gepubliceerd op 27 oktober 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het brugpensioen
15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende het brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64945/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna "werklieden" genoemd, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. HOOFDSTUK II. - Brugpensioen
Art. 2.De leeftijd om te kunnen genieten van het brugpensioen zoals bedoeld bij hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt vastgesteld op 58 jaar.
Art. 3.De aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2, wordt enkel toegekend aan de werklieden die de leeftijd hebben bereikt, voorzien in artikel 2, en die voldoen aan de wettelijk gestelde anciënniteitsvoorwaarden, zijnde 25 jaar loondienst of gelijkgestelde dagen, om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.
De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde tijd.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE