gepubliceerd op 01 juni 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat
15 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, inzonderheid op artikel 3, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 23 maart 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, inzonderheid op artikel 1 en op artikel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 oktober 1980 en 5 april 2001;
Gelet op het advies nr. 1.546 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 31 januari 2006;
Gelet op het advies 39.944/1 van de Raad van State, gegeven op 16 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 december 1976 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het politiek verlof van de werknemers die lid of voorzitter zijn van een provincieraad omvat de periodes die overeenstemmen met de zittingen van de provincieraad. »
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 oktober 1980 en 5 april 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid, worden de woorden « een districtsraad » gevoegd tussen de woorden « een federatieraad » en « een gemeenteraad ».2° In het eerste lid worden de volgende woorden vervangen : - « een commissie voor de cultuur van de Brusselse agglomeratie » wordt vervangen door « de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, de Franse gemeenschapscommissie, de Vlaamse gemeenschapscommissie »; - « de Raad van de Duitse Cultuurgemeenschap » wordt vervangen door « de Raad van de Duitstalige Gemeenschap »; 3° In het eerste lid, wordt 4° vervangen door de volgende bepaling : « 4° Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, Franse gemeenschapscommissie, Vlaamse gemeenschapscommissie : 1 dag ».4° In het eerste lid, wordt 5° vervangen door de volgende bepaling : « 5° Raad van de Duitstalige Gemeenschap : 1 dag ».5° Het eerste lid wordt aangevuld als volgt : « 6° Districtsraad : 1 dag ».
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 19 juli 1976, Belgisch Staatsblad van 24 augustus 1976; Wet van 23 maart 2001, Belgisch Staatsblad van 5 april 2001;
Koninklijk besluit van 28 december 1976, Belgisch Staatsblad van 31 december 1976;
Koninklijk besluit van 21 oktober 1980, Belgisch Staatsblad van 25 november 1980;
Koninklijk besluit van 5 april 2001, Belgisch Staatsblad van 19 april 2001.