenaf bedienbare nachtverlichting niet noodzakelijk.
Voorts wordt de verwijzing naar andere artikelen van dit besluit gewijzigd, opdat duidelijker wordt welke ruimten precies bedoeld worden.
Art. 5.De verwijzing naar andere artikelen van dit besluit wordt gewijzigd, opdat duidelijker wordt welke ruimten precies bedoeld worden.
Art. 6.Dit artikel bepaalt dat de minister bevoegd voor Justitie belast is met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 december 2024.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT
17 DECEMBER 2024. -Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
03/02/2019
pub.
14/02/2019
numac
2019010896
bron
federale overheidsdienst justitie
Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
type
koninklijk besluit
prom.
03/02/2019
pub.
08/02/2019
numac
2019010674
bron
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers
type
koninklijk besluit
prom.
03/02/2019
pub.
08/02/2019
numac
2019010792
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019
sluiten tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de
wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
01/02/2005
numac
2005009033
bron
federale overheidsdienst justitie
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
type
wet
prom.
12/01/2005
pub.
04/08/2008
numac
2008000547
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, artikel 41, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Federale Overheidsdienst Justitie, gegeven op 13 mei 2022;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Regie der Gebouwen, gegeven op 31 juli 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 september 2024;
Gelet op advies nr. 77.078/16 van de Raad van State, gegeven op 21 oktober 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 14/02/2019 numac 2019010896 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 41, § 2, en 134, § 2, van de wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010674 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers type koninklijk besluit prom. 03/02/2019 pub. 08/02/2019 numac 2019010792 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 14, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rustpensioenen van de openbare sector voor de perequatie van de pensioenen vanaf 1 januari 2019 sluiten tot uitvoering van de artikelen 41, § 2 en 134, § 2 van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het derde en het vroegere vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt een lid ingevoegd, luidende: "In de verblijfsruimten die zich geheel of gedeeltelijk onder een schuine dakwand bevinden, die enkel gesitueerd kunnen zijn in de in artikel 2, 16° /1 van de wet van 2005 bedoelde detentiehuizen, mag de vrije hoogte voor 75% van de minimale vloeroppervlakte niet lager zijn dan 2,5 m met een mogelijke afwijking van 15%.Voor de overige 25% van de minimale vloeroppervlakte mag voor de vrije hoogte de afwijking van 15% worden overschreden. Voor de berekening van de minimale vloeroppervlakte in deze verblijfsruimten, wordt er slechts rekening gehouden met de oppervlakte waar een minimale vrije hoogte is van 1,5 m. " 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Op deze norm voor raamoppervlakte is een afwijking van 30% mogelijk."
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Behoudens de verblijfsruimten die de gedetineerden op elk ogenblik vrij kunnen verlaten om van de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen gebruik te maken, is elke verblijfsruimte minimaal voorzien van een sanitair blok, bestaande uit minimaal een toilet en een lavabo, alsook een douche voor zover oppervlakte en vorm van de cel het mogelijk maken.
Met uitzondering van de verblijfsruimte waar de gedetineerde wordt ondergebracht in toepassing van artikel 112, § 1, 5°, van de wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, is dit sanitair blok afgescheiden van de rest van de verblijfsruimte.
In geval het een verblijfsruimte voor twee of meer gedetineerden betreft, dient dit sanitair blok volledig afgescheiden te zijn van de rest van de verblijfsruimte.
Behoudens in de verblijfsruimten die de gedetineerden op elk ogenblik vrij kunnen verlaten, is er ook een oproepsysteem aanwezig, waarvan het signaal op een permanent bereikbare dienst moet toekomen."
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden ",behoudens deze waartoe gedetineerden op elk ogenblik vrije toegang hebben,", ingevoegd tussen de woorden "gemeenschappelijke activiteiten" en de woorden "is voorzien".
Art. 4.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "de artikelen 2, 4 en 6 van dit besluit" vervangen door de woorden "de artikelen 1, 3 en 5 van dit besluit" 2° in het tweede lid worden de woorden ",behoudens deze die de gedetineerden op elk ogenblik vrij kunnen verlaten,", ingevoegd tussen de woorden "de verblijfsruimten" en de woorden "en de strafcel".
Art. 5.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 2, 4 en 6 van dit besluit" vervangen door de woorden "de artikelen 1, 3 en 5 van dit besluit"
Art. 6.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT