gepubliceerd op 12 december 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven"
16 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant, café- en aanverwante bedrijven".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 oktober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2004 Wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant, café- en aanverwante bedrijven" (Overeenkomst geregistreerd op 28 juni 2004 onder het nummer 71704/CO/302)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van het hotelbedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.
Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 18 van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 april 1999, wordt opgeheven.
Art. 3.De artikelen 2 en 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, houdende wijziging van de statuten van het "Waarborg en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000, worden opgeheven.
Art. 4.Artikel 12 van de statuten, gevoegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1987, bekrachtigd in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf op 5 mei 1987, houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 april 1988, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 november 1989 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, wordt vervangen als volgt : "
Art. 12.Vanaf 1 januari 1997 wordt een bijdrage geïnd van de werkgevers ten belope van 0,60 pct. van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen.
Vanaf 1 januari 1997 wordt, in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen een aanvullende bijdrage geïnd van de werkgever ten belope van 0,10 pct. van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen, teneinde de vormingscursussen en de bedrijfsstages, vermeld in artikel 3, 8°, ingevoegd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 november 1989, te financieren.
Teneinde de financiering van de syndicale vorming te verzekeren, wordt vanaf 1 januari 1998 een bijkomende bijdrage geïnd van 0,05 pct. van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor het berekenen van de sociale zekerheidsbijdragen van de werknemers tewerkgesteld in bedrijven met 50 of meer werknemers op 30 juni van het voorgaande kalenderjaar of, bij gebrek aan die datum, op de laatste dag van het eerste kwartaal waarvoor een RSZ-aangifte wordt ingediend.
In het vierde kwartaal 1999 wordt van de werkgever een bijkomende bijdrage van 0,80 pct. geïnd, berekend op grond van het volledige loon van de werknemer zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, teneinde de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven vermeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de vorming en de tewerkstelling en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 april 2001, te financieren.
Deze bijdrage wordt teruggebracht tot 0,20 pct. in de vier kwartalen van het jaar 2000.
In het vierde kwartaal 2001 wordt van de werkgever een bijkomende bijdrage van 1,20 pct. geïnd, berekend op grond van het volledige loon van de werknemer zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, teneinde de initiatieven vermeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de vorming en de tewerkstelling en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 september 2002, te financieren. Deze bijdrage wordt vanaf het eerste kwartaal van het jaar 2002 teruggebracht tot 0,30 pct.
In het eerste kwartaal 2004 wordt bovenvermelde bijkomende bijdrage van 0,30 pct. vervangen door een bijkomende bijdrage van 1,30 pct. en vanaf het tweede kwartaal 2004 door een bijkomende bijdrage van 0,50 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werknemer, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, teneinde de initiatieven vermeld in artikel 3 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001 betreffende de vorming en de tewerkstelling, te financieren.".
Art. 5.Artikel 3 van de statuten, gevoegd bij dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 3 april 1987, wordt aangevuld met een elfde punt, te weten : "11° de terugbetaling van de loon- en organisatiekosten zoals voorzien in artikel 9 tot en met 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 10 van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende de uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997 - Vorming van de syndicale afgevaardigden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998."
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 met uitzondering van de artikelen 3 en 5 die in werking treden op 1 januari 1998.
Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN