gepubliceerd op 28 juni 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie"
16 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie".
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juni 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2019 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" (Overeenkomst geregistreerd op 8 april 2019 onder het nummer 151277/CO/114)
Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" genaamd (hierna "fonds"), overeenkomstig de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 oktober 1966 en 25 mei 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1967, zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals opgenomen in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 24 januari 2019 en vervangt integraal de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1990 (25957/CO/114), de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2005 (76691/CO/114) tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1990 (25957/CO/114), gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, houdende de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie", evenals de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 2012 (112636/CO/114) tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni (sic) 2005 en van 20 september 1990 (25957/CO/114), gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, houdende de coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie".
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan op elk moment worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de steenbakkerij en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juni 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel
Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Sociaal Fonds voor de baksteenindustrie" genaamd (hierna "fonds"), overeenkomstig de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 oktober 1966 en 25 mei 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1967, zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, luiden als volgt.
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in de Kartuizersstraat 19 bus 19 te 1000 Brussel. De zetel kan bij de beslissing van het Paritair Comité voor de steenbakkerij overgebracht worden naar elke andere plaats in België.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. aan de bij artikel 4, b) bedoelde arbeid(st)ers aanvullende sociale voordelen toe te kennen;2. de voor de werking van het fonds nodige bijdragen te innen;3. de uitkering van de voordelen te verzekeren. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 4.De statuten zijn van toepassing : a) op de werkgevers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de steenbakkerij vallen;b) op de arbeid(st)ers tewerkgesteld door de sub a) bedoelde werkgevers. Onder "werklieden" wordt verstaan : werklieden en werksters. HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden, wijze van toekenning en uitkering
Art. 5.De in artikel 4, b) bedoelde arbeid(st)ers hebben recht op aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds voor zover en in de voorwaarden bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 6.De aard, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de modaliteiten van toekenning en uitkering van de onder artikel 5 bedoelde voordelen, alsmede de rechthebbenden, wordt vastgesteld, gebeurlijk op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor de steenbakkerij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK IV. - Beheer
Art. 7.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Deze raad bestaat uit veertien effectieve leden, te weten zeven werkgeversafgevaardigden en zeven werknemersafgevaardigden. Er worden evenveel plaatsvervangende leden aangeduid.
De leden van de raad van bestuur worden aangewezen door het Paritair Comité voor de steenbakkerij onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van dit paritair comité. In dit geval worden zij vervangen door een lid behorend tot hetzelfde paritair comité en tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde neemt.
Art. 8.Het Paritair Comité voor de steenbakkerij wijst de voorzitter aan die tot de groep der werknemersafgevaardigden behoort. Voornoemd paritair comité wijst facultatief eveneens de twee ondervoorzitters aan, waarvan de eventuele eerste ondervoorzitter behoort tot de groep van werknemersafgevaardigden en de eventuele tweede ondervoorzitter behoort tot de groep van werkgeversafgevaardigden.
Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefent de eventuele eerste ondervoorzitter (of in diens afwezigheid, de eventuele tweede ondervoorzitter) zijn functie uit.
Art. 9.De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping van de voorzitter of de secretaris. Zij zijn er toe gehouden telkens wanneer ten minste drie leden van de raad van bestuur er om verzoeken, de raad bijeen te roepen. De oproepingen vermelden de agenda.
De notulen van de vergaderingen worden opgemaakt door de secretaris, die door de raad van bestuur gekozen wordt uit de werkgeversafgevaardigden.
De notulen worden vervolgens digitaal verstuurd aan de leden van de raad van bestuur zodat zij hun eventuele opmerkingen dan wel hun goedkeuring kunnen overmaken aan de secretaris.
De beslissingen worden genomen met éénparigheid van stemmen der aanwezige stemgerechtigde leden. Alleen de effectieve leden en de plaatsvervangers die een effectief lid vervangen zijn stemgerechtigd.
De stemming is geldig indien er aan deelgenomen wordt door ten minste één lid van elke in de raad van bestuur vertegenwoordigde organisatie en op voorwaarde dat het ter stemming gebracht punt duidelijk vermeld wordt op de agenda van de vergadering.
Art. 10.De raad van bestuur heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig zijn voor zijn goede werking.
De raad van bestuur bezit de meest uitgebreide machten voor het beheer en het besturen van het fonds.
De raad van bestuur kan in recht optreden in naam van het fonds op verzoek van de voorzitter of van de daartoe afgevaardigde bestuurder.
De raad van bestuur kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer zijner leden of zelfs aan derden overdragen. Voor de andere handelingen waarvoor de raad van bestuur geen bijzondere bevoegdheden heeft overgedragen, volstaan, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd is ten aanzien van derden, de handtekeningen van twee gezamenlijk optredende bestuurders, één van iedere groep, mits voorafgaandelijk akkoord van de raad van bestuur, zonder dat deze bestuurders ten aanzien van derden van enige beraadslaging of machtiging moeten laten blijken.
De bestuurders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en gaan ten opzichte der verbintenissen van het fonds geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer. HOOFDSTUK V. - Financiering
Art. 11.Het fonds beschikt over de bijdragen verschuldigd door de in artikel 4, a) bedoelde werkgevers.
Art. 12.Het bedrag en de wijze van inning van de bijdragen der werkgevers worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor de steenbakkerij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 13.De bijdragen worden door het fonds geïnd.
Art. 14.1. Onverminderd de bepalingen van artikel 41bis en volgende van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeid(st)ers, inzake het voorrecht, moeten de bijdragen aan het fonds door de werkgever worden betaald binnen dezelfde termijn als deze vastgesteld voor de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verschuldigde bijdragen, voorzien in artikel 34, derde lid van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeid(st)ers, tenzij het fonds zelf andere termijnen oplegt. 2. De niet binnen de vastgestelde termijnen gestorte bijdragen worden verhoogd met 10 pct.van het onbetaald bedrag.
Op de bijdragen welke binnen dezelfde termijn niet zijn gestort, is bovendien een nalatigheidsintrest verschuldigd, berekend aan de wettelijke rentevoet.
Deze intrest begint te lopen na het verstrijken van de in paragraaf 1 vermelde termijn en is verschuldigd tot op de dag waarop de bijdragen worden betaald.
Voor de hierboven voorziene verhoging van de bijdragen, alsmede voor de nalatigheidsintrest is geen ingebrekestelling vereist.
De verschuldigde bijdragen, welke na de termijn voorzien in paragraaf 1 niet zijn vereffend, worden met alle rechtsmiddelen gevorderd.
De raad van bestuur mag, met inachtneming van bijzondere omstandigheden, voor deze verhoging en van deze nalatigheidsintrest geheel of gedeeltelijk kwijtschelding verlenen. HOOFDSTUK VI. - Begrotingen - rekeningen
Art. 15.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 juni en sluit op 31 mei van het volgend jaar.
Art. 16.Ingevolge artikel 5 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, bepaalt de raad van bestuur elk dienstjaar het deel van de ontvangsten dat mag worden aangewend om de bestuurskosten te dekken.
De raad van bestuur bepaalt de kosten die als bestuurskosten mogen worden aangerekend.
Zij omvatten meer bepaald : 1. de kosten van inning en invordering van de bijdragen;2. de kosten van uitkering van de voordelen;3. de kosten van de bij artikel 13 van voornoemde wet bepaalde controle.
Art. 17.Op 31 mei worden de rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. De afsluiting en de balans dienen op rekenplichtig gebied voldoende omschreven te zijn.
De raad van bestuur, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de steenbakkerij aangewezen revisor of accountant brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen dienstjaar.
De balans, samen met voormelde schriftelijke jaarlijkse verslagen, dienen uiterlijk tijdens de maand december ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de steenbakkerij te worden voorgelegd. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening
Art. 18.Het fonds kan enkel ontbonden worden in de omstandigheden bepaald hieronder of krachtens een éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
Wanneer de raad van bestuur van het fonds in de onmogelijkheid verkeert zijn mandaat uit te oefenen, ten gevolge van een onoplosbaar meningsverschil, wordt deze binnen de drie maand door het Paritair Comité voor de steenbakkerij in gebreke gesteld. Indien binnen de drie maand na de ingebrekestelling de raad van bestuur nog steeds in dezelfde onmogelijkheid verkeert, wordt het fonds automatisch als ontbonden beschouwd.
Het Paritair Comité voor de steenbakkerij wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en wijst de bestemming van het vermogen aan. HOOFDSTUK VIII. - Bescherming van persoonsgegevens
Art. 19.De persoonsgegevens die het fonds in het kader van zijn activiteiten zou bekomen, worden verwerkt in overeenstemming met de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming en enige uitvoeringswetgeving of -besluiten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juni 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS