gepubliceerd op 01 augustus 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie
15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 2005 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2005 onder het nummer 76439/CO/121)
Artikel 1.De titel B "Stelsel voor de afvalactiviteit" van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 (Belgisch staatsblad van 28 september 2004) wordt vervangen door volgende bepalingen : "B. Overbruggingsuren voor de afvalactiviteit Het algemeen stelsel voor de berekening van de overuren, opgenomen in bovenstaande artikels 4, 5 en 6 is van toepassing.".
Art. 2.Artikel 11 van dezelfde arbeidsovereenkomst wordt vervangen door volgende bepalingen : "De andere werkuren, die door personeel 3.A - 3.B - 3.C - 3.D - 3.E gepresteerd worden, en die niet in aanmerking komen voor de berekening van overuren, worden overbruggingsuren genoemd.
Overbruggingsuren worden tegen hetzelfde uurtarief uitbetaald als rijtijden, ophalen en storten van afval.
Het aantal overbruggingsuren mag per persoon niet hoger liggen dan 200 per kalenderjaar. Een afwijkingen op dit principe kan onderhandeld worden op bedrijfsniveau door de syndicale delegatie en de bevoegde regionale vakbondssecretarissen of, bij ontstentenis van een syndicale delegatie, door de bevoegde regionale vakbondssecretarissen van de in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen vertegenwoordigde organisaties.
Op basis van gebruik, of op basis van conventioneel bestaande gunstiger voorwaarden in ondernemingen, blijven verworven en kunnen maar gewijzigd worden door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst die wordt afgesloten op bedrijfsniveau en ondertekend wordt door de gewestelijke vakbondssecretarissen."
Art. 3.De artikelen 12, 13, 14 en 15 van dezelfde arbeidsovereenkomst worden geschrapt.
Art. 4.Artikel 16 van dezelfde arbeidsovereenkomst wordt vervangen door volgende bepalingen : "De organisatie van de arbeidsduur staat in functie van de huidige sociale wetgeving.
Vanaf 1 oktober 1995, worden de minimumprestaties als volgt vastgesteld : - minimum 3 uren per dag; - minimum 18 uren per week.
De minimale wekelijkse arbeidsduur van deeltijdse werknemers, vastgesteld in bovenstaande paragraaf, is niet van toepassing voor de werklieden en werksters belast met schoonmaakwerkzaamheden, die beantwoorden aan de functies van de categorieën 1.A en 1.B. Een uitbreiding tot andere categorieën is mogelijk door het van een collectieve arbeidsovereenkomst op vlak van de onderneming die de handtekening draagt van de bevoegde regionale vakbondssecretarissen.
Voor de werklieden en werksters belast met schoonmaakwerkzaamheden, die beantwoorden aan de functies van de categorieën 1.A en 1.B, wordt eveneens afgeweken van de grens van drie uren bepaald bij artikel 21 van de wet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).
Om de drie maanden zal de werkgever aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis aan de bevoegde regionale vakbondssecretarissen, een lijst bezorgen teneinde inzicht te verschaffen in de toestand van de arbeidsovereenkomsten.
De lijst bevat : 1. de naam en de voornaam van de arbeider wiens wekelijkse arbeidsduur geen 18 uren per week en/of 3 uren per dag bedraagt;2. de naam van de werf en de gemeente;3. het aantal gepresteerde uren per week en/of per dag. Daartoe zal het sociaal fonds jaarlijks, op hetzelfde moment als de verzending van de eindejaarspremies, onder afzonderlijke omslag, een gestandaardiseerde vragenlijst bezorgen aan alle werknemers wiens uurrooster minder dan 18 uren per week en/of 3 uren per dag bedraagt.
Het model van deze vragenlijst zal worden vastgesteld door de raad van bestuur van het sociaal fonds.
De lijst van de geïnteresseerde werknemers die aan de voorwaarden voldoen, zal jaarlijks, met de economische en financiële informatie van het 1ste trimester meegedeeld worden aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis aan de bevoegde regionale vakbondssecretarissen.
De werkgever stelt zich garant om alles in het werk te stellen om bij voorrang een vermeerdering van het aantal te presteren uren aan te bieden aan de geïnteresseerde werknemers wiens anciënniteit in de onderneming minimum 6 maanden bedraagt et dit voor elke nieuwe aanwerving van onbepaalde duur.
Op basis van deze informatie zullen de partijen de uitvoering opvolgen van de toepassing van de invulling van de beschikbare uren door de geïnteresseerde werknemers met en contract van minder dan 18 uren per week of prestaties van minder dan 3 uren per dag.
De werkgevers die inbreuk plegen op deze bepalingen kunnen ter verantwoording voor het paritair comité worden geroepen."
Art. 5.Artikel 30 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld met volgende bepalingen : "De CPBW zullen de toepassing in hun onderneming evalueren van de voorgestelde preventiemaatregelen in de publicatie van het Opleidingscentrum van de schoonmaak : "De oorzaken van stress in de sector : een handboek voor actie". Dit handboek bevat een inventaris van de oorzaken van stress en de preventiemaatregelen en een "checklist" van de preventiemaatregelen in 15 rubrieken (pp. 81 tot 88).
Elk jaar, evalueert het CPBW, voor de werknemers van de technische bedrijfseenheid, de toepasselijkheid van de stressfactoren, en de effectieve inwerkingstelling van de overeenkomstige preventiemaatregelen door keuze van 3 van deze rubrieken (rubriek 1 "Het gevoel van onveiligheid op het werk" dat langer is, telt voor 2).".
Art. 6.Artikel 32 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door volgende bepalingen : "Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst van 27 januari 2003, verbinden de werkgevers zich ertoe alles in het werk te stellen om het beroep doen op onderaanneming zo veel mogelijk te vermijden; bijgevolg zal prioriteit worden verleend aan interne aanwervingen en aan de uitbreiding van de uurroosters van deeltijdse werknemers.
De werkgevers verbinden zich ertoe slechts beroep te doen op onderaanneming in geval van : - problemen die zich voordoen bij de invulling van bepaalde functies; - indien aan de invulling van de behoefte niet voldaan kan worden met eigen personeel; - tijdelijke onvoldoende interne capaciteit; - niet of onvoldoende nodige specialisatie aanwezig in de onderneming.
De werkgevers verbinden zich ertoe, voor schoonmaakwerkzaamheden die beantwoorden aan het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, uitsluitend beroep te doen op onderaannemers die behoren tot het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen.
Alhoewel de beslissing om beroep te doen op onderaanneming uitsluitend toekomt aan de onderneming, wordt zij evenwel meegedeeld aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis aan de syndicale delegatie, of bij ontstentenis aan de bevoegde regionale vakbondssecretaris.
Daartoe stelt de werkgever maandelijks een schriftelijk verslag op betreffende de onderaanneming dat volgende gegevens bevat : - naam en adres van de onderaannemer; - ondernemingsnummer van de onderaannemer; - registratienummer van de onderaannemer; - RSZ-nummer van de onderaannemer, met opgave van het voorzetsel; - naam en adres van de werf waarvoor beroep wordt of werd gedaan op onderaanneming; - rechtvaardiging van de beslissing om beroep te doen op onderaanneming.
De sociale partners vestigen de aandacht op de wetgeving betreffende de hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden in geval van onderaanneming en op de wetgeving betreffende het welzijn op het werk.
In geval van geschil, zal de meest gerede partij het probleem voorleggen aan het paritair comité.".
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en heeft dezelfde geldigheidsduur als deze die zij wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN