gepubliceerd op 13 december 2021
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 januari 2021 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de bandagisten en orthopedisten
15 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 januari 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2021 pub. 09/02/2021 numac 2021020272 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van bandagisten en orthopedisten sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de bandagisten en orthopedisten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36nonies, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2003 pub. 29/12/2003 numac 2003003535 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2003 type wet prom. 22/12/2003 pub. 29/12/2003 numac 2003003536 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2004 sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 januari 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2021 pub. 09/02/2021 numac 2021020272 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van bandagisten en orthopedisten sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de bandagisten en orthopedisten, namelijk artikels 2 en 5;
Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie bandagisten en orthopedisten - verzekeringsinstellingen van 6 juli 2021;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 7 juli 2021;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 12 juli 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 10 september 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 oktober 2021;
Gelet op het voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is vereist;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 januari 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2021 pub. 09/02/2021 numac 2021020272 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van bandagisten en orthopedisten sluiten tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten volgens welke het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een financiële tegemoetkoming toekent voor de werking van de representatieve beroepsorganisaties van de bandagisten en orthopedisten, wordt vervangen door de volgende bepaling: "
Art. 2.§ 1. Voor de jaren 2021 tot en met 2024 bestaat het jaarbedrag van de tegemoetkoming voor iedere representatieve beroepsorganisatie uit twee delen: 1° een basisbedrag per representatieve beroepsorganisatie;2° een aanvullend bedrag dat volgens de volgende formule wordt berekend : 30,26 euro x aantal leden van de representatieve beroepsorganisatie x het percentage van de actieve geconventioneerde bandagisten en orthopedisten.Indien de representatieve beroepsorganisaties volgens taal gescheiden zijn, wordt dit percentage vastgesteld volgens de taalrol van de zorgverlener die door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering is geregistreerd.
Het aantal leden (cijfers van het laatste jaar vóór een toekenningsperiode van vier jaar) moet het voorwerp uitmaken van een verklaring op erewoord die door de voorzitter van de representatieve beroepsorganisatie wordt getekend en ingediend bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dit aantal evenals de identiteit van de leden zullen gecontroleerd worden door een Gerechtsdeurwaarder die door de Leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het bovengenoemde Rijksinstituut werd aangewezen, op basis van geïnformatiseerde lijsten die hij aan de beroepsorganisatie zal vragen. Alleen deze Gerechtsdeurwaarder zal van deze identiteiten kennis nemen en dit enkel met het oog op deze controle. Het bovengenoemde Rijksinstituut zal er geen toegang toe krijgen en zal na deze controle een proces-verbaal van de Gerechtsdeurwaarder ontvangen waarbij wordt vastgesteld of de verklaring op erewoord juist of niet juist is. Deze laatste voorwaarde moet vervuld zijn vóór de betaling van de bedragen. § 2. Voor het jaar 2021, wordt het basisbedrag bedoeld in § 1, 1°, vastgesteld op 179.506,76 euro per representatieve beroepsorganisatie en het aanvullende bedrag wordt vastgesteld volgens de formule bedoeld in § 1, 2°.
In geen geval, mogen deze gecumuleerde bedragen een bedrag van 392.671,06 euro op jaarbasis overschrijden. Indien het resultaat van de toepassing van de formule bedoeld onder § 1 dit laatste bedrag overschrijdt, worden de toe te kennen bedragen aan de representatieve beroepsorganisaties proportioneel verminderd om dit bedrag niet meer te overschrijden. § 3. Voor de jaren 2022 tot en met 2024 worden de bedragen bedoeld in § 2 aangepast aan de index van de consumptieprijzen die van kracht zijn op 1 maart van het betrokken jaar." § 4. Indien één beroepsorganisatie of één groepering van organisaties erkend is als representatief, is het jaarlijkse bedrag samengesteld uit twee delen: 1° het basisbedrag; 2° een aanvullend bedrag dat volgens de volgende formule wordt berekend: 30,26 euro x aantal zorgverleners van de bedoelde sector (behalve de apothekers die erkend zijn voor de kleine bandagisterie) x het percentage van de actieve geconventioneerde bandagisten en orthopedisten."
Art. 2.Aan artikel 5 § 1 van bovengenoemd koninklijk besluit wordt een punt 3° toegevoegd: "3° § 1 1° van het huidige artikel is niet van toepassing voor het jaar 2021. Het aan de beroepsorganisatie totale verschuldigde bedrag krachtens artikel 1 van dit besluit verminderd met het reeds betaalde bedrag krachtens artikel 5 § 1 van bovengenoemd besluit wordt binnen de drie maanden betaald nadat de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening voor het desbetreffende jaar aan de Administrateur-generaal van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering werd overgemaakt."
Art. 3.Dit huidige besluit is van toepassing op de financiering van de beroepsorganisaties voor de jaren 2021 tot en met 2024.
Art. 4.De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 november 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE