gepubliceerd op 20 januari 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Waarborg- en Sociaal fonds voor de vastgoedsector"
16 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Waarborg- en Sociaal fonds voor de vastgoedsector" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Waarborg- en Sociaal fonds voor de vastgoedsector".
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 december 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010 Vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Waarborg- en Sociaal fonds voor de vastgoedsector" (Overeenkomst geregistreerd op 6 mei 2010 onder het nummer 99282/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden, arbeiders en dienstboden aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorieën 037, 112 en 113.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op : a) de werknemers tewerkgesteld met een overeen-komst van studentenarbeid, aangegeven in de DMFA met werknemerscode 840 en 841;b) de werknemers aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorieën 037, 112 en 113 met werknemerscode 035 en 439. HOOFDSTUK II. - Doel en modaliteiten
Art. 2.De sociale partners van het Paritair comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden hebben beslist om een sectoraal pensioenplan op te richten dat zal ingaan op 1 april 2010 en dit conform de bepalingen van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 3.Conform artikel 6 van zijn statuten (collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2008) is het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector" (hierna "het fonds" genoemd) belast met het innen en beheren van de bijdragen voor het sectorale pensioenplan.
Art. 4.Vanaf 1 april 2010 wordt het sectorale pensioenplan gespijsd door een werkgeversbijdrage gelijk aan 20 EUR per werknemer en per maand (naar verhouding voor deeltijdse werknemers).
Art. 5.De hierboven bedoelde bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en doorgestort aan het fonds. HOOFDSTUK III. - Concrete modaliteiten
Art. 6.Het kwartaalbedrag van de forfaitaire patronale bijdrage wordt vastgesteld op : - 52,25 EUR bestemd voor het pensioenfonds; - 2,75 EUR bestemd voor de solidariteitstoezegging, zijnde een totaal van 55 EUR, exclusief de bijdrage van 8,86 pct. (= bijzondere bijdrage op de aanvullende pensioenen bestemd voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid).
Art. 7.De verschuldigde bijdrage wordt voor het geheel van de tewerkstellingen, in de zin van artikel 2, 1° van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van hoofdstuk VII van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, waarvoor de werkgeverscategorie gelijk is aan 037, 112 of 113 en met uitzondering van de tewerkstellingen waarvoor de werknemerscode 035, 439, 840 of 841 is aangeduid, als volgt berekend :
Art. 8.Voor tewerkstelling die uitsluitend in dagen wordt aangegeven : F x X / (13 x D) waarbij : - F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - X = alle in de DMFA bestaande prestatiecodes worden in rekening gebracht, maar met uitzondering van de codes 4, 12, 30 en 73 en met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding; - D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel.
Het resultaat van deze berekening mag per arbeider, bediende of dienstbode niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag.
Voor tewerkstellingen die in dagen en uren worden aangegeven : F x Z / (13 x U) waarbij : - F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - Z = alle in de DMFA bestaande prestatiecodes worden in rekening gebracht, maar met uitzondering van de codes 4, 12, 30 en 73 en met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding; - U = het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon.
Het resultaat van deze berekening mag per arbeider, bediende of dienstbode niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag. HOOFDSTUK IV. - Ontbinding, liquidatie
Art. 9.In geval het sectorale pensioenplan wordt ingetrokken, wordt het sectorale reservefonds geheel noch gedeeltelijk aan de inrichter of aan de werkgevers teruggestort. Het wordt verdeeld tussen de personen die actief bij het pensioenplan zijn aangesloten afhankelijk van de reserves op de individuele rekeningen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2010 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij annuleert en vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 25 augustus 2009Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 25/08/2009 pub. 28/08/2009 numac 2009022398 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de Verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage ter financiering van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectorale pensioenplan georganiseerd door het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de vastgoedsector".
Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET