gepubliceerd op 29 december 1998
Koninklijk besluit betreffende de aanduiding van commissielonen op het wisselen van munteenheden van de eurozone tijdens de overgangsperiode
17 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende de aanduiding van commissielonen op het wisselen van munteenheden van de eurozone tijdens de overgangsperiode
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 6, 1;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 1 maart 1998;
Gelet op het akkoord van de Minister van Financiën, gegeven op 10 december 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecordineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzicht bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat vanaf 1 januari 1999 de euro de munt zal worden van de Lidstaten van de Europese Unie die de eenheidsmunt aannemen en dat de Verordering (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro, de overgang naar de euro oplegt en bepaalt dat voor de omrekeningen tussen verschillende nationale munteenheden de omrekeningkoersen moeten worden gebruikt die op 1 januari 1999 zullen worden aangenomen;
Overwegende dat het van belang is dat, teneinde een loyale mededinging en een goede voorlichting van de consument te verscheren, de commissie die de actuele marges voor de uitwisseling van biljetten van de deelnemende staten in de Europese eenheidsmunt zal vervangen, afzonderlijke van de koers die als referentie zal dienen, wordt aangeduid;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In afwijking van het punt V in de bijlage aan het koninklijk besluit van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 1 maart 1998, dient het commissieloon voor het omwisselen van de biljetten van de Lidstaten van de Europese Unie die de eenheidsmunt goedkeuren, op een afzonderlijke wijze te worden vermeld.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2001.
Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN