gepubliceerd op 30 december 2010
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de functie pediatrische liaison moet voldoen om te worden erkend
15 NOVEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan de functie pediatrische liaison moet voldoen om te worden erkend
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, de artikelen 66, 67, 79 en 82;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 november 2010 waarbij sommige bepalingen van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, toepasselijk worden verklaard op de functie "pediatrische liaison";
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, afdeling Programmatie en Erkenning, gegeven op 11 juni 2009;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 september 2009 en 26 januari 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatsecretaris van Begroting, d.d. 16 november 2009;
Gelet op advies nr. 47.444/3 van de Raad van State, gegeven op 8 december 2009, en op advies nr. 48.215/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de functie pediatrische liaison zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 15 november 2010. waarbij sommige bepalingen van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, toepasselijk worden verklaard op de functie "pediatrische liaison".
Art. 2.Om te worden erkend en erkend te blijven, moet de functie "pediatrische liaison" voldoen aan de normen van dit besluit.
Art. 3.§ 1. De functie is bestemd voor jonge patiënten die lijden aan een zware chronische pathologie, die optreedt voor de leeftijd van 18 jaar. § 2. De functie bestaat uit een intern en een extern luik.
Het interne luik ondersteunt, voor alle in het ziekenhuis opgenomen jonge patiënten, het ziekenhuisteam van de jonge patiënt bij diens behandeling en stelt daarbij de eigen pediatrische pluridisciplinaire deskundigheid ter beschikking.
Het externe luik omvat activiteiten om, in het verlengde van de behandeling in het ziekenhuis, de continuïteit van de ziekenhuisbehandeling verder te zetten door middel van een pluridisciplinair team, dat de verbinding verzekert met de ziekenhuisteams waar de patiënt hoofdzakelijk van afhangt. § 3. De in paragraaf 2 bedoelde behandeling kan van volgende aard zijn : 1° curatief met betrekking tot een aandoening waarvoor een curatieve behandeling mogelijk is;2° palliatief met betrekking tot een aandoening waarvoor geen curatieve behandeling mogelijk is of niet meer mogelijk is;3° terminaal op het ogenblik dat de aandoening enkel nog een begeleiding van het levenseinde toelaat.
Art. 4.De functie "pediatrische liaison" mag niet worden uitgebaat op meerdere vestigingsplaatsen van eenzelfde ziekenhuis of ziekenhuisassociatie.
Art. 5.De functie wordt opgericht in een ziekenhuis dat jonge patiënten met een zware chronische pathologie behandelt, waarvan minimum 50 nieuwe patiënten per jaar onder de 16 jaar met hemato-oncologische aandoeningen of ernstige niet-oncologische hematologische aandoeningen die een complexe behandeling noodzaken zoals ondermeer een stamceltransplantatie. Deze activiteitsdrempel dient bereikt te zijn hetzij gedurende het jaar voor de aanvraag tot erkenning hetzij als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de aanvraag tot erkenning.
Om erkend te blijven, dient het ziekenhuis aan te tonen dat het, het laatste jaar of als gemiddelde gedurende de laatste drie jaar voor de verlenging van de erkenning, het in het eerste lid bedoelde activiteitsniveau bereikt.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nieuwe patiënt verstaan de patiënt waarvan behandeling, na de eerste diagnose, hoofdzakelijk gebeurt in het ziekenhuis.
Art. 6.§ 1. De functie wordt waargenomen door een eigen pluridisciplinair team dat zich onderscheidt binnen de personeelsopstelling van het ziekenhuis.
Bedoeld pluridisciplinair team bestaat minstens uit : 1° een halftijds equivalent geneesheer-specialist in de pediatrie met ervaring in de pijnbehandeling;2° 4 voltijds equivalent verpleegkundigen, waarvan minstens 1 voltijds equivalent verpleegkundige gespecialiseerd in de pediatrie en in de neonatologie;3° een halftijds equivalent psycholoog. De coördinatie van het pluridisciplinair team gebeurt door de in het tweede lid, 1°, bedoelde geneesheer-specialist.
De leden van het pluridisciplinair team hebben een specifieke opleiding in de palliatieve zorg in het bijzonder met betrekking tot jonge patiënten, gevolgd. § 2. De functie wordt voor het uitvoeren van administratieve taken bijgestaan door een halftijds equivalent administratief medewerker.
Art. 7.Een verpleegkundige van de functie is permanent oproepbaar.
Een geneesheer-specialist in de pediatrie, die verbonden is aan het ziekenhuis, is permanent oproepbaar.
Art. 8.De functie "pediatrische liaison" vervult in het bijzonder volgende taken : 1° het bevorderen van de communicatie tussen het ziekenhuisteam en de actoren van de eerste lijn;2° het bevorderen van de continuïteit van de ziekenhuisbehandeling wanneer de jonge patiënt het ziekenhuis verlaat voor verdere behandeling in de thuisomgeving of omgekeerd;3° het verstrekken van informatie over de functie "pediatrische liaison" naar de patiënten en de zorgverleners;4° het verlenen van advies in het ziekenhuis omtrent de pediatrische liaison aan de zorgverleners evenals aan de ziekenhuisdirectie met het oog op het ter zake te voeren beleid.
Art. 9.De functie registreert haar activiteiten en evalueert deze regelmatig op basis van bedoelde registratie. De Minister bevoegd voor Volksgezondheid kan met betrekking tot bedoelde registratie nadere regelen bepalen.
Art. 10.De functie stelt jaarlijks een activiteitenrapport op en maakt dat over aan de Minister bevoegd voor Volksgezondheid.
Art. 11.Gedurende een overgangsperiode van 5 jaar te rekenen vanaf de datum van inwerking treden van onderhavig besluit, mag in afwijking op artikel 4 de functie worden uitgebaat op meerdere vestigingsplaatsen van een ziekenhuisassociatie.
Bedoelde vestigingsplaatsen liggen in dezelfde provincie en voldoen gezamenlijk aan onderhavige erkenningsnormen.
De ziekenhuizen die deel uitmaken van de ziekenhuisassociatie beschikken over een ervaring van tenminste 5 jaar in de verzorging van jonge patiënten die lijden aan een zware chronische pathologie, waaronder hemato-oncologische aandoeningen of ernstige niet-oncologische hematologische aandoeningen die een complexe behandeling noodzaken zoals ondermeer een stamceltransplantatie.
Art. 12.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 november 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX