gepubliceerd op 11 augustus 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 30, betreffende de problemen die inzake beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur
16 JULI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 30, betreffende de problemen die inzake beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad d.d. 16 juni 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 30, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 28 maart 1977, betreffende de problemen die inzake beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 juli 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 30 van 28 maart 1977, betreffende de problemen die inzake beloning van sommige werknemers rijzen bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur Geregistreerd op 4 april 1977 onder het nr. 4335/CO/300
Artikel 1.Onderhavige overeenkomst is van toepassing op de werknemers in ploegenarbeid die niet forfaitair per maand worden betaald en die bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur betrokken zijn, alsmede op hun werkgevers.
Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde werknemers die in totaal 16 uren zullen presteren voor de nachten waarop het zomeruur en het winteruur wordt ingevoerd, zullen voor de tijdens die twee nachten verrichte arbeid het normale loon ontvangen dat overeenstemt met 16 arbeidsuren van de zaterdagnachtploeg.
Dat loon zal worden uitbetaald naar rata van 8 uren bij de eerste betaling volgend op de datum van overschakeling naar het zomeruur en naar rata van 8 uren bij de eerste betaling volgend op de datum van overschakeling naar het winteruur.
In alle gevallen waar de organisatie van het werk zulks toelaat, zal de toerbeurt van de ploegen derwijze worden geregeld dat de ploeg die slechts 7 uur werkt bij de overschakeling naar het zomeruur deze is die bij de overschakeling naar het winteruur 9 uren presteert.
Commentaar In de gevallen waar bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur dezelfde werknemers deel uitmaken van de nachtploeg, dient de uitbetaling van het loon naar rata van 8 arbeidsuren voor de 7 effectief gewerkte uren bij de overschakeling naar het zomeruur te worden aangezien als een vervroegde betaling van het 9e uur dat zal worden gepresteerd bij de overschakeling naar het winteruur. Die werknemers zullen derhalve in totaal het normale loon ontvangen voor twee prestaties van 8 uren.
Art. 3.Indien de organisatie van het werk de toepassing van artikel 2 niet toelaat : a) ontvangen de werknemers die bij de overschakeling naar het zomeruur 7 uren zullen presteren het normale loon dat overeenstemt met 8 arbeidsuren van de zaterdagnachtploeg;b) ontvangen de werknemers die bij de overschakeling naar het winteruur 9 uren zullen presteren het normale loon dat overeenstemt met 9 arbeidsuren van de zaterdagnachtploeg.
Art. 4.De beschikkingen voorzien in de artikelen 2 en 3 zijn mutatis mutandis van toepassing op de werknemers van de ploeg die betrokken zijn bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur, alsmede op hun werkgevers.
Art. 5.De ondertekenende partijen gaan erover akkoord dat zij onder elkaar, op alle niveaus, de voorwaarden van beloning voor de bij de overschakeling naar het zomeruur evenals naar het winteruur verrichte arbeidsprestaties geregeld hebben.
Art. 6.Onderhavige overeenkomst wordt van kracht op de datum van ondertekening.
Zij wordt gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden opgezegd, met een opzeggingstermijn van zes maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET