Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 december 2010
gepubliceerd op 17 januari 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010205601
pub.
17/01/2011
prom.
16/12/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de notarisbedienden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 december 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de notarisbedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010 Aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie (Overeenkomst geregistreerd op 15 juni 2010 onder het nummer 99846/CO/216) Preambule : Historiek en situering Sinds 1957 werd door de notarissen voorzien in een aanvullende ouderdomsverzekering voor hun werknemers-bedienden, zijnde de klerken en de notarisbedienden. Aanvankelijk gebeurde dit door middel van drie regionale kassen, zijnde een Kas voor Antwerpen (alle notarissen gevestigd in het arrondissement Antwerpen), een Kas voor West-Vlaanderen (alle notarissen gevestigd in de provincie West-Vlaanderen) en een Kas voor Brussel (alle overige notarissen).

Dit aanvullend pensioenplan werd uitsluitend gefinancierd door de notarissen die vrijwillig besloten tot dit pensioenstelsel toe te treden en berustte op een repartitiesysteem, dit wil zeggen dat door middel van de bijdragen voor de nog in dienst zijnde notarisbedienden en klerken de aanvullende pensioenen van de reeds gepensioneerden werden betaald. De patronale bijdrage bedroeg 4,50 pct. van de loonmassa, dertiende maand en vakantiegeld inbegrepen.

Door het koninklijk besluit van 14 mei 1985 tot toepassing op de private voorzorgsinstellingen van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen werd de kapitalisatietechniek verplicht gesteld voor aanvullende pensioenvoorzieningen. In het kader van deze verplichte kapitalisatie diende het aanvullend pensioenstelsel zoals het van toepassing was voor de notarisbedienden en klerken te worden herdacht. Men wilde echter, om redenen van solidariteit met diegenen die vóór de wetswijziging dienstjaren hadden gepresteerd in het notariaat, voor die groep het bestaande repartitiesysteem handhaven.

Na overleg tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties werd beslist om het bestaande repartitiestelsel te behouden voor de dienstjaren vóór 31 december 1987 en vanaf 1 januari 1987 te voorzien in een groepsverzekeringsovereenkomst bij ASLK (later Fortis, thans AG Insurance) die door middel van kapitalisatie aanvullende pensioenrechten zou opbouwen voor de notarisbedienden en klerken die hierbij zouden worden aangesloten. Het repartitiestelsel zou evenwel behouden blijven gedurende de overgangsperiode tot overlijden van de laatste aangeslotene.

Deze regeling werd vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987 betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden. In dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst werd de VZW Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Klerken en Notarisbedienden aangeduid als pensioeninstelling belast met het beheer van het repartitiestelsel. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd op haar beurt gewijzigd en gecoördineerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 1998 betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden.

Artikel 1.Doelstelling.

Het doel van onderhavige collectieve arbeids-overeenkomst is tweevoudig : 1) Bevestiging van het bestaande repartitiesysteem. Enerzijds, wensen de sociale partners het bestaande nationaal reglement betreffende het overgangsstelsel van de pensioenen volgens het repartitiesysteem (hierna "het Reglement") dat in het notariaat werd ingesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987 betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden (hierna "de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987") en zoals gewijzigd en gecoördineerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 1998 betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden (hierna "de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 1998") bij collectieve arbeidsovereenkomst te bevestigen. 2) Conformeren van het bestaande pensioenreglement aan de statuten van Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden OFP. Anderzijds, wensen de sociale partners het Reglement en de collectieve arbeidsovereenkomsten van 11 mei 1987 en 16 december 1998 middels deze collectieve arbeidsovereenkomst te conformeren aan en te coördineren met de statuten van de Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden OFP zoals vastgelegd door de algemene vergadering van 9 december 2008 (bijlage 1).

Art. 2.Aanduiding van de inrichter van het sectorale aanvullende pensioenstelsel.

Conform artikel 3, § 1, 5° van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid wordt het "Financieringsfonds voor de Tewerkstelling in het Notariaat" als inrichter van het sectorale aanvullende pensioenstelsel aangeduid.

Art. 3.Bevestiging keuze van de pensioeninstelling en vastlegging statuten.

De representatieve organisaties bevestigen dat de Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden OFP, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Bergstraat 30-32, (hierna "het OFP") gekozen werd als pensioeninstelling belast met de uitvoering van het repartitiestelsel zoals geregeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst. De omzetting van de Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Klerken en Notarisbedienden in een OFP laat immers de rechtspersoonlijkheid van de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening die blijft voortbestaan in de nieuwe vorm onverlet (artikel 174 van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen).

De statuten van het OFP worden vastgelegd volgens de bepalingen in bijlage 1 en maken integrerend deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Toepassingsgebied.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die onder het Paritair Comité voor de notarisbedienden ressorteren (PC 216). Zij is evenwel niet van toepassing op de bedienden in het notariaat of in een notariële instelling waarvan de notaris of de werkgever een groepsverzekering afsloot vóór 31 december 1985 en geen bijdrage heeft gestort bij vroegere kassen ten voordele van al de bedienden van het kantoor of de instelling en die deze groepsverzekering voortzet, evenals de betaling van de desbetreffende premies, voor zover de voordelen minstens evenwaardig zijn aan het aanvullend rustpensioen.

Art. 5.Vaststelling en bevestiging van het bestaande pensioenreglement.

De representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de notarisbedienden bevestigen het vigerende Reglement.

Gelet op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en gelet op de statuten van de Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden OFP zoals vastgelegd in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient het Reglement geconformeerd worden aan, en gecoördineerd te worden met deze bepalingen. De gecoördineerde versie van het Reglement wordt opgenomen als bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en maakt er integrerend deel van uit.

Art. 6.Opheffingsbepalingen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomsten van 11 mei 1987 en 16 december 1998 en heft ze tevens op.

Art. 7.Duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen slechts worden opgezegd met een opzeggingstermijn van tenminste zes maanden. Deze opzegging moet gebeuren bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de notarisbedienden en aan de ondertekenende organisaties en heeft uitwerking vanaf de derde werkdag na de datum van verzending.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie Statuten van het OFP Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden Bergstraat 30-32, 1000 Brussel Identificatienummer : 13702/87 Op 9 december 2008, heeft de algemene vergadering van de VZW Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Klerken en Notarisbedienden gehouden te 1000 Brussel, Bergstraat 30-32, conform artikel 174 van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende de controle op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening besloten om de vereniging zonder winstoogmerk om te vormen tot een organisme voor de financiering van pensioenen en de statuten ervan als volgt vast te stellen : TITEL I. - Naam, zetel, doel, inrichter, uur, boekjaar Naam

Artikel 1.De naam van het organisme voor de financiering van pensioenen is : "Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden".

Alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen en andere stukken die uitgaan van het organisme voor de financiering van pensioenen, vermelden zijn naam, onmiddellijk voorafgegaan of gevolgd door de woorden "organisme voor de financiering van pensioenen", of door de afkorting "OFP", en het adres van zijn maatschappelijke zetel.

Zetel

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het organisme is gevestigd te 1000 Brussel, Bergstraat 30-32.

Doel

Art. 3.Het organisme heeft tot doel de organisatie en het beheer van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de bedienden die onder het Paritair Comité voor de notarisbedienden ressorteren en die onder het toepassingsgebied van het repartitiestelsel van de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst ressorteren, zoals deze, in voorkomend geval, gewijzigd of vervangen wordt.

Om dit doel te verwezenlijken, kan het organisme alle goederen, sommen, bijdragen en waarden ontvangen, beheren en toekennen.

Het organisme kan alle bijkomende handelingen stellen die betrekking hebben op haar doel.

Het organisme mag rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan alle verenigingen, met of zonder rechtspersoonlijkheid, die een gelijkaardig, aanverwant of aanvullend doel nastreven.

In het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 1998 zoals deze in voorkomend geval gewijzigd of vervangen worden, heeft het organisme in het bijzonder tot doel : a) de toepassing en de uitvoering van het pensioenreglement, zoals in voorkomend geval, gewijzigd of vervangen, dat voorziet in een overgangsstelsel voor de pensioenen volgens het repartitiesysteem dat in voege is in het notariaat voor de bedienden in dienst vóór 1 januari 1987 met geleidelijke afbouw van het repartitiesysteem;b) de betaling van de pensioenen te verzorgen aan de rechthebbenden van het repartitiesysteem;c) de bijdragen te ontvangen. Inrichter

Art. 4.Conform artikel 3, § 1, 5°, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid wordt door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, de inrichter van het sectorale aanvullende pensioenstelsel aangeduid, die lid wordt van het organisme.

Duur

Art. 5.Het organisme bestaat voor onbepaalde duur. Het organisme kan op elk moment ontbonden worden bij beslissing van de algemene vergadering.

Boekjaar

Art. 6.Het boekjaar loopt van 1 januari tot 31 december van elk kalenderjaar. De jaarrekening van elk boekjaar zal opgesteld worden door de raad van bestuur en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de algemene vergadering.

TITEL II. - Leden, vaste vertegenwoordiger, aansprakelijkheid, inkomsten van het organisme Leden

Art. 7.Het organisme heeft één gewoon lid, namelijk de inrichter zoals bedoeld in artikel 4 van deze statuten.

Art. 8.Indien het organisme minder dan één gewoon lid zou tellen, zal de raad van bestuur van het organisme alles in het werk stellen opdat binnen een periode van zes maanden een nieuw lid zou aangeduid worden bij collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Comité voor de notarisbedienden.

Indien bij het verstrijken van voormelde periode van zes maanden geen enkel nieuw gewoon lid werd gevonden zal de raad van bestuur de ontbinding van het organisme vragen aan de bevoegde rechtbank. Bij ontstentenis, kan elke belanghebbende derde de vordering tot ontbinding indienen bij de bevoegde rechtbank.

Vaste vertegenwoordiger

Art. 9.De dienstdoende voorzitter van de raad van bestuur van de inrichter of elke andere bestuurder - natuurlijke persoon - van de inrichter die hiervoor door de raad van bestuur van de inrichter werd aangeduid zal fungeren als vaste vertegenwoordiger van de inrichter in de algemene vergadering van het organisme en wordt belast met de opdracht in naam en voor rekening van de inrichter.

Deze vertegenwoordiger moet aan dezelfde voorwaarden voldoen en is burgerrechtelijk aansprakelijk en strafrechtelijk verantwoordelijk alsof hij zelf de betrokken opdracht in eigen naam en voor rekening zou volbracht hebben, onverminderd de hoofdelijke aansprakelijkheid van de inrichter die hij vertegenwoordigt. Deze laatste mag zijn vaste vertegenwoordiger niet ontslaan zonder gelijktijdig een opvolger te benoemen.

Aansprakelijkheid

Art. 10.Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen is het lid niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden of de verbintenissen van het organisme.

Inkomsten van het organisme

Art. 11.Het gewoon lid betaalt geen bijdrage.

Art. 12.De inkomsten van het organisme bestaan uit de bijdragen die betaald worden overeenkomstig de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst, het pensioenreglement en het financieringsplan, zoals deze, in voorkomend geval, gewijzigd of vervangen worden.

TITEL III. - Organen van het organisme Algemeenheden Afdeling 1. - Algemene vergadering

Aantal vergaderingen

Art. 13.De algemene vergadering van het organisme heeft plaats minstens eenmaal per jaar, tijdens het tweede kwartaal.

Een buitengewone algemene vergadering kan samengeroepen worden telkens de noodzaak zich voordoet.

Zowel de jaarlijkse als de buitengewone algemene vergadering vindt plaats op de maatschappelijke zetel van het organisme of op de plaats vermeld in de oproeping.

De oproepingen gebeuren door de raad van bestuur of zijn voorzitter.

Oproepingen

Art. 14.De oproepingen bevatten de agenda. Zij worden verstuurd per gewone brief of per e-mail, ten minste acht dagen op voorhand.

Bevoegdheden

Art. 15.De algemene vergadering beschikt over alle bevoegdheden die haar door de wet en door de statuten uitdrukkelijk worden toegekend.

Een besluit van de algemene vergadering is vereist voor : - de wijziging van de statuten; - de benoeming, de afzetting en ambtsbeëindiging van de bestuurders; - de aanduiding, de afzetting en de bezoldigingen van de erkende commissarissen en de erkende revisoraatsvennootschappen; - de uitsluiting van leden; - de goedkeuring van de jaarrekeningen en het jaarverslag; - de kwijting van de bestuurders alsook aan de erkende commissarissen en revisoraatsvennootschappen; - de bekrachtiging van het financieringsplan; - de bekrachtiging van de verklaring inzake beleggingsbeginselen; - de bekrachtiging van de beheersovereenkomst; - de bekrachtiging van collectieve overdrachten; - de ontbinding en vereffening van het organisme.

Besluitvorming

Art. 16.Op grond van artikelen 7 en 8 van deze statuten telt de algemene vergadering één enkel gewoon lid. De besluiten van de algemene vergadering worden door dit ene lid genomen.

Notulen

Art. 17.De beslissingen worden opgetekend in notulen bijgehouden op de maatschappelijke zetel van het organisme.

De notulen worden ondertekend door de voorzitter van de raad van bestuur en door de vaste vertegenwoordiger van de inrichter.

Alle belanghebbenden kunnen er kennis van nemen, maar zonder verplaatsing.

Deze mededeling is onderworpen aan de schriftelijke toelating van de voorzitter van de raad van bestuur indien de belanghebbende geen lid is van het organisme. Afdeling 2. - Raad van bestuur

Art. 18.Het organisme wordt bestuurd door een raad van bestuur bestaande uit zes leden die een college vormen.

De bestuurders worden benoemd voor vier jaar door de algemene vergadering en zijn herkiesbaar.

De bestuurders moeten over de vereiste professionele betrouwbaarheid en over de passende beroepskwalificaties en -ervaring beschikken om hun taken te kunnen uitoefenen.

De helft van de leden van de bestuurders wordt benoemd door de algemene vergadering onder de notarissen in functie, op voordracht van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat (hierna "de bestuurders-notarissen").

De andere helft van de bestuurders wordt benoemd door de algemene vergadering op voorstel van de Beroepsverening van het Notarispersoneel en volgens de door de wet voorziene procedure van aanduiding (hierna "de bestuurders-bedienden").

Het mandaat van lid van de raad van bestuur is onbezoldigd.

De algemene vergadering kan de bestuurders vergoeden voor hun verplaatsingskosten.

De bestuurders kunnen op elk moment afgezet worden door de algemene vergadering en zij kunnen op elk moment mits inachtname van een opzegtermijn van één maand ontslag nemen. De ontslagbrief moet aan de voorzitter van de raad van bestuur gericht worden die de algemene vergadering er onverwijld van in kennis stelt.

De bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden en de verbintenissen van het organisme.

Voorzitter, ondervoorzitter, vergaderingen, besluitvorming

Art. 19.De bestuurders-notarissen stellen onder hen een lid voor om de functie van voorzitter van de raad van bestuur waar te nemen, de bestuurders-bedienden stellen een ondervoorzitter van de raad van bestuur voor.

Deze functies worden aangeduid bij gewone meerderheid van stemmen en uitgeoefend voor een termijn van maximum twee jaar, éénmaal hernieuwbaar.

De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter of van de ondervoorzitter of op aanvraag van twee bestuurders.

De bijeenroeping van de raad van bestuur gebeurt per gewone brief of per e-mail, minstens één week vóór de vergadering, of, in geval van hoogdringendheid 24 uur op voorhand. De uitnodiging vermeldt de agenda.

De raad wordt voorgezeten door de voorzitter. In geval van afwezigheid of belet van de voorzitter, neemt de ondervoorzitter deze functie waar.

Bij ontstentenis van deze laatste zal de oudste van de aanwezige bestuurders het voorzitterschap waarnemen.

Elke bestuurder heeft één stem. Behoudens andersluidende bepalingen in de statuten worden de beslissingen genomen bij meerderheid van de stemmen van de bestuurders en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders-notarissen en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders-bedienden.

Elke bestuurder die verhinderd is kan een volmacht geven aan een ander bestuurder uit dezelfde beroepscategorie.

Geen enkele bestuurder mag houder zijn van meer dan één volmacht.

Indien de helft of minder dan helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, zal een nieuwe vergadering worden samengeroepen, ten vroegste vijftien dagen en ten laatste zes weken nadien, met dezelfde agenda.

Elke beslissing zal tijdens deze nieuwe vergadering genomen kunnen worden bij meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders-notarissen en bij meerderheid van de stemmen uitgebracht door de bestuurders-bedienden, op voorwaarde dat de oproeping de leden uitdrukkelijk zou verwittigd hebben van de gevolgen van hun afwezigheid.

De notulen worden ondertekend door de voorzitter van de zitting en de secretaris.

De uittreksels of kopieën worden ondertekend door de voorzitter of de secretaris of door twee bestuurders.

Elke bestuurder kan op elk moment en kosteloos kennis nemen van de notulen op de zetel van het organisme.

Art. 20.In uitzonderlijke gevallen, wanneer de dringende noodzakelijkheid en het maatschappelijk belang zulks vereisen, kunnen de besluiten van de raad van bestuur, worden genomen bij eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders per brief, fax of e-mail.

Deze procedure kan evenwel niet worden gevolgd voor de vaststelling van de jaarrekening of de aanwending van het maatschappelijk fonds.

Bevoegdheden

Art. 21.De raad van bestuur bepaalt het algemeen beleid van het organisme en heeft de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de vertegenwoordiging van het organisme. Zij is bevoegd voor alle door de wet bepaalde operationele taken behoudens deze die zij gedelegeerd heeft aan een ander operationeel orgaan.

Enkel de handelingen die door de wet of door deze statuten worden voorbehouden aan de algemene vergadering behoren niet tot haar bevoegdheid.

Delegatie

Art. 22.De raad van bestuur kan het dagelijks bestuur of bijzondere machten delegeren aan één of meerdere van haar bestuursleden of zelfs aan derden die de titel van directeur, onderdirecteur of volmachthouder zullen dragen.

Bij hun benoeming zal de raad van bestuur de machten van de directeur of de volmachthouder bepalen.

De directeur vervult de functie van secretaris, zowel op de algemene vergadering als in de raad van bestuur.

Operationele organen

Art. 23.De raad van bestuur kan conform de wettelijke bepalingen één of meer operationele organen oprichten.

De voorwaarden voor de aanstelling van de leden van deze organen, hun ontslag, hun bezoldiging, de duur van hun opdracht en de werkwijze van de operationele organen wordt bepaald door de raad van bestuur.

Elk operationeel orgaan behalve dat belast met het dagelijks bestuur moet uit minstens twee natuurlijke personen of rechtspersonen samengesteld zijn.

De leden van de andere operationele organen kunnen eveneens lid zijn van de raad van bestuur op voorwaarde dat zij samen in de minderheid zijn in de raad van bestuur of, wanneer, in geval van pariteit, de voorzitter van de raad van bestuur geen lid is van een ander operationeel orgaan.

De leden van de operationele organen moeten over de vereiste professionele betrouwbaarheid en over de passende beroepskwalificaties en -ervaring beschikken om hun taken te kunnen uitoefenen.

Die kwalificaties en ervaring worden in het bijzonder beoordeeld voor wat betreft de uitgeoefende functies en in de mate waarin beroep gedaan wordt op adviseurs die over die kwalificaties en ervaring beschikken.

De leden van de andere operationele organen dan de raad van bestuur kunnen ten allen tijde ontslagen worden door de raad van bestuur of kunnen ten allen tijde ontslag nemen middels het verzenden van een ontslagbrief aan de raad van bestuur.

De rechtsvorderingen als eiser of verweerder worden in naam van het organisme gevoerd door de raad van bestuur, op vervolging en benaarstiging van de voorzitter.

De daden die de vereniging verbinden, andere dan die van het dagelijks bestuur, worden ondertekend, behoudens bijzondere machtiging, door twee bestuurders, waarvan één notaris en één lid van de Koninklijke Beroepsverening van het Notarispersoneel.

De daden van dagelijks bestuur worden ondertekend door de voorzitter, of door twee bestuurders samen, die tegenover derden geen bewijs van een voorafgaande beslissing van de raad moeten voorleggen, of door de directeur. Afdeling 3. - Toezicht

Art. 24.De algemene vergadering zal één of meerdere commissarissen aanduiden gelast met het toezicht op de rekeningen van het organisme en met de controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de regelmatigheid in het licht van de wet en van de statuten, van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld.

De commissaris(sen) is/zijn benoemd voor een hernieuwbare periode van drie jaar.

Hij/zij moet(en) gekozen worden onder de leden van het Instituut van de bedrijfsrevisoren.

TITEL IV. - Ontbinding, vereffening

Art. 25.Op elk moment kan besloten worden tot de ontbinding van het organisme alsmede haar vereffening en de bestemming van het batig saldo, door de algemene vergadering.

In geval van ontbinding stelt de algemene vergadering één of meerdere vereffenaars aan. Zij bepaalt hun opdracht en hun bevoegdheden binnen de door de toepasselijke wetgeving gestelde grenzen.

TITEL V. - Onverenigbaarheid

Art. 26.Niemand kan tot bestuurder benoemd worden of de functie van bestuurder blijven uitoefenen indien zijn echtgenoot, een bloedverwant of aanverwant in rechte lijn of een bloedverwant of aanverwant tot en met de tweede graad in zijlijn, aangesteld is als bediende in dienst van het organisme.

De echtgenoot van een bestuurder, zijn bloedverwant of aanverwant in rechte lijn, of zijn bloedverwant of aanverwant tot en met de tweede graad in zijlijn, kan niet worden aangeworven als bediende indien het mandaat van die bestuurder niet sinds meer dan één jaar beëindigd is.

TITEL VI. - Slotbepalingen

Art. 27.Voor al wat niet voorzien is in deze statuten, verklaren de partijen te verwijzen naar de toepasselijke wettelijke bepalingen en in het bijzonder naar de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.

Art. 28.Eventuele verschillen tussen de Nederlandse en Franse tekst van de statuten worden beslecht volgens de gewone regels van interpretatie en zonder dat aan de ene tekst de voorkeur wordt gegeven boven de andere.

Art. 29.Deze statuten kunnen gewijzigd worden door een beslissing van de algemene vergadering. Deze wijzigingen zullen conform de wet in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het aanvullend pensioen voor de notarisbedienden gefinancierd door middel van repartitie Nationale Kas voor Aanvullende Pensioen voor Notarisbedienden Organisme voor de financiering van pensioenen Identificatienummer 13702/87 Pensioenreglement HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer

Artikel 1.Doel.

Dit reglement voert artikel 3 van de statuten, van de Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden, organisme voor de financiering van pensioenen, uit : "In het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1987", heeft zij als bijzonder doel : a) een nationaal reglement op te stellen voor het overgangsstelsel van de pensioenen volgens het repartitiesysteem in voege in het notariaat en maatregelen te treffen voor de bedienden in dienst vóór 1 januari 1987 met geleidelijke afbouw van het repartitiesysteem;b) de betaling te verzekeren aan de gepensioneerden die genieten van het repartitiesysteem;c) de bijdragen te ontvangen.

Art. 2.Definities.

Reglement Dit pensioenreglement opgesteld in uitvoering van artikel 3 van de statuten, van de Nationale Kas.

Nationale Kas De Nationale Kas voor Aanvullend Pensioen voor Notarisbedienden, organisme voor de financiering van pensioenen.

Notarisbediende Bediende die onder het Paritair Comité voor de notarisbedienden ressorteert of desgevallend heeft geressorteerd.

Gepensioneerde Notarisbediende die overeenkomstig hoofdstuk II van dit reglement aanspraak kan maken op een aanvullend rustpensioen.

Partner Persoon die op het moment van pensionering en op het moment van overlijden van de Notarisbediende met deze gehuwd was of met deze wettelijk samenwoonde in de zin van artikel 1475 en verdere van het Burgerlijk Wetboek.

Persoon die op het moment van overlijden van de Notarisbediende met deze gehuwd was of met deze wettelijk samenwoonde in de zin van artikel 1475 en verdere van het Burgerlijk Wetboek op het moment van overlijden van de Notarisbediende, in zover de notarisbediende nog geen gepensioneerde was.

Referentieperiode Periode voor einddatum.

Einddatum 31 december 1987.

Inrichter De vereniging zonder winstoogmerk Financieringsfonds voor de tewerkstelling in het notariaat, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Bergstraat 30-32.

Art. 3.Temporeel toepassingsgebied.

De aanvullende pensioenen toegekend onder dit reglement worden beperkt tot de tijdens de referentieperiode gepresteerde jaren en tot 31 december 1986 genoten wedden.

Art. 4.Betalingsmodaliteiten.

Een aanvullend rustpensioen of een aanvullend overlevingspensioen wordt onder de vorm van renten toegekend aan de notarisbedienden of aan hun partner volgens de modaliteiten van dit reglement.

Nochtans zal voor de gepensioneerden en de begunstigden waarvan het bedrag, uitgedrukt in jaarrente, van het aanvullend rustpensioen of van het aanvullend overlevingspensioen, op het ogenblik van de toekenning, lager of gelijk is aan het bedrag bepaald in artikel 28, § 2, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten op de aanvullende pensioenen, de rente verplicht omgezet worden in kapitaal, volgens de modaliteiten bepaald in het hoofdstuk IV hierna. HOOFDSTUK II. - Aanvullend rustpensioen

Art. 5.Ingangsdatum.

Het aanvullend rustpensioen gaat ten vroegste in op de eerste dag van de maand volgend op de maand tijdens dewelke de notarisbediende het aanvullend rustpensioen aanvraagt maar niet vooraleer de Notarisbediende geniet van het wettelijk rustpensioen.

Art. 6.Voorwaarden.

Geniet het aanvullend rustpensioen krachtens dit reglement de notarisbediende die : a) minstens 60 jaar oud is en geniet van het wettelijk rustpensioen;b) hetzij : 1) de tewerkstelling vóór einddatum als notarisbediende bewijst en voor zover dat deze tewerkstelling plaats had gedurende tenminste de laatste tien jaren die onmiddellijk aan de ingangsdatum van het wettelijk pensioen voorafgaan; hetzij : 2) de tewerkstelling als notarisbediende bewijst en voor zover deze tewerkstelling plaats had gedurende ten minste de laatste 10 jaren die onmiddellijk voorafgaan aan einddatum en dat hij werd ontslagen wegens andere reden, dan zware fout na de leeftijd van 55 jaar. Dit echter voor zover de werkgever(s) zowel vóór als na 31 december 1986, regelmatig de bijdragen heeft (hebben) gestort aan een kas voor aanvullend pensioen van het notariaat (regionaal of nationaal). hetzij : 3) de tewerkstelling als notarisbediende bewijst en voor zover deze tewerkstelling plaats had gedurende ten minste de laatste 15 jaren die onmiddellijk voorafgaan aan einddatum en dat hij werd ontslagen wegens andere reden, dan zware fout vóór de leeftijd van 55 jaar. Dit echter voor zover de werkgever(s) zowel vóór als na 31 december 1986, regelmatig de bijdragen heeft (hebben) gestort aan een kas voor aanvullend pensioen van het notariaat (regionaal of nationaal).

Voor het bepalen van de 10 jaar waarvan sprake in punt b), 1) van de voorgaande alinea wordt de inactiviteitsperiode wegens ziekte, ongeval, beroepsloopbaanonderbreking of brugpensioen vanaf 58 jaar, gelijkgesteld met een effectieve tewerkstellingsperiode; c) hiertoe een aanvraag heeft ingediend bij de nationale kas volgens de modaliteiten bepaald onder hoofdstuk VI. Geniet echter geen aanvullend rustpensioen krachtens dit reglement de notarisbedienden waarvan de werkgever : 1. een groepsverzekering afsloot voor 31 december 1985 en geen bijdrage heeft gestort bij vroegere kassen;2. ten voordele van al de bedienden van het kantoor of de instelling;3. deze groepsverzekering verder zet, evenals de betaling van de desbetreffende premies; voor zover de voordelen minstens evenwaardig zijn aan het aanvullend rustpensioen krachtens dit reglement.

Art. 7.Berekeningswijze. § 1. Het aanvullend rustpensioen wordt vastgesteld in verhouding tot de jaren van effectieve tewerkstelling als notarisbediende naar rata van 1/35e per jaar tewerkstelling begrepen in de referentieperiode. § 2. Het aanvullend rustpensioen van een gepensioneerde wordt berekend volgens de hierna volgende formule : AP = (X pct.*S*x/35) - P Waarbij AP = aanvullend rustpensioen X = 75 pct. voor de gepensioneerde die een wettelijk gezinspensioen ontvangt 60 pct. voor de gepensioneerde die een wettelijk pensioen voor alleenstaanden ontvangt S = gemiddelde van de brutolonen, dertiende maand en het gewoon vakantiegeld inbegrepen van de laatste vijf jaren beroepsloopbaan in het notariaat voorafgaande 31 december 1986 x = aantal jaren tewerkstelling begrepen in de referentieperiode. Voor wat betreft onvolledige jaren tewerkstelling wordt x vanaf 6 maanden tewerkstelling afgerond naar boven en aldus als een volledig jaar tewerkstelling gerekend P = bedrag van het wettelijk rustpensioen, wettelijke rente inbegrepen, die overeenkomt met de periode die 31 december 1986 voorafgaat en op die datum berekend § 3. Het gemiddelde van de in aanmerking te nemen brutolonen is beperkt tot het brutoloon einde loopbaan van de zesde categorie van de bediende, in het notariaat, volgens de loonschaal van de collectieve arbeidsovereenkomst geldig in de maand december 1986. § 4. In geval van gemengde loopbaan wordt alleen rekening gehouden met de loopbaan als notarisbediende voor zover de voorwaarden voorzien in artikel 6 vervuld zijn. § 5. Het bedrag van het aanvullend rustpensioen mag noch 57,5 pct. overschrijden noch minder dan 22,5 pct. (A.V. van 28 april 1992) bedragen van het wettelijk rustpensioen dat overeenstemt met de jaren beroepsbezigheid in het notariaat voor 31 december 1986 en beperkt tot de duur van de loopbaan bedoeld in artikel 6, geïndexeerde wettelijke rente niet inbegrepen. § 6. Vanaf het aanvullend rustpensioen slaande op de maand november 2000, wordt het bekomen resultaat van de berekening van het maandelijks aanvullend rustpensioen, berekend op de wijze zoals bepaald hiervoor, verhoogd met 1 pct.

Op voorstel van de raad van bestuur kan de algemene vergadering beslissen om in de toekomst de opgebouwde reserves opnieuw aan te wenden tot bijkomende dergelijke aanpassingen van het maandelijks aanvullend rustpensioen.

Dergelijke aanpassingen dienen steeds te gebeuren op het oorspronkelijke basisbedrag, berekend volgens de bepalingen van §§ 1, 2, 3 en 5. HOOFDSTUK III. - Overlevingspensioen

Art. 8.Ingangsdatum.

Voor zover de aanvraag ingediend wordt binnen de twaalf maanden na het overlijden van de notarisbediende, gaat het aanvullend overlevingspensioen in op de eerste dag van de maand van dit overlijden indien de notarisbediende bij zijn overlijden nog geen gepensioneerde was en op de eerste dag van de maand die volgt op dit overlijden, indien deze gepensioneerde was.

In de overige gevallen gaat het overlevingspensioen ten vroegste in op de eerste dag van de maand die op de aanvraag volgt.

Art. 9.Voorwaarden.

Geniet het aanvullend overlevingspensioen binnen de perken van artikel 3 de partner van de notarisbediende die op de dag van zijn overlijden minstens de laatste tien jaren tewerkgesteld was als notarisbediende.

Art. 10.Berekeningswijze. § 1. Indien de notarisbediende voor de ingangsdatum van zijn rustpensioen overleden is, is het aanvullend overlevingspensioen gelijk aan 60 pct. van het bedrag van het aanvullend rustpensioen dat aan de notarisbediende overeenkomstig dit reglement zou zijn toegekend, met inachtneming van de periode bedoeld bij artikel 7, § 2 van dit reglement. § 2. Indien de notarisbediende na de ingangsdatum van zijn rustpensioen overlijdt, is het aanvullend overlevingspensioen gelijk aan 60 pct. van het bedrag van het aanvullend rustpensioen dat hem overeenkomstig dit reglement werd toegekend. § 3. Vanaf het aanvullend overlevingspensioen slaande op de maand november 2000, wordt het bekomen resultaat van de berekening van het maandelijks aanvullend overlevingspensioen, verhoogd met 1 pct.

Op voorstel van de raad van bestuur kan de algemene vergadering beslissen om in de toekomst de opgebouwde reserves opnieuw aan te wenden tot bijkomende dergelijke aanpassingen van het maandelijks aanvullend overlevingspensioen.

Dergelijke aanpassingen dienen steeds te gebeuren op het oorspronkelijke basisbedrag, berekend volgens de bepalingen van § 1 of 2. HOOFDSTUK IV. Omzetting in kapitaal van kleine renten

Art. 11.Voorwaarden omzetting in kapitaal.

De maandrente in aanvullend rustpensioen, of in aanvullend overlevingspensioen, respectievelijk toegekend volgens de bepalingen van de hoofdstukken II en III hierboven, die op het ogenblik van de toekenning een bepaald bedrag niet overschrijdt, wordt onmiddellijk omgezet in kapitaal, en wordt in een éénmalige betaling uitgekeerd.

Dit is van toepassing van zodra de jaarrente, zoals deze uit de berekening van toekenning blijkt, en rekening houdend met de verhogingen die in toepassing van artikel 7, § 6 en artikel 10, § 3, verworven zijn, kleiner of gelijk is aan het bedrag zoals omschreven in artikel 4, tweede alinea.

Volgens de wettelijk bepaalde criteria komt dit bedrag op 1 augustus 2005 op 530,60 EUR, op basis van de spilindex 116,15 punten (1996 = 100).

De aanpassing van dit bedrag zal ingaan op de eerste van de maand volgend op de overschrijding van de nieuwe spilindex.

Art. 12.Gevolgen overlevingspensioen.

Indien het aanvullend rustpensioen, zoals bepaald in het hoofdstuk II van dit reglement, het voorwerp heeft uitgemaakt van een omzetting in kapitaal, kan op het ogenblik van het overlijden van de gepensioneerde, geen recht meer ontstaan op een aanvullend overlevingspensioen ten voordele van de partner.

Art. 13.Modaliteiten van de omzetting in kapitaal.

Het kapitaal van deze omgezette jaarrente in aanvullend rustpensioen of in aanvullend overlevingspensioen, wordt berekend op basis van de hiernavolgende technische criteria : a) de sterftetabel MR voor de mannen met een leeftijdscorrectie van - 5 jaar; de sterftetabel FR voor de vrouwen met een leeftijdscorrectie van - 5 jaar; b) en op basis van de technische rentevoet, die opgelegd is in de voormelde wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten, als minimum gewaarborgde rentevoet, bij de vorming van het kapitaal in de groepsverzekering, en als dusdanig ook toegepast wordt door de verzekeraar inzake de groepsverzekeringsovereenkomst van het notariaat.Deze rentevoet bedraagt 3,25 pct. op 1 mei 2006; c) wanneer de rechthebbende een partner heeft, wordt rekening gehouden met de exacte leeftijd van de partner in de berekening van het kapitaal overeenstemmend met de overdraagbaarheid van het aanvullend pensioen. Op voorstel van de raad van bestuur kan de algemene vergadering besluiten om de bovenstaande criteria in de berekeningsmethode aan te passen aan de evolutie van deze criteria.

Art. 14.Inwerkingtreding. a) Het besluit tot omzetting van de kleine renten treedt in werking op 1 mei 2006;b) De wijziging van de berekeningsmethode, op basis van de evolutie van de voormelde criteria gaat telkens in de eerste van de maand, volgend op de datum van de beslissing van de algemene vergadering;c) De begunstiging van partners die geen overlevingspensioen genieten krachtens het wettelijk stelsel treedt in werking na het overlijden van de notarisbediende vanaf 1 januari 2010. HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 15.De aanvraag tot het bekomen van een aanvullend rust- of overlevingspensioen wordt schriftelijk bij de nationale kas ingediend die de formaliteiten zal aanduiden die moeten vervuld worden evenals de bewijsstukken die moeten voorgelegd worden. De nationale kas behandelt deze gegevens vertrouwelijk en conform de toepasselijke privacywetgeving en uitsluitend met als doel het beheer en de toekenning van een aanvullend rust- of overlevingspensioen krachtens dit reglement.

Art. 16.In geval van een onjuiste verklaring of van verzwijging van een gebeurtenis die de toekenning van het aanvullend pensioen of het bedrag ervan zou kunnen beïnvloeden, zal de betaling geschorst worden tot dat het teveel betaald bedrag vereffend is, onverminderd het recht tot terugvordering van het ten onrechte betaald pensioen. In geval van herhaling kan verval van het aanvullend rust- of overlevingspensioen door de raad van bestuur uitgesproken worden.

Art. 17.De aanvullende rust- en overlevingspensioenen worden uitbetaald per maand, na vervallen termijn, behoudens indien de bepalingen van artikel 4, tweede alinea en hoofdstuk IV van dit reglement van toepassing zijn. HOOFDSTUK VI. - Financiering en beheersregels

Art. 18.a. De financiering van de aanvullende pensioenen verschuldigd krachtens dit reglement is ten laste van de notarissen, van de organismen met notarieel karakter en van de dienstenvennootschappen; b. De bijdrage beloopt maximum 4,5 pct.van de loonmassa, met inbegrip van de dertiende maand en het enkel vakantiegeld; c. Deze bijdrage is verplicht voor alle notarissen en werkgevers van een notariële instelling, in alle gevallen, behalve voor de notarissen en werkgevers bedoeld in artikel 6, tweede alinea;d. De inrichter is verantwoordelijk voor de betaling van bovengenoemde bijdrage aan de nationale kas, onverminderd haar recht om de berekening en de inning ervan te delegeren aan derden en onverminderd het recht om in geval van niet-betaling door de onder punt c.genoemde notarissen en werkgevers de verschuldigde bijdragen op hen te verhalen.

De gestorte bijdragen blijven definitief verworven door de nationale kas. De betrokkenen mogen geenszins aanspraak maken op het maatschappelijk vermogen van de nationale kas, dat volledig bestemd is voor de uitbetaling van de door het reglement voorziene aanvullende pensioenen.

Het stelsel van de aanvullende pensioenen ingevoerd door de nationale kas is gebaseerd op de formule van de repartitie, formule die in tegenstelling tot het systeem van de kapitalisatie van de bijdragen, geen aanleiding geeft tot individuele verworven reserves en/of verworven prestaties in hoofde van de notarisbediende : de bijdragen worden door de nationale kas geïnd en verdeeld onder de rechthebbenden. Bijgevolg hebben de notarisbedienden geen enkel persoonlijk recht op de gestorte bijdragen.

Art. 19.De inning der bijdragen verschuldigd door de onder artikel 18, punt c. vernoemde notarissen en werkgevers geschiedt maandelijks : a) door tussenkomst van het Sociaal Secretariaat der Notarissen van België voor zijn leden;b) door de inrichter voor de notarissen die geen lid zijn van het Sociaal Secretariaat.Deze laatsten zullen maandelijks, uiterlijk op de 20e van elke maand een personeelsopgave en een brutoloonopgave zenden aan de inrichter of de daarmee door de inrichter belaste derde(n).

Art. 20.De betaling van de bijdragen door de onder artikel 18, punt c. bedoelde notarissen en werkgevers moet geschieden, uiterlijk binnen de acht dagen die volgen op de toezending van de afrekening door de inrichter of de daartoe aangeduide derde.De inrichter verbindt er zich toe de verschuldigde bijdragen onverwijld over te maken aan de nationale kas. Elke laattijdige betaling kan door de raad van bestuur bestraft worden. Hij doet uitspraak over en past gebeurlijke verwijlintresten toe waarvan de rentevoet door de raad van bestuur vastgesteld wordt. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 21.In geval van vrijwillige ontbinding zal de algemene vergadering één of meerdere vereffenaars aanstellen en hun machten en bezoldiging bepalen.

Art. 22.In al de gevallen van vrijwillige of gerechtelijke ontbinding, zal de algemene vergadering het netto overschot, na betaling van de schulden en aanzuivering van de lasten, een bestemming geven in overeenstemming met het doel van de vereniging (zie artikel 25 van de statuten).

Art. 23.In geval het financiële evenwicht van de nationale kas verbroken is, zal deze laatste gehouden zijn op vraag van de algemene vergadering, samen met het Paritair Comité van notarisbedienden, maatregelen te nemen tot herstel van haar evenwicht. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 24.De verbintenissen van de nationale kas tegenover de gepensioneerden en de begunstigden blijven beperkt tot de financiële middelen waarover zij beschikt en waarover zij in de toekomst zal beschikken.

Art. 25.De notarisbedienden en partners kunnen op het in dit reglement voorzien pensioen slechts aanspraak maken voor zover zij de reglementaire en statutaire bepalingen aanvaarden.

Art. 26.De reglementen van de bestaande kassen worden afgeschaft. Het dit reglement dat ze vervangt wordt van toepassing vanaf 1 juli 1987.

Het reglement werd gewijzigd op de algemene vergadering van 12 april 1988 van 24 april 1990, van 23 april 1991 van 28 april 1992, van 25 april 1996, van 2 april 1998, van 16 november 2000, van 20 april 2006 en van 6 mei 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 2010.

De Vice-Eerste Minister n Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^