gepubliceerd op 13 maart 2023
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de Hoge Raad van Financiën
16 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 31/05/2018 numac 2018012383 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad van Financiën sluiten betreffende de Hoge Raad van Financiën
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 31/05/2018 numac 2018012383 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad van Financiën sluiten betreffende de Hoge Raad van Financiën Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 oktober 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 26 oktober 2022;
Gelet op het advies n° 72.753/2 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de vrijstelling van de impactanalyse ingevolge artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale Loterij, de Vice-eersteminister en Minister van Economie en Werk en de Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 31/05/2018 numac 2018012383 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad van Financiën sluiten betreffende de Hoge Raad van Financiën wordt aangevuld met het volgende 3° : « 3° de Studiecommissie voor overheidsinvesteringen. ».
Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden aan lid 1 de woorden « noch van de Studiecommissie voor overheidsinvesteringen. » toegevoegd.
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IV/1 ingevoegd met de artikelen 19/1 tot en met 19/11, dat als volgt luidt: « Hoofdstuk IV/1 - De Studiecommissie voor overheidsinvesteringen Afeling 1. - Samenstelling van de Commissie
Art. 19/1.De Studiecommissie voor overheidsinvesteringen is samengesteld uit zeven leden en één voorzitter, door Ons op voordracht van de minister bevoegd voor Financiën benoemd.
De zeven leden bestaan uit: 1° één lid op voordracht van het Federaal Planbureau;2° één lid op voordracht van de Nationale Bank van België.3° één lid op voordracht van de minister bevoegd voor Financiën;4° één lid op voordracht van de minister bevoegd voor Begroting;5° een lid op voordracht van de minister bevoegd voor Economie.6° een lid op voordracht van de minister bevoegd voor Klimaat.7° een lid op voordracht van de minister bevoegd voor Digitalisering. De Voorzitter van de Commissie wordt door Ons benoemd, op voordracht van het Federaal Planbureau.
Van de acht leden van de Commissie behoort de helft tot de Franse taalrol en de andere helft tot de Nederlandse taalrol.
Het mandaat van de leden van de Commissie duurt vijf jaar. Het kan worden vernieuwd.
De gefedereerde entiteiten kunnen elk een vertegenwoordiger aanwijzen die de vergaderingen van de Commissie met raadgevende stem bijwoont.
Art. 19/2.De leden worden benoemd op basis van hun bijzondere deskundigheid op financieel, budgettair en economisch gebied.
Art. 19/3.De leden kunnen geen mandaten uitoefenen van lid van de Wetgevende Kamers, van lid van het Parlement van een gemeenschap of een gewest, van gedeputeerde, van burgemeester of van schepen of van OCMW-voorzitter. De leden mogen geen deel uitmaken van een kabinet van een lid van de federale Regering of van een lid van een regering van de gemeenschappen en de gewesten. Afdeling 2. - De werking en de opdrachten van de Commissie
Art. 19/4.De voorzitter van de Commissie bepaalt de organisatie en het verloop van de werkzaamheden van de Commissie.
De Commissie werkt volledig autonoom: enkel de leden mogen de ontwerpverslagen en -adviezen bediscussiëren en goedkeuren. Een lid mag bij de uitoefening van zijn mandaat geen enkele instructie krijgen in het bijzonder vanwege de overheid of instelling die het lid heeft voorgedragen.
De Commissie kan te allen tijde onafhankelijk en openbaar communiceren, zonder beperking of censuur. Dit omvat ook de publicatie van verslagen en adviezen.
Art. 19/5.De Commissie heeft als opdracht het opstellen van verslagen en adviezen rond de evolutie, de behoeften, de uitvoering en de gevolgen van overheidsinvesteringen in België onder meer om de minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor Begroting bij te staan bij het uitwerken van het beleid inzake overheidsinvesteringen.
De uitvoering van deze opdrachten omvat ten minste de volgende taken a) het opstellen van een thematische inventaris van overheidsinvesteringen en de huidige programmering in België, alsmede ten opzichte van andere landen in de eurozone b) het in kaart brengen van de behoeften en mogelijkheden voor overheidsinvesteringen, met name in het kader van de dubbele transitie (ecologisch en digitaal);c) de (regelgevende, administratieve en financiële) belemmeringen voor de uitvoering van overheidsinvesteringen en mogelijke oplossingen in kaart te brengen en evalueren;d) methodologische instrumenten en procedures aanbevelen voor de selectie en ex ante evaluatie van overheidsinvesteringen, met name op basis van de op internationaal niveau waargenomen beste praktijken;e) de technische dialoog tussen de entiteiten van het land op het gebied van overheidsinvesteringen aan te moedigen en de uitwisseling van goede praktijken tussen deze entiteiten te organiseren.Dit blijft facultatief, gezien het zuiver federale karakter van de nieuwe opgerichte Commissie.
Het verslag of advies dat voortvloeit uit elk van deze taken, wordt periodiek en op eigen initiatief van de Commissie uitgebracht.
Art. 19/6.Naast de in artikel 19/5 bedoelde verslagen en adviezen, is de Commissie gemachtigd om op vraag van de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Economie of de minister bevoegd voor Begroting of op eigen initiatief verslag of advies uit te brengen op het gebied van overheidsinvesteringen.
Wanneer de in artikel 19/6 bedoelde ministers de Commissie een verslag of advies vragen, wordt de termijn binnen dewelke dit verslag of advies moet worden uitgebracht in overleg met de voorzitter van het Comité vastgesteld.
Art. 19/7.Bij de opstelling van verslagen en adviezen werkt de Commissie samen met andere instellingen zoals de Nationale Productiviteitsraad, de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven of de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.
De verslagen en adviezen van de Commissie worden ter kennis gebracht van de afdeling Financieringsbehoeften wanneer zij van belang zijn voor de opdrachten van deze afdeling, bedoeld in artikel 10.
Art. 19/8.De Commissie verstrekt aan de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Economie, en de minister bevoegd voor Begroting, op aanvraag van deze laatste of op eigen initiatief, de verslagen en adviezen voor over de aangelegenheden waarover het heeft beraadslaagd.
De verslagen en adviezen die in het kader van haar in artikel 19/5 bedoelde opdrachten worden opgesteld, worden op de website van de Hoge Raad van Financiën ter beschikking van het publiek gesteld.
Art. 19/9.De Commissie stelt haar reglement van inwendige orde op vast. Dit reglement wordt goedgekeurd door de minister bevoegd voor Financiën.
Dit reglement bepaalt het minimumaantal vergaderingen per jaar, de opstelling van de agenda van de vergaderingen en de wijze waarop de door de Commissie te bestuderen onderwerpen worden vastgesteld.
Het reglement kan, onder de voorwaarden welke het bepaalt, voorzien in de toekenning van presentiegeld en de terugbetaling van werkelijke onkosten aan de leden van de Commissie en aan de eventueel geraadpleegde deskundigen. Het kan eveneens voorzien in de terugbetaling van de werkelijke onkosten aan de personeelsleden van het secretariaat.
Art. 19/10.Voor de aanneming van een verslag of een advies is een meerderheid van de leden vereist.
Sectie 3. - Secretariaat van de Commissie
Art. 19/11.De Commissie wordt bijgestaan door een secretariaat dat alleen de door de voorzitter van de Commissie opgelegde taken uitvoert. Het Federaal Planbureau wordt belast met het secretariaat van de Studiecommissie voor overheidsinvesteringen. De leden van het secretariaat worden aangeworven door de Commissie op voordracht van de voorzitter, na een selectieprocedure die openstaat voor alle personeelsleden van de federale staat, alsook voor externe kandidaten, via een detacheringsmechanisme of via aanwerving op contractuele basis. Zij worden maximaal vijf jaar ter beschikking van het secretariaat gesteld. Deze benoeming kan worden verlengd.
De leden van het secretariaat werken uitsluitend op instructie en onder leiding van de voorzitter. Een lid mag bij de uitoefening van zijn functie geen instructies ontvangen van buiten de Commissie, met name van de overheid of de instelling die hem heeft voorgedragen.
Bovendien mag hij tijdens deze periode van detachering niet werken voor de instelling die hem heeft voorgesteld.
Het Federaal Planbureau stelt gratis de Commissie en het secretariaat kantoor- en vergaderruimte ter beschikking.
De voorziene kredieten voor de werking van de Commissie en het secretariaat kunnen met name worden gebruikt ter betaling van de lonen van de leden van het secretariaat die er zijn tewerkgesteld of gedetacheerd zijn vanuit een instelling, alsook voor de uitbesteding van studieopdrachten.
Art. 4.In artikel 19, alinea 3, tweede zin, van hetzelfde besluit worden de woorden `of de Studiecommissie voor de vergrijzing' vervangen door het teken en de woorden `, de Studiecommissie voor de vergrijzing of de Studiecommissie voor overheidsinvesteringen".
Art. 5.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden `en de Studiecommissie voor de vergrijzing' vervangen door het teken en de woorden `, de Studiecommissie voor de vergrijzing of de Studiecommissie voor overheidsinvesteringen".
Art. 6.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden het teken en de woorden`, de studiecommissie voor overheidsinvesteringen' ingevoegd tussen de woorden `de Studiecommissie voor de vergrijzing' en de woorden `en de werkgroepen'.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2023.
FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale Loterij, V. VAN PETEGHEM De Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, T. DERMINE