gepubliceerd op 07 juni 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel"
15 MEI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel".
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer 142247/CO/125.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Subcomité voor de houthandel ressorteren alsook op hun werklieden.
Onder "werklieden" bedoelt men : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1996 tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" en tot vaststelling van zijn statuten, gewijzigd en gecoördineerd op 21 september 2017, worden de bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze collectieve arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld onder artikel 1.
De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" vastgesteld binnen de perken voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel
Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden die tewerkgesteld werden tijdens het refertejaar : 5,25 pct. van de brutolonen aan 108 pct. verdiend tijdens het refertejaar.
Onder "refertejaar" verstaat men, vanaf het toekenningsjaar 2014 : de periode vanaf 1 juli van het voorgaande kalenderjaar tot en met 30 juni van het toekenningsjaar van het sociaal voordeel.
Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld te zijn op 30 juni van het toekenningsjaar.
Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1 bedoelde werkgevers, kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" een forfaitair voordeel genieten.
Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige alinea bedraagt 60,66 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het toekenningsjaar.
Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt, wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd.
Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd.
De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat, mag het genot van deze bepaling niet inroepen. HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid
Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt met "dag" bedoeld : iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd toegekend ten gevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens tijdelijke werkloosheid om economische redenen, wegens ziekte of arbeidsongeval.
Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding wordt toegekend (arbeidsstelsel 5 dagen/week) : 1. vanaf de 26ste dag tot de 261ste dag in geval van ziekte;2. vanaf de 26ste dag tot de 125ste dag in geval van arbeidsongeval;3. vanaf de 13de dag tot de 100ste dag in geval van tijdelijke werkloosheid om economische redenen. Het totaal van de carenzperiode (periode waarin geen bestaanszekerheid wordt toegekend) zal in een kalenderjaar nooit meer dan 25 kalenderdagen bedragen.
De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar maar zal de carenzperiode voor ziekte en arbeidsongeval met eenzelfde oorzaak, welke over twee kalenderjaren loopt, niet meer dan 25 kalenderdagen bedragen voor de twee kalenderjaren samen.
Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding is vanaf 1 juli 2017 vastgesteld op 5,70 EUR per dag.
Art. 9.Het bij artikel 8 vastgestelde bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding is gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer (afgevlakte index) van de consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie en wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De aanpassing van het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding gebeurt bij het begin van elk kalenderkwartaal, vanaf de eerste kalenderdag van dit kwartaal. De coëfficiënt die gebruikt wordt bij de berekening van de aanpassing van het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding, wordt berekend tot vier decimalen en bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de eerste twee maanden van het voorbije kwartaal te delen door dit van de eerste twee maanden van het daaraan voorafgaande kwartaal.
Het resultaat van de berekeningen door toepassing van de coëfficiënt met vier decimalen wordt niet afgerond.
Indien dit indexeringsmechanisme zou leiden tot een negatief resultaat, wordt de vermindering van het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding geneutraliseerd.
Art. 10.Op 1 januari 2018 wordt het geïndexeerde bedrag van de bijkomende bestaanszekerheidsvergoeding met 1,1 pct. verhoogd. HOOFDSTUK V. - Vergoeding permanente vorming
Art. 11.Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld op 0,79 EUR per effectief gepresteerde dag en 0,61 EUR per gelijkgestelde dag ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid. HOOFDSTUK VI. - Syndicale premie
Art. 12.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten, ontvangen een syndicale premie van 135 EUR per jaar.
De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5 bedoeld forfaitair voordeel genieten, ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel.
De bij een vakbond aangesloten werklieden die genieten van de forfaitaire bedrijfstoeslag ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" (SWT vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 29 juni 2015) ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor dewelke zij een forfaitaire bedrijfstoeslag ontvangen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2018 en is gesloten voor onbepaalde duur. Vanaf haar inwerkingtreding vervangt zij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 2016 betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", geregistreerd onder het nummer 133525/CO/125.03.
Art. 14.Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de houthandel.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 mei 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS