gepubliceerd op 23 december 2000
Koninklijk besluit houdende vaststelling voor het dienstjaar 2001 van het globale budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen
15 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit houdende vaststelling voor het dienstjaar 2001 van het globale budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 87;
Overwegende dat de maatregelen getroffen in het kader van het globale budget voor 2000 hun werking behouden in 2001;
Overwegende dat het noodzakelijk is om, in 2001, te voorzien in de noodzakelijke middelen om ten laste te nemen : - de maatregelen 2001 van het sociaal akkoord van 1 maart 2000; - in de sector van de geestelijke gezondheidszorg : de financiering van vernieuwingsprojecten, pilootprojecten betreffende de behandeling van sterk gedragsgestoorde en/of agressieve patiënten, pilootprojecten voor behandeling van geïnterneerden, de functie van ombudsman en de uitbreiding van het aantal bedden kinderpsychiatrie; - een betere financiering van de palliatieve verzorgingsdiensten en de palliatieve functie in de ziekenhuizen; - voor het personeel : een betere vergoeding van de hoofdgeneesheer, de aanpassing van de barema's aan de evolutie van de anciënniteit, de financiering van de sociale akkoorden voor het personeel buiten verpleegdagprijs, de permanentie in de Sp-diensten en de normen voor de sociale diensten; - voor de medische producten en het medisch materiaal : een geleidelijke tussenkomst in de verhoging van de kosten en in de bijkomende kosten gebonden aan de niet-hersterilisatie; - de bijkomende middelen voor de correctie van de effecten van de sociale risicofactoren op de performantie van de ziekenhuizen; - de financiering van de kosten gebonden aan de opleidingsfunctie van universitaire en ander ziekenhuizen; - de financiering van de registratie van de activiteiten in de spoedgevallendiensten; - de financiering van de investeringen en de werkingskosten van de uitrusting voor de PET-scan; - de dekking van de bijkomende kosten ten gevolge van de fusies van ziekenhuizen en bijkomende kosten voor de diensten spoedgevallen; - de bijkomende middelen voor pilootstudies.
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 november 2000;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 november 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de berekening van het globaal budget pas kan gebeuren na de beslissingen van de Regering inzake de budgettaire materie tot stand gekomen in oktober 2000; dat het globaal budget de verplichte preliminair vormt tot het opstellen van de ministeriële besluiten tot vaststelling van het budget van de ziekenhuizen die ter kennis gebracht moeten worden aan de beheerders voor het begin van het betreffende boekjaar, te weten voor 1 januari 2001;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 november 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het globale budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen voor de financiering van de werkingskosten van ziekenhuizen, wordt, voor het jaar 2001, vastgesteld op 174 267 800 000 BEF verdeeld als volgt 147 809 700 000 BEF voor de algemene ziekenhuizen en 26 458 100 000 BEF voor de psychiatrische ziekenhuizen.
Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE