16 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende de erkenning en de toelating van ondernemingen die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik vervaardigen, invoeren, uitvoeren of verpakken

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, inzonderheid op artikel 3bis, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2003 en 23 december 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende de erkenning en de toelating van ondernemingen die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik vervaardigen, invoeren, uitvoeren of verpakken, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 30 maart 2006;

Gelet op het advies 43.350/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende de erkenning en de toelating van ondernemingen die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik vervaardigen, invoeren, uitvoeren of verpakken worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « elke semester aangifte doen aan het Ministerie van Landbouw » vervangen door de woorden « elk jaar aangifte doen aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu »;2° in het tweede lid wordt het woord « semester » vervangen door het woord « jaar ».

Art. 2.Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door de tekst in bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 juni 2007.

Art. 4.Onze minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, D. DONFUT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1) en 2) De ingevoerde, uitgevoerde, verpakte of vervaardigde producten aangeven volgens opgaand nummer van de erkenning, respectievelijk toelatingsnummer voor parallelinvoer. Onder product wordt begrepen : alle producten die in België erkend zijn en die eventueel door de aangever vervaardigd, geïmporteerd, verkocht, uitgevoerd of verpakt zijn.

Wanneer de producten waarvoor u een erkenning bezit, ingevoerd worden door een verdeler, de naam en het adres hiervan aangeven tegenover elk product. 3) Dit zijn de verpakte hoeveelheden die zich in uw stock bevinden in het begin van de periode.Deze hoeveelheden zullen uitgedrukt worden in kg voor de vaste producten, de pasta's, gasvormige producten of vloeistoffen onder druk, spuitbussen inbegrepen en in liter voor de vloeibare producten. Deze hoeveelheden moeten voor elk afzonderlijk product tegenover het erkenningsnummer of toelatingsnummer voor parallelinvoer aangegeven worden. 4) Kolom 4 bevat de in België vervaardigde hoeveelheden die opgenomen zijn in uw stock.Enkel de fabrikanten vullen die rubriek in. 5) Enkel hoeveelheden vermelden die effectief in het buitenland werden aangekocht.6) De hoeveelheden product aangeven die in België verkocht zijn of gratis geleverd werden, evenals de hoeveelheden voor eigen gebruik (proeven of demonstraties).De uit de markt genomen producten worden hier in mindering gebracht. 7) Uitvoer slechts vermelden voor zover deze hoeveelheden eerst op de binnenlandse markt werden geplaatst (dus niet de rechtstreekse uitvoer door de fabrikant of invoerder).Producten door de Belgische uitvoerder rechtstreeks aangekocht bij de fabrikant of invoerder worden beschouwd als zijnde op de Belgische markt geplaatst. De uitvoerder dient de erkende producten die hij niet vervaardigt, niet invoert of niet uitvoert niet in de verklaring op te nemen. 8) Hier enkel de uitvoer aangeven van product dat niet op de Belgische markt werd geplaatst (met inbegrip van retour naar de fabrikant).9) Hier worden hoeveelheden vermeld die uit voorraad bij het begin van de termijn werden gehaald, maar niet uitgevoerd of op de Belgische markt werden geplaatst (bv.vernietiging van vervallen producten of beschadigde producten). 10) Afzonderlijk de hoeveelheden aangeven die tegen loon verpakt zijn. Dit wil zeggen dat de kolom tegen loon verpakt' niet mag opgeteld noch afgetrokken worden van de andere kolommen. De kolom tegen loon verpakt' moet als onafhankelijk beschouwd worden. 11) De juiste hoeveelheid producten in stock aan het einde van de periode.12) Hier wordt de hoeveelheid product vermeld die een eventueel inventarisverschil tussen het bezit op het begin en op het einde van de termijn verklaart.Gratis geleverde producten, beschadigde producten of retour naar de fabrikant horen hier niet thuis (andere rubrieken). Ook de oorzaak van het inventarisverschil dient apart te worden vermeld.

Om dubbele aangiften te vermijden is het belangrijk enkele basisprincipes voor ogen te houden : een product kan slechts in België aanwezig zijn indien het bij ons wordt gefabriceerd of ingevoerd. Het zijn dan ook de fabrikanten en invoerders, en alleen zij, die de rubriek « verkocht in België » (6) moeten invullen. Iedere andere verkoop in België betreft onvermijdelijk een hoeveelheid die reeds is opgegeven door de fabrikant of de invoerder. Die andere verkopen mogen dus in geen geval worden opgegeven.

Daarom moeten volgende rubrieken worden ingevuld door de volgende categorieën van personen (voor toelatingen voor parallelinvoer gelden dezelfde principes als voor erkenningen) : - de in België gevestigde fabrikant, waarbij het er niet toe doet of hij zelf erkenningshouder is of producent voor een erkenningshouder : de rubrieken (3), (4), (6), (8), (11) en (12); - de invoerder, waarbij het er niet toe doet of hij erkenningshouder is, invoert voor een Belgische erkenningshouder of invoert van bij een in het buitenland gevestigde erkenningshouder : de rubrieken (3), (5), (6), (8), (11) en (12); - de erkenningshouder die niet zelf fabriceert of invoert maar wel uitvoert, en de verdeler die uitvoert (of verkoopt aan buitenlandse klanten) : rubriek (7).

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 16 oktober 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende de erkenning en de toelating van ondernemingen die bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik vervaardigen, invoeren, uitvoeren of verpakken.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken, D. DONFUT