Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 februari 2008
gepubliceerd op 11 maart 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012148
pub.
11/03/2008
prom.
15/02/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007 Vormingsinitiatieven voor risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2007 onder het nummer 84148/CO/120) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoed-ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters (ook werklieden genoemd) die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de NV Celanese en de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werklieden die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het vlas (P.S.C. 120.02) en voor de jute (P.S.C. 120.03). HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk V - Vorming en opleiding - van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 voor de textielnijverheid en het breiwerk en in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1, van de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2007. HOOFDSTUK III. - Patronale bijdrage

Art. 3.Zoals voorzien in hoofdstuk V - Vorming en opleiding - artikel 12, 2de lid van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, zijn de werkgevers voor de jaren 2007 tot en met 2010 aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de textiel- en breigoednijverheid", een bijdrage van 0,20 pct. verschuldigd, berekend op grond van het volledig loon van de arbeiders(sters), zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Deze bijdrage is per kwartaal verschuldigd en wordt door het waarborg- en sociaal fonds geïnd en op de sectie "Opleiding" gestort. HOOFDSTUK IV. - Initiatieven ter bevordering van de vorming en tewerkstelling van risicogroepen

Art. 4.COBOT en CEFRET blijven de motor van het opleidings- en vormingsgebeuren in de sector. De opleidingsprojecten die door COBOT en CEFRET worden uitgevoerd, worden voorafgaandelijk goedgekeurd in het directiecomité van deze centra.

Art. 5.Partijen komen overeen om voor de periode 2007 tot en met 2010 de middelen zoals bepaald in artikel 3 hierboven aan te wenden voor : - de uitwerking van opleidingsprojecten voor personen die behoren tot de risicogroepen zoals omschreven in artikel 6 hierna; - de dekking van de werkingskosten van de sectorale opleidingscentra COBOT en CEFRET.

Art. 6.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan de partijen onder "risicogroepen" : - de werknemers uit de textiel- en breigoednijverheid die zonder bij- of omscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden; - de werknemers die door herstructurering of sluiting van hun onderneming hun werk verliezen en die zonder bij- of omscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden; - de werknemers die gedurende een lange periode getroffen zijn door tijdelijke werkloosheid; - de jongeren uit het deeltijds onderwijs die een industriële leerovereenkomst in de textiel- en breigoednijverheid sluiten; - de werkzoekenden. HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010.

Art. 8.In toepassing van artikel 30 van de wet betreffende het Generatiepact van 23 december 2005 wordt voorzien in een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met minstens 5 procentpunten.

Deze jaarlijkse toename zal gerealiseerd worden door : - de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 betreffende vormingsinitiatieven, die voorziet in het opstellen van opleidingsplannen. Het opleidingsplan moet door de werkgever voorgesteld worden aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan het regionaal contactcomité; - het opleidingsaanbod van de sectorale COBOT en CEFRET bekendmaken aan werkgevers en werknemers; - via COBOT en CEFRET acties ondernemen om de participatiegraad te verhogen; - werkgevers zullen aangemoedigd worden om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.

Art. 9.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2006 betreffende vormingsinitiatieven voor risicogroepen wordt opgeheven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 februari 2008.

De Minister van Werk, J. PIETTE

^