gepubliceerd op 27 december 2006
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 13, tweede lid van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers
15 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 13, tweede lid van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, inzonderheid op artikel 13, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005;
Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op artikel 71;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 september 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 oktober 2006;
Gelet op advies nr. 41.542/1 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, is de bruggepensioneerde die niet beschikbaar op de arbeidsmarkt moet blijven : 1° de werknemer die bruggepensioneerde wordt in toepassing van afdeling 2 of 3 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;2° de werknemer die bruggepensioneerde wordt met toepassing van afdeling 3bis van voormeld besluit en die, naar gelang van geval, de leeftijd van 58 jaar zal bereikt hebben : - op het einde van de opzeggingstermijn vermeld in de kennisgeving van de opzegging als bedoeld in artikel 37 van de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten, zonder rekening te houden met de verlenging van de opzeggingstermijn met toepassing van de artikelen 38, § 2, 38bis en 62; - of op het einde van de termijn gedekt door de opzeggingsvergoeding in het geval dat zijn arbeidsovereenkomst is beëindigd door opzegging die uitgaat door de werkgever als bedoeld in artikel 39 van dezelfde wet.
Art. 2.Op de eerste dag van de maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad treden in werking : 1° artikel 57 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact;2° dit besluit.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1)Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.
Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005.