17 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1991 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Franse Gemeenschap van onroerende goederen bestemd voor de huisvesting van sommige buitendiensten van het « Ministère de l'Education nationale »

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 2 en 127 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid de artikelen 3 en 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1991 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Franse Gemeenschap van onroerende goederen bestemd voor de huisvesting van sommige buitendiensten van het « Ministère de l'Education nationale »;

Overwegende dat bepaalde vermeldingen onder de rubriek « Aarlen » van artikel 1 van voormeld besluit dienen rechtgezet;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Onze Minister van Financïen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 september 1991 tot regeling van de eigendomsoverdracht door de Staat aan de Franse Gemeenschap van onroerende goederen bestemd voor de huisvesting van sommige buitendiensten van het « Ministère de l'Education nationale » wordt, wat de rubriek « Aarlen » betreft, gewijzigd als volgt : « Aarlen : - administratief gebouw gelegen avenue V. Tesch 61, sectie A, gedeelte van het perceel 1000 N, 1a 40 ca groot, uitgezonderd de kelderverdieping voorbehouden voor de portierswoning van de Regie der gebouwen (oppervlakte : 62 m2) ».

Art. 2.Het in artikel 1 vermelde goed worden overgedragen in de staat waarin het zich bevindt, met de actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten en verplichtingen verbonden aan zijn verwerving, evenals de gebeurlijk aan derden toegestane rechten.

Art. 3.Onze Minister van Financiën wordt belast met het opmaken van de statuten van het goed vermeld in artikel 1 van dit besluit.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 23 oktober 1991.

Art. 5.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Financïen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Minister van Financïen, J.-J. VISEUR