gepubliceerd op 08 september 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 12 juni 1998 houdende vaststelling van de modellen van berichten en kennisgevingen die bedoeld worden in de artikelen 433 en 434 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake provinciebelastingen
15 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 12 juni 1998 houdende vaststelling van de modellen van berichten en kennisgevingen die bedoeld worden in de artikelen 433 en 434 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake provinciebelastingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 12 juni 1998 houdende vaststelling van de modellen van berichten en kennisgevingen die bedoeld worden in de artikelen 433 en 434 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake provinciebelastingen, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 12 juni 1998 houdende vaststelling van de modellen van berichten en kennisgevingen die bedoeld worden in de artikelen 433 en 434 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen inzake provinciebelastingen.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE
Bijlage - Annexe MINISTERIUM DES INNERN 12. JUNI 1998 - Königlicher Erlass zur Festlegung der Muster der Bekanntmachungen und Notifikationen, die in den Artikeln 433 und 434 des Einkommensteuergesetzbuches in Sachen Provinzialsteuern erwähnt werden ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Artikels 108 der Verfassung;
Aufgrund des Gesetzes vom 24. Dezember 1996 über die Festlegung und die Eintreibung der Provinzial- und Gemeindesteuern, insbesondere des Artikels 12;
In der Erwägung, dass die Artikel 433 bis 435 des Einkommensteuergesetzbuches durch Artikel 12 des vorerwähnten Gesetzes vom 24. Dezember 1996 auf die Provinzialsteuern für anwendbar erklärt werden;
Dass es daher notwendig ist, die Muster festzulegen für die Bekanntmachungen, die Notare an die mit der Einziehung von Provinzialsteuern beauftragten Einnehmer richten müssen, bevor sie die Veräusserung einer Immobilie oder deren Verwendung zur Hypothekenbestellung beurkunden, sowie für die Antworten, die vorerwähnte Einnehmer auf diese Bekanntmachungen geben müssen;
Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1 Absatz 1, ersetzt durch das Gezetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;
Aufgrund der Dringlichkeit;
In der Erwägung, dass die Notare die Bestimmungen, die die Rechtsgrundlage des vorliegenden Erlasses bilden, seit dem 1. Januar 1998 anwenden müssen;
Dass durch Gesetzesbestimmungen zwingende Fristen für die notarielle Beurkundung von Eigentumsübertragungen oder Verwendungen von Immobilien, Schiffen oder Booten zur Hypothekenbestellung festgelegt sind;
Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Die Bekanntmachungen, die Notare, welche ersucht werden, die Veräusserung einer Immobilie, eines Schiffes oder eines Bootes oder deren Verwendung zur Hypothekenbestellung zu beurkunden, an die mit der Einziehung der Provinzialsteuern beauftragten Einnehmer richten müssen, sowie die Antworten, die letztere den Notaren geben müssen, werden gemäss den in den Anlagen I bis III des vorliegenden Erlasses bestimmten Mustern erstellt.
Art. 2 - Vorliegender Erlass wird wirksam mit 1. Januar 1998.
Art. 3 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 12. Juni 1998 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Innern L. TOBBACK
Anlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE