Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 augustus 2018
gepubliceerd op 05 september 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de witzandexploitaties

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018040193
pub.
05/09/2018
prom.
17/08/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de witzandexploitaties (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de witzandexploitaties.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2017 Arbeidsvoorwaarden in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 2017 onder het nummer 143353/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.

Met "werklieden" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.Het minimumuurloon evenals de werkelijk uitbetaalde lonen van de werklieden worden verhoogd met : - 0,20 EUR/uur vanaf 1 februari 2017.

Het minimumuurloon van de werkman van 18 jaar en ouder en met 1 jaar anciënniteit bedraagt op 1 februari 2017, voor een wekelijkse arbeidsduur van zevenendertig uren, 18,3036 EUR. Vanaf 1 februari 2012 ontvangen nieuw aangeworven werklieden de eerste 6 maanden 90 pct., en na 6 maanden 95 pct. en na één jaar 100 pct. van het functieloon. De tewerkstellingsperiode als interim voorafgaand aan een vaste tewerkstelling zal meegeteld worden voor de berekening van de tewerkstellingsperiode.

Art. 3.De lonen van de werklieden aangeworven met een arbeidsovereenkomst van student voor een bepaalde duur van ten hoogste één maand bedragen 65 pct. van het S.C.R.-handlangersloon.

Art. 4.De minimumlonen van het eigendompersoneel bedragen op 1 februari 2017 13,5883 EUR. De minimumlonen van het kuispersoneel zijn op 1 februari 2017 12,5739 EUR. Deze lonen worden niet meegerekend om het gemiddelde uurloon te berekenen. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen en van de ploegenpremies aan het indexcijfer van de gezondheidsindex

Art. 5.De in artikelen 2, 3 en 4 vermelde lonen zijn gekoppeld aan het afgevlakte gezondheidsindexcijfer (gewogen gemiddelde van de laatste 4 maanden), vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.De in artikel 2 vastgestelde lonen stemmen overeen met het indexcijfer 103,51 (basis 2013).

Telkens wanneer het vorig indexcijfer met 2 pct. stijgt of daalt, worden de laatste uitbetaalde lonen en ploegenpremies met 2 pct. verhoogd of verlaagd.

De indexcijfers (basis 2013) die een verhoging tot gevolg hebben, zijn als volgt vastgesteld : 99,49 - 101,48 - 103,51 - 105,58 - 107,69.

De verlagingen die uit een daling van het indexcijfer voortvloeien, worden slechts toegepast wanneer het indexcijfer met een halve schijf beneden de waarde die de verhogingen veroorzaakte daalt.

De indexcijfers (basis 2013) die een loonsverlaging tot gevolg hebben, zijn als volgt vastgesteld : 94,69 - 96,59 - 98,52 - 100,49 - 102,50.

Art. 7.De wijzigingen voortvloeiend uit de toepassing van de artikelen 5 en 6 gaan in de eerste dag van de maand volgend op die waarvan het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing van de lonen en de ploegenpremies. HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremies

Art. 8.In de ondernemingen waar het werk met opeenvolgende ploegen is ingericht, wordt een ploegenpremie toegekend, berekend op het gemiddeld uurloon verhoogd met 0,1896 EUR : - voor de morgenploeg : 4 pct.; - voor de namiddagploeg : 7,550 pct.; - voor de nachtploeg : 27 pct..

Het verhoogd gemiddeld uurloon bedraagt 19,5924 EUR op 1 februari 2017, als volgt samengesteld:

Handlanger S.C.R.

18,3036 EUR

Manoeuvres S.C.R.

18,3036 EUR

Productie S.C.R.

19,1422 EUR

Production S.C.R.

19,1422 EUR

Atelier 1ste categorie nat zand

19,1679 EUR

Atelier 1re catégorie sable humide

19,1679 EUR

Handlanger Sibelco

19,0140 EUR

Manoeuvre Sibelco

19,0140 EUR

Productie Sibelco

20,3334 EUR

Production Sibelco

20,3334 EUR

Atelier 1ste categorie droog zand

20,2389 EUR

Atelier 1ère catégorie sable sec

20,2389 EUR

Totaal

116,2000 EUR

Total

116,2000 EUR


116,20 : 6 = 19,3667 EUR. 19,3667 EUR + 0,1896 EUR = 19,5563 EUR. Dit verhoogd uurloon wordt bij elke wijziging van de uurlonen herberekend. HOOFDSTUK V. - Zaterdagwerk

Art. 9.Voor het werk op zaterdag vanaf 6 uur ontvangen de werklieden een premie die gelijk is aan 100 pct. van het basisloon per uur prestatie. HOOFDSTUK VI. - Overuren

Art. 10.De overurengrens is opgetrokken naar 130 uur. HOOFDSTUK VII. - Terugroeping naar het werk

Art. 11.Voor terugroeping naar het werk wordt een premie toegekend van 25 EUR per terugroeping. HOOFDSTUK VIII. - Eindejaarspremie

Art. 12.De werklieden die op 30 november ingeschreven zijn in de onderneming en zelf geen opzeg hebben gegeven, hebben recht op een eindejaarspremie.

De verschillende eindejaarspremies en verplaatsingsvergoeding worden vereenvoudigd en samengebracht tot 1 eindejaarspremie. Het bedrag van deze eindejaarspremie wordt vastgesteld op : - 2.200 EUR voor 2017 en 2018.

Bij werkonbekwaamheid wordt het eerste jaar gelijkgesteld met gewerkte dagen en geeft het recht op de eindejaarspremie.

De eindejaarspremie wordt uitbetaald naar rato van één twaalfde per gewerkte maand aan : a) De werklieden die in de loop van de twaalf maanden vóór 30 november : 1° gepensioneerd zijn;2° ontslagen werden wegens economische redenen;3° aangeworven werden;b) De rechtverkrijgenden van de werklieden die in de loop van de twaalf maanden vóór 30 november overleden zijn. HOOFDSTUK IX. - Anciënniteitsverlofdagen

Art. 13.De werklieden ontvangen per voltijds dienstjaar (ziekte wordt 1 jaar gelijkgesteld) 0,25 op hun saldo anciënniteitsverlofdag en per volledige éénheid ontvangen zij een anciënniteitsverlofdag met een maximum van 5 dagen.

Voor deeltijdse werknemers wordt de jaarlijkse 0,25 saldo anciënniteitsverlofdag geproratiseerd volgens de arbeidsduur en periode.

De betaling gebeurt op het tijdstip dat de dagen worden genomen.

Deze verlofdagen zijn niet overdraagbaar naar het volgend kalenderjaar.

De werknemers ontvangen en behouden hun anciënniteitsdag op basis van het tewerkstellingsregime gedurende de gepresteerde periode. HOOFDSTUK X. - Syndicale premie

Art. 14.Mits het eerbiedigen van de sociale vrede tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, storten de werkgevers een patronale bijdrage van 125 EUR voor 2017 en 135 EUR voor 2018, vermenigvuldigd met het gemiddelde van het aantal die het voorgaande jaar werden tewerkgesteld.

De stortingen gebeuren in onderling akkoord tussen elke betrokken werkgever en de betrokken syndicale organisaties, uiterlijk op 15 juni van het lopende jaar.

Art. 14bis.De syndicale premie wordt betaald aan de syndicale organisaties waarvan de diensten en werking geleverd wordt door gesyndiceerde werknemers maar de voordelen bekomen tijdens onderhandelingen ten gunste komen van de ganse werknemerspopulatie ongeacht ze gesyndiceerd zijn of niet. HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid

Art. 15.a) De werkgevers stellen alles in het werk om geen ontslag wegens economische redenen te moeten doorvoeren gedurende de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. b) Vooraleer er tot ontslag wegens economische redenen overgegaan wordt, zullen de werkgevers trachten de betrokkenen in andere afdelingen van de onderneming te herplaatsen of een beroep te doen op gedeeltelijke werkloosheid.c) Indien er toch tot ontslag wegens economische redenen moet worden overgegaan, verbinden de werkgevers er zich toe vooraf in contact te treden met de vakbondsorganisaties. HOOFDSTUK XII. - Maaltijdcheques

Art. 16.De patronale bijdrage in de maaltijdcheques verhoogt met ingang van 1 oktober 2017 naar 6,91 EUR per gewerkte dag. De werknemersbijdrage blijft 1,09 EUR bedragen zodat de nominale waarde van de maaltijdcheque 8,00 EUR wordt. HOOFDSTUK XIII. - Werkgelegenheid

Art. 17.De aanwervingen die gebeurd zijn krachtens de opeenvolgende tewerkstellingsakkoorden blijven verworven en genieten van de werkzekerheidsregeling bedoeld in hoofdstuk XI hierboven. HOOFDSTUK XIV. - Bevordering van de tewerkstelling

Art. 18.De werkgever gaat akkoord de openstaande vacatures eerst kenbaar te maken binnen de onderneming.

De vacatures zullen 14 dagen vóór publicatie intern worden verspreid. HOOFDSTUK XV. - Afscheidsvergoeding

Art. 19.Aan de werklieden die met pensioen of met brugpensioen gaan, en die minstens 15 jaar dienstanciënniteit tellen, wordt een afscheidsvergoeding uitbetaald die gelijk is aan 22,31 EUR per gepresteerd dienstjaar in de sector. HOOFDSTUK XVI. - Werktijdverkorting

Art. 20.De werkgever gaat akkoord om een beperkt aantal dagen werktijdverkorting in halve dagen te laten opnemen onder volgende strikte voorwaarden : - maximaal 10 werkdagen kunnen opgesplitst worden; - nooit tijdens de maanden juli, augustus en december; - mits toestemming van de directe chef; - enkel wanneer de werknemer in dagploeg staat. HOOFDSTUK XVII. - Hospitalisatieverzekering

Art. 21.De partijen komen overeen om in de hospitalisatieverzekering volgende zaken te laten opnemen : - De dekking van maxi- en superforfaits (one day clinic) bij daghospitalisatie; - De periode van pre- en posthospitalisatie uit te breiden naar 2 maanden vóór en 6 maanden na de hospitalisatie; - Per kalenderjaar zal op voorlegging van de afrekening van de hospitalisatieverzekering 130 EUR van de franchise aangerekend door de hospitalisatieverzekering door de onderneming worden terugbetaald, dit voor de actieve werknemers, hun kinderen en echtgenoten; - Partijen komen overeen om de derdebetalersregeling (badge) in te voeren met betrekking tot de hospitalisatieverzekering. De totale extra kost is ten laste van de werkgever. HOOFDSTUK XVIII. - Groepsverzekering

Art. 22.De totale jaarlijkse groepsverzekeringspremie (inclusief werknemersgedeelte, taks en premies) bedraagt vanaf 1 januari 2018 667 EUR. De modaliteiten zijn vastgelegd in een groepsverzekeringsreglement. HOOFDSTUK XIX. - Thuiswachtvergoeding elektriciens

Art. 23.De thuiswachtvergoeding van de elektriciens bedraagt 158,48 EUR per week of 22,64 EUR per dag met een automatische indexkoppeling zoals in artikel 6. HOOFDSTUK XX. - Flexibiliteit

Art. 24.Mochten er individuele problemen door deze flexibiliteit ontstaan, dan is het de taak en de bevoegdheid van de syndicale delegatie om hierover te gaan samenzitten met de betrokken partijen en tot een oplossing te komen. HOOFDSTUK XXI. - Arbeidsongevallen

Art. 25.Sociale partners maken verslag inzake de voorkoming van arbeidsongevallen in de sector. HOOFDSTUK XXII. - Bestaanszekerheid

Art. 26.De vergoeding voor bestaanszekerheid bij economische werkloosheid zal volgens onderstaande tabel vastgesteld worden: Aantal economische werkloosheid over de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018 : - minder dan en inclusief 10 dagen : 21,50 EUR; - hoger dan 10 dagen : 25,50 EUR. De dagen economische werkloosheid zijn gelijkgesteld voor de berekening van de eindejaarspremie. HOOFDSTUK XXIII. - Anciënniteitspremie

Art. 27.Werknemers met een anciënniteit van 25 of 35 jaar in de onderneming ontvangen een anciënniteitspremie conform de richtlijnen van de RSZ betreffende de sociale en fiscale inhoudingen. Vanaf 1 januari 2015 zijn dit volgende bedragen : - 25 jaar anciënniteit in onderneming : 1 gemiddeld maandloon; - 35 jaar anciënniteit in onderneming : 1 gemiddeld maandloon; - Berekening gemiddeld maandloon : gemiddeld uurloon x 37 x 13 : 3; - Uitbetaling zal gebeuren in de maand december.

De uitbetaling gebeurt op basis van het tewerkstellingsregime gedurende de loopbaan binnen de organisatie. Jaren/maanden als deeltijdse worden ook aanzien als deeltijds voor de uitbetaling. HOOFDSTUK XXIV. - Objectivering alle looncategorieën/ Inventarisatie premiestelsel

Art. 28.De werkgever engageert zich om de nodige stappen te ondernemen in de objectivering van de looncategorieën binnen het werkhuis onderhoud. Tegen het einde van het jaar 2017 zal er werk gemaakt zijn van een regeling betreffende oproep, overuren en recuperatie en dergelijke en tegen 31 maart 2018 het herwerken van het huidige systeem van categorieën en fases. HOOFDSTUK XXV. - Geldigheid

Art. 29.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 februari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 januari 2019.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^