Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 maart 2021
gepubliceerd op 14 april 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot opheffing en vervanging, voor haar toepassingsgebied, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007, betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021200396
pub.
14/04/2021
prom.
15/03/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot opheffing en vervanging, voor haar toepassingsgebied, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007, betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot opheffing en vervanging, voor haar toepassingsgebied, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007, betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 maart 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2019 Opheffing en vervanging, voor haar toepassingsgebied, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007, betreffende de eindejaarspremie voor de geregionaliseerde sectoren te Brussel (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer 157748/CO/330)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de bejaardentehuizen, de rust- en verzorgingstehuizen, de serviceflats, de dagverzorgingscentra voor bejaarden, de psychiatrische verzorgingstehuizen, de initiatieven voor beschut wonen voor psychiatrische patiënten, de revalidatiecentra die erkend en gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook de diensten voor voortgezette en palliatieve zorgen gevestigd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel verstaan.

Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die van toepassing zijn op de werknemers bedoeld in artikel 1 met betrekking tot de eindejaarstoelage en dat voor 2019 en de daaropvolgende jaren.

Art. 3.Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een variabel gedeelte. 1) Een forfaitair gedeelte dat bestaat uit twee bedragen : - een eerste bedrag wordt berekend sinds 2003 overeenkomstig de toepassing van artikel 5, § 2, punt 1 van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 december 1987; - een tweede forfaitair bedrag van 280 EUR bruto. Dit bedrag stemt overeen met de spilindex 105,10 (basis 2013 = 100), vereffeningspercentage 1,3728. Dit bedrag werd overeengekomen in het kader van het protocolakkoord 2018-2019 van 18 juli 2018 voor de non-profitsectoren van de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, dat bepaalt dat het bedrag waarvan sprake geleidelijk zal worden geïntegreerd in de uitvoering van de nieuwe functieclassificatie (IFIC). De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de kalender en de modaliteiten van deze toekomstige integratie vast te leggen.

Het bedrag van het forfaitair deel van het in aanmerking genomen jaar wordt verkregen door het forfaitair gedeelte, toegekend in het voorgaande jaar, te verhogen met een percentage in functie van de consumptieprijsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar.

Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen; 2) Het variabel gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het geïndexeerde bruto-jaarloon van de werknemer.

Onder "geïndexeerd bruto-jaarloon" wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremisch brutoloon, aan de betrokken werknemer verschuldigd voor de maand oktober in het betrokken kalenderjaar van uitbetaling, in voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

Art. 4.§ 1. Het totale bedrag voor de berekening van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent waarin hij volledige effectieve of gelijkgestelde arbeidsprestaties uitvoert en die zijn volledig loon heeft of zou ontvangen hebben tijdens de referteperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties staan opgesomd in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.

De referteperiode loopt van 1 januari tot en met 30 september van het in aanmerking genomen jaar. Elke effectieve of gelijkgestelde gewerkte maand tijdens de referteperiode geeft recht op een negende van de toelage toegekend volgens de bepalingen van artikel 4. Op ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst en die betrekking hebben op de referteperiode, in voege blijven.

Onder "maand" wordt verstaan : elke verbintenis die is aangegaan vóór de zestiende kalenderdag van de maand. § 2. Wanneer de voltijdse werknemer het totale bedrag in het kader van de volledige arbeidsprestaties niet ontvangt, omdat hij werd aangeworven of omdat hij het bedrijf heeft verlaten in de loop van de referteperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgelegd in verhouding tot de geleverde of gelijkgestelde arbeidsprestaties tijdens de referteperiode. § 3. Het bedrag van de toelage voor de deeltijdse werknemer wordt berekend in verhouding tot de duur van de geleverde of gelijkgestelde arbeidsprestaties tijdens de referteperiode.

Art. 5.§ 1. De eindejaarstoelage wordt in een keer vereffend in de loop van de maand december van het jaar in kwestie of in de loop van de maand waarin de werknemer het bedrijf verlaat. § 2. Alleen voor de premie betreffende het jaar 2019 en in afwijking van de vorige paragraaf kan deze brutopremie van 280 EUR per werknemer uiterlijk worden betaald met het loon van de maand januari 2020.

Art. 6.De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht in het kader van een studentenovereenkomst of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.

Art. 7.De bedragen vermeld in artikel 3, 1) en 2) van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden niet toegekend aan de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die minstens gelijkwaardig is aan deze twee gecumuleerde bedragen.

Art. 8.De toepassing van deze overeenkomst hangt af van de uitvoering door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van de financiële verbintenissen opgenomen in het protocol van 18 juli 2018 dat wordt vermeld in artikel 3.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in vanaf de datum van ondertekening. Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt en heft voor haar toepassingsgebied de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2002 (64174/CO/305) op, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 (69016/CO/305) en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 februari 2007 (83644/CO/305), overgenomen door het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diens-ten door een collectieve arbeidsovereenkomst van 10 september 2007 (85666/CO/330).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 maart 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^