gepubliceerd op 18 oktober 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005
15 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juin 2005.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 15 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006 Verhoging van de eindejaarspremie in de beschutte werkplaatsen, in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 11 april 2006 onder het nummer 79387/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen erkend door het "Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap", die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : alle mannelijke en vrouwelijke werknemers, met een arbeidsovereenkomst voor arbeiders die niet worden gevat door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1997 betreffende de functieclassificatie voor sommige personeelsleden in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd afgesloten in toepassing van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector van 6 juni 2005. HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de regels vast, van toepassing op de in artikel 1 bedoelde werknemers, inzake betaling van een eindejaarspremie. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de eindejaarspremie
Art. 3.§ 1. Het sectoraal bedrag door de werkgever te voorzien, voor de eindejaarspremie komt in de periode 2006-2010 overeen met : - 2006 : 89 X het individueel brutouurloon; - 2007 : 98 X het individueel brutouurloon; - 2008 : 106 X het individueel brutouurloon; - 2009 : 114 X het individueel brutouurloon; - 2010 : 123,50 X het individueel brutouurloon.
Deze bedragen worden geproratiseerd volgens volgende formule (38 uren/week) : Sectoriaal bedrag x (effectief gepresteerde en gelijkgestelde uren)/1976 HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten
Art. 4.De eindejaarspremie wordt berekend naar rato van de effectief gepresteerde en gelijkgestelde uren tijdens de referteperiode.
Onder "gelijkgestelde uren" wordt verstaan : A. Uren geproratiseerd in functie van de werkelijke wekelijkse arbeidsduur (38u.) : - economische werkloosheid (met een maximum van 114 uren); - ziekte (met een maximum van 76 uren).
B. Volgens wettelijke en sectorale beschikkingen : - betaalde vakantie- en feestdagen; - syndicaal verlof; - familiaal verlof; - kort verzuim; - educatief verlof; - dagen vrijstelling arbeidsprestatie oudere werknemers in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006.
Art. 5.De referteperiode zoals bedoeld in artikel 4 is de periode gaande van 1 december van het voorafgaande jaar, tot en met 30 november van het lopende jaar.
Art. 6.§ 1. De eindejaarspremie wordt toegekend aan de werknemers die in de referteperiode werkelijke of daarmee gelijkgestelde prestaties leverden en die een anciënniteit hebben van minimum 6 maanden in de referteperiode. § 2. Aan werknemers wier arbeidsovereenkomst voor 1 december beëindigd wordt, behalve om dringende redenen, wordt pro rata temporis een eindejaarspremie uitbetaald.
Art. 7.De eindejaarspremie wordt uitbetaald in de maand december en uiterlijk vóór 20 december, behalve voor de ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 8, § 2 van deze overeenkomst.
Art. 8.§ 1. Beschutte werkplaatsen die op dit ogenblik reeds een systeem van eindejaarspremie op het ondernemingsniveau hebben, kunnen dit systeem mee gebruiken om te voldoen aan de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Beschutte werkplaatsen die naar aanleiding van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2003 een alternatief systeem voor de uitbetaling van de eindejaarspremie overeengekomen zijn, kunnen dit systeem behouden, zonder dat dit alternatieve systeem kan uitgebreid worden. In dit kader zullen de door de overheid ter beschikking gestelde middelen in premievorm uitbetaald worden. § 3. De sociale partners doen een aanbeveling om bestaande alternatieve systemen om te zetten. In 2006 wordt een inventaris van de bestaande systemen gemaakt. Voor 2010 wordt een evaluatie van de situatie gemaakt. § 4. Elk alternatief systeem moet netto evenveel bedragen als de netto uitbetaling in premie.
Art. 9.De sociale partners blijven streven naar een volwaardige eindejaarspremie, waarbij er een gelijkwaardige geldelijke inbreng is tussen de werkgevers en de overheid.
Deze volwaardige eindejaarspremie wordt geplafonneerd op een bedrag gelijkwaardig aan 164,67u X het individueel bruto uurloon.
Indien de beschutte werkplaats door de som van eigen inbreng en overheidsinbreng meer zou uitbetalen dan deze volwaardige eindejaarspremie, wordt het plafond van toepassing.
In dat geval kan de beschutte werkplaats beschikken over het resterende bedrag en dient hij op ondernemingsniveau de nodige informatie te geven over de besteding ervan aan de bestaande overlegorganen. HOOFDSTUK V. - Geldigheid en slotbepalingen
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2006 volgens de in artikel 3 afgesproken gefaseerde verhoging van de eindejaarspremie op voorwaarde dat de subsidiërende overheid de voorziene budgetten vrijmaakt.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegperiode van 6 maanden.
De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN