Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juni 1999
gepubliceerd op 08 september 1999

Koninklijk besluit betreffende de associaties en samenwerkingsverbanden

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022787
pub.
08/09/1999
prom.
16/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/16/1999022787/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de associaties en samenwerkingsverbanden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 35duodecies, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996, vervangen bij de wet van 10 december 1997 en gewijzigd bij de wet van 16 april 1998;

Gelet op het overleg van 7 september 1998 in het Overlegcomité bedoeld in het koninklijk besluit van 5 juni 1998 houdende oprichting van een Overlegcomité tussen de Minister belast met Volksgezondheid, de Minister van Sociale Zaken, de beroepsverenigingen van de artsen en de verzekeringsinstellingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 januari 1997;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 11 september 1998 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 2 februari 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister belast met Volksgezondheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit heeft betrekking op geneesheren-specialisten en huisartsen.

Art. 2.§ 1. Onder "Associatie" wordt verstaan een vrijwillig overeengekomen samenwerking tussen : - een gevestigde huisarts en een huisarts die maximum 5 jaar erkend is of die een arts-coöperant is geweest; - een gevestigde geneesheer-specialist en een geneesheer-specialist die maximum 5 jaar erkend is of die een arts-coöperant is geweest. § 2. De in een associatie samenwerkende geneesheren-specialisten behoren tot aanverwante medische disciplines. § 3. De geassocieerde jongere geneesheer-specialist of huisarts bedoeld in § 1 is verplicht om de medische activiteit tenminste deeltijds uit te oefenen in het kader van de associatie. § 4. 1° De Koning kan, na advies van de "Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen-afdeling artsen", bedoeld in het koninklijk besluit van 16 juni 1999 betreffende de afdeling artsen van de Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen, de begrippen "aanverwante medische disciplines bedoeld in § 1, en "deeltijds" zoals bedoeld in § 3 preciseren. 2° Deze adviezen van de Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen-afdeling artsen worden ook voorgelegd aan het Overlegcomité, bedoeld in het koninklijk besluit van 5 juni 1998 houdende oprichting van een Overlegcomité tussen de Minister belast met Volksgezondheid, de Minister van Sociale Zaken, de beroepsverenigingen van de artsen en de verzekeringsinstellingen. § 5. De Koning bepaalt op voorstel van de Nationale Commissie "Artsen-Ziekenfondsen" de diverse aspecten van de relatie tussen de artsen die deel uitmaken van de associatie. § 6. De oudere geneesheren die een associatie zijn aangegaan melden de oprichting, de betrokken geneesheren, de locatie van de praktijk, en de eventuele ontbinding aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, dienst Geneeskundepraktijk en aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

Art. 3.§ 1. Onder een "Samenwerkingsverband" tussen geneesheren-specialisten of tussen huisartsen wordt verstaan een vrijwillig aangegane samenwerking die o.a. betrekking heeft op continuïteit van de zorgenverstrekking, permanentie, medisch overleg, en waarbij de betrokken geneesheren ieder een individueel kabinet hebben. § 2. De bovengenoemde "Hoge Raad voor de Gezondheidsberoepen-afdeling artsen" kan de modaliteiten voor het samenwerkingsverband nader bepalen. § 3. De in §2 beoogde voorstellen worden voorgelegd aan het bovengenoemde Overlegcomité en dienen bekrachtigd te worden door de Minister belast met Volksgezondheid.

Art. 4.Onze Minister belast met Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven Brussel, 16 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Volksgezondheid, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^