gepubliceerd op 18 oktober 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken
15 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid het art. 4, 2°, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveau's 1 en 2+;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 augustus 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 11 juni 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 11 juni 1997;
Gelet op het protocol nr. 72/2 van 1 juli 1997 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de noodzaak om onverwijld maatregelen te nemen, daar de reglementaire bepalingen voorzien in dit besluit, die aangepast zijn aan de nieuwe loopbanen in de niveaus 1 en 2+, uitwerking moeten hebben op 1 juli 1997;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden en de specifieke functies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken worden de woorden « en Ambtenarenzaken » geschrapt.
Art. 2.In het artikel 1 van hetzelfde besluit, onder de hoofdingen « A. Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel - 1° Ambtenaren van niveau 1 », worden de vermeldingen onder de letters a), b), d), e) en f) geschrapt.
Art. 3.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De weddeschaal van elk der bijzondere graden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld als volgt : a) vanaf 1 juni 1994 tot 30 juni 1997 : De wedde van eerste rechtskundig adviseur (rang 14) wordt vastgesteld in de weddeschaal : 1 226 775 - 1 974 781 142 x 53.429 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) De wedde van arrondissementscommissaris en van adjunct-arrondissementscommissaris wordt vastgesteld in de weddeschaal : 1 115 290 - 1 703 009 112 x 53.429 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) De wedde van arrondissementscommissaris en van adjunct-arrondissementscommissaris, na negen jaar graadanciënniteit, wordt vastgesteld in de weddeschaal : 1 226 775 - 1 974 781 142 x 53.429 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) De wedde van Adjunct - Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid wordt vastgesteld in de weddeschaal : 1 115 290 - 1 703 009 112 x 53.429 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) b) vanaf 1 juli 1997 : A.Administratief personeel onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel 1° Ambtenaren van niveau I a) De Hoofdingenieur-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) geniet de weddeschaal 13D.b) De Ingenieur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) geniet de weddeschaal 10D. De ingenieur (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft bekomt de weddeschaal 10E. 2° Ambtenaren van niveau II a) Operationeel adjunct (rang 22) : 746 487 - 1 112 975 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 jaar - N.2 - G.A.) De operationeel adjunct die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende bijzondere weddeschaal bekomen : 851 145 - 1 217 634 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 jaar - N.2 - G.A.) b) Operationeel assistent (rang 20) : 546 922 - 884 947 31 x 10.676 12 x 10.676 12 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20 jaar - N.2 - G.A.) De operationeel assistent die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 20B. De operationeel assistent die slaagt in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20E. 3° Ambtenaren van niveau III Operationeel agent (rang 30) : 30A De operationeel agent die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 30C. De operationeel agent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen, zijn de weddeschaal 30F bekomen.
De operationeel agent die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 30H bekomen.
De operationeel agent die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 30I bekomen.
B. Personeel onderworpen aan een ander statuut dan onder A vermeld. 1° Voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht 2 158 571 - 2 728 444 33 x 94 979 43 x 71 234 (Kl.24 jaar - N 1 - G.B.) 2° Provinciegouverneur Vast bedrag : 2 787 789 3° Arrondissementscommissaris en AdjunctArrondissementscommissaris De wedde van de arrondissementscommissaris en van de adjunct-arrondissementscommissaris wordt vastgesteld in de schaal 13A, na negen jaar graadanciënniteit in de schaal 13B en na achttien jaar graadanciënniteit in de schaal 15A. In afwijking van het eerste lid blijft de wedde van de arrondissementscommissaris en van de adjunct-arrondissementscommissaris die dat ambt uitoefenden op 12 december 1987 en op dat ogenblik een anciënniteit gelijk aan of hoger dan acht jaar hadden, vastgesteld in de weddeschaal : 1 348 258 - 2 134 818 52 x 44.522 102 x 56.395 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) De arrondissementscommissaris en de adjunct-arrondissementscommissaris die dat ambt uitoefenden op 12 december 1987 en op het ogenblik van hun benoeming in deze graad, minder dan acht jaar anciënniteit hadden in de onder het tweede lid vermelde schaal, genieten, zonder dat er met hun reële anciënniteit rekening gehouden wordt, de schaal : 1 526 346 - 2 134 818 12 x 44.522 102 x 56.395 (Kl. 24 jaar - N.1 - G.B.) 4° Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en Voorzitter van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen 16A 5° Adjunct-commissaris voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, Vaste bijzitter van de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen en Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid 15A 6° Adjunct - Vaste Secretaris voor het Preventiebeleid 13A Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997, behoudens de artikelen 1en 2 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1995 en het artikel 3, a) dat uitwerking heeft van 1 juni 1994 tot 30 juni 1997.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY Bijlage - Conversietabel van de nieuwe weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY